Pater van Kilsdonk, Frédéric Lenoir en Carel ter Linden over God

Toen men aan Albert Einstein vroeg ‘Gelooft u in God?’ antwoordde hij: ‘Vertel mij eerst wat u onder God verstaat en dan zal ik u zeggen of ik erin geloof’. (Lenoir, 211)

pater-van-kilsdonk-raadsman-in-delicate-zaken---alex-verburg[0]Afgelopen weken heb ik drie boeken ‘over god‘ gelezen. Heel verschillend maar ze hebben mij ‘stof tot nadenken’ gegeven. Het eerste is van Alex Verburg over Pater Van Kilsdonk. Voor mijn leeftijdgenoten een zeer bekende pastor. Het zijn ‘Memoires’ geworden; geschreven aan de hand van een serie interviews met hem. Ze beschrijven zijn levensloop en gaandeweg komen zijn gedachten over theologie, kerk, bijbel, liturgie en God ter sprake. Twee verhalen hebben mij echt geraakt. Het eerste was een verwijt van een van de mensen die hij veel bezocht en die stervende was; citaat:
‘Jij hebt met mij nooit over God gesproken, met geen lettergreep!’
Met schroom sloeg ik de ogen neer. ‘Dat kan ik niet,’ bekende ik. ‘Over de Eeuwige kan ik alleen maar zwijgen. Maar misschien is er meer God dan jij denkt, dan ik denk. Misschien is er meer God in jou dan jij en ik altijd schenem te denken.’

‘In mij?’ zuchtte Henk. (182)

Een tweede citaat gaat over de ziekenzalving bij zijn dood. Het is tevens het slot van ‘zijn’ boek:
‘Als het lukt, zou ik voor mijn dood met rust en eerbied de laatste zalving wensen, de laatste communie., het viaticum – “via” zit daarin, het is de proviand voor onderweg, voor op reis.  Een diepzinniger en menswaardiger wijze is er naar mijn smaak niet. Maar loop ik haar mis dan is er niets verloren. Zo kinderachtig is God niet. En anders zou dat alsnog een reden tot atheïsme kunnen zijn.’ (236)
Er staan veel meer verhalen van dit soort mooie ‘gelovige’ oprechtheid in dit boekje wat het voor mij, naast de schets van een tijdperk, tot een inspirerend werkje maakte.

god_isbn_9789079001316_1_1373169604Het tweede boek heeft een heel ander karakter. Ik kwam erop via een interview met de Franse filosoof/schrijver Frederic Lenoir over zijn nieuwe boekje GOD?  in Trouw. Het boek lijkt in de eerste plaats een ‘geschiedenis van God’ zonder noten. Zo nu en dan wat ‘ongefundeerd’. Ik kan geen nader onderzoek doen naar zijn beweringen. Een geschiedenis van ons denken, spreken en doen over ‘god/God’. Vooral het laatste hoofdstuk over de toekomst van ‘god’ en zijn persoonlijke epiloog maken het boek pas echt leuk. Een uitgebreid citaat uit de epiloog typeert de toon van het boek:
Zoals na lezing van dit boek duidelijk moge zijn: God is een te beladen begrip. Er is veel over God gesproken. Te veel uit naam van God gesproken. Er zijn volkomen tegenstrijdige dingen over God gezegd. Zozeer zelfs dat het woord zijn betekenis bijna volkomen heeft verloren. Hannah Arendt heeft dit zeer treffend beschreven in ‘The life of the Mind; 1978’: het is onmogelijke te stellen ‘dat God dood is, iets waarover we net zo min iets kunnen weten als over zijn bestaan (…) maar de manier waarop men duizenden jaren lang over God heeft gedacht overtuigt niet meer; als er iets dood is, kan dat alleen de traditionele opvatting van God zijn’. (212)
Vervolgens geeft  hij een korte schets geven van zijn autobiografie met God. (zie voor een uitgebreidere bespreking door Bert Altena zie hier)

9200000010047009Het derde boek ‘over God’ is van Carel ter Linden. De man en zijn broer Nico zijn belangrijk geweest in een deel van mijn eigen geloofsgeschiedenis. Zijn godsbeeld en leeswijze van de bijbel waren inspirerend en richtinggevend voor mij. Het boek wil een testament zijn van wat er van zijn geloof geworden is. Een prachtige gebonden en niet al te dure uitgave. Het boek is een verslag van het afscheid van het godsbeeld van ‘de Schepper’ en hoe hij nu nog de bijbel leest. Zijn godsbeeld is ‘ingedikt’ tot de ‘Essentie’; een ‘inspirerende metafoor’. Vooral de inzichten in de evolutie en de ervaringen met lijden hebben hem afscheid doen nemen van zijn klassieke reformatorische godsbeelden. Overigens vond ik de stukken waarin de evolutie expliciet uiteen werd gezet het minst inspirerend. Aan ‘feiten’ valt volgens mij weinig inspiratie/hoop te ontlenen. Het boek kreeg na verloop van tijd iets tragisch. ---Het beeld dat bij mij boven kwam drijven was dat van een man die lange tijd heeft gevaren met een VOC schip dat schipbreuk heeft geleden. Aangespoeld op een onbewoond eiland houden hij en zijn tochtgenoten zich warm met het brandhout van het schip… Dit in tegenstelling tot de mystici. Zij worden gedwongen elk schip, dat door de tijd heen gebouwd is rond God, ‘achter zich te verbranden’. Maar ze hebben de zoektocht, het geloof en verlangen niet opgegeven… Hoewel dat niet altijd ‘van harte ging’. Ze vermoeden een Godheid achter god (Eckhart). Het verlies bij mystici wordt winst en dat las ik in dit boek niet.

omslag_Etty_HILLESUM_Het_WerkDe afwezigheid van de mystici bij Carel verwonderde mij. In de eerste twee boeken kom je de mystici juist wel tegen. Alle drie de boeken zijn m.i. de moeite waard om te lezen maar van de derde werd ik daardoor denk ik niet warm… Een boeiend gemeenschappelijk kenmerk was dat alle drie de boeken over god spreken vanuit hun persoonlijk perspectief en het eigen levensverhaal. Daardoor maakt god een ‘ontwikkeling’ door. Bij Lenoir lijkt God nog het meest meest zijn transcendente karakter te behouden. In zijn epiloog verwijst hij nadrukkelijk naar Eckhart e.d.. Bij ter Linden klapt god helemaal ‘naar binnen’ en verdampt hij tot een menselijke verbeeldingservaring. Het geloven eindigt bij hem als een leeggelopen luchtballon. Van Kilsdonk houdt zich meesterlijk op de vlakte als hij zegt:
‘Als iemand mij zou vragen, een kundig iemand, iemand die voor een ieder eerbied heeft, niet alleen voor mij: “Vind je het geloof onaanvechtbaar waar?”. dan zou ik antwoorden: “Pardon meneer, dit gaat te ver. Hier praat je niet over.” (236)

En dan dit nog… Is er leven na de dood? Is er een God buiten ons? Als ik de mensengeschiedenis zo bekijk is er in ieder geval nog god na mijn dood…

(Zie hier een bespreking van Jan Greven)

Reacties van vriendin Diana op A.F.Th. van der Heijden

Diana Immerzeel(Een lieve vriendin van ons (Diana) nam de tijd om uitgebreid te reageren op het interview in de College Tour. Zij verloren hun zoontje Joost van 6 jaar aan kanker. Ik heb haar teksten ongevraagd voorzien van prachtige foto’s door haar gemaakt. De teksten uit mijn blog zijn blauw.)

verdriet en verlies …. dat niet minder wordt, dat niet slijt’ — Ik wordt in de gaten gehouden door mijn eigen verdriet en dat krijg ik door op het moment dat ik dat verdriet niet ten volle voel.— verlies kan er ook ineens als een donderslag bij heldere hemel kan zijn. Dat het je helemaal opvult en verziekt en misselijk maakt en dat er geen verweer tegen is. dat je maar hebt te aanvaarden.”

Ja, dat herken ik. Eigenlijk kan ik wel eens een beetje jaloers op hem zijn. Ik merk dat de tijd bij ons ook haar werk doet: het verdriet komt nog steeds, maar het is herkenbaar. Toch ook wel rauw soms, maar het duurt korter. Gelukkig weet ik nu dat Joost niet verder weg is als ik me niet verdrietig voel of als ik blij ben. Maar v.d. Heijden heeft gelijk: je hebt het allemaal maar te aanvaarden. Tegelijkertijd is dat ook ‘prettig’, want je kan niet vechten tegen dat wat niet te veranderen is. Ik heb ooit eens gezegd: dat Joost dood is heb ik te aanvaarden, maar ik ben het er niet mee eens dat hij dood moest gaan op deze leeftijd, maar vooral niet met het feit dat het zin zou hebben. Nooit!

“Ik denk dat ik een grimmiger schrijver ben geworden daardoor… — er is een proces gaande sinds Tonio’s dood dat ik verschaming noem. — Waar ik ook kijk in mijn leven… De dingen waarvan ik ooit dacht dat ze glans hadden, dingen waarvan ik dacht dat ik ze goed had gedaan, die verkruimelen.. — Zoals bier de ochtend na een feestje is verschraalt zo verschaamd alles. — Alles wordt daardoor aangetast”.

Dit viel mij ook op. Ten eerste om de herkenning: alles verliest zijn glans en zijn zin. Alles wat je ooit bereikt hebt; alles wie je bent. Maar ik word ook wel een beetje lyrisch van zijn talent om het zo te verwoorden. Hij is natuurlijk niet voor niks schrijver. Het is een prachtig woord: verschaming. Het heeft niets met schamen te maken, maar vooral met dat alles ontdaan is van zijn belangrijkheid.

“Nee mijn doodsangst is daardoor niet groter geworden. Wel een ander soort angst; namelijk de angst om te sterven zonder iemand van je eigen vlees en bloed na te laten aan de wereld. Mijn leven zet zich niet in hem voort… – -Het is de angst om uberhaupt te sterven zonder nageslacht”.

Ja, dat gaat niet voor ons op. We hebben nog 3 kansen. Zelf ben ik niet meer bang voor de dood omdat ik dan – zo hoop ik – Joost weer zie. Hoe en wat weet ik niet. Soms ben ik bang dat het misschien niet zo is en we ons zelf voor de gek houden.

In zijn boek schrijft hij – en hij zei dat ook in het interview – dat hij onder de indruk was van het sterven van zijn zoon. Hij (Tonio) heeft iets gedaan, wat A.F.Th. nog nooit gedaan heeft. Hij bewondert zijn zoon er om. Ik vond dat een heel verrassende emotie. En gek genoeg troostte het mij een beetje: Joost kon het. Wij dus ook, straks. (Natuurlijk weet ik wel dat je sowieso dood gaat, maar het sterven is misschien toch een kunst)

Zijn vrouw vertelt halverwege het interview dat van der Heijden, in tegenstelling tot haar, zich schuldig voelt over zijn dood ‘dat hij niet op die plek was toen Tonio verongelukte .. dat hij hem daarvoor niet heeft kunnen behoeden’.

Dit is heel verrassend. Is het iets van mannen? Frank heeft (en nog is het moeilijk) veel het gevoel gehad dat hij tekort geschoten heeft tegenover Joost. Had hij niet meer moeten doen, zeggen, enz. Het is niet echt een groot schuldgevoel, maar toch… Hij heeft wel heel veel moeite en verdriet over het lijden van Joost, het in zich zelf opgesloten zitten door de algehele verlamming. Daar heeft Frank heel veel moeite mee. Mij kan het ook verdrietig maken, maar indertijd was ik hier anders mee bezig. Er moest gezorgd worden…

“Ik denk dat berusting nog steeds ver weg is. Ik beschouw Tonio’s dood als een grote nederlaag.. — Ik draag de volledige verantwoordelijkheid voor zijn einde… – Zo voelt dat nou eenmaal. – Dat is een van de irrationele dingen in mijn rouw namelijk dat ik nog steeds die schuld met me meesleep”.

Ik mag hopen dat hij nooit berusting vindt. Misschien wel rust in zijn zoektocht naar een zinvol leven met de leegte en het gemis, naast de andere dingen die belangrijk zijn voor hem. Het gemis zal ook zin geven, uiteindelijk. (Niet – Nóóit de dood van Tonio, Joost en al die anderen.) Die rust wens ik hem toe.

Als je rouwt zit je in een emotionele 8-baan en er is weinig rationeels in je gevoelens.  En hoe lang je je irrationele emoties en gevoelens bij je houdt is niet van belang. Van belang is dat je er mee leert leven. (Denk ik.)

” Nu ik ehh… Het zou mooi zijn. — Zo voelt het nog niet. Je zou kunnen terugkaatsen dat ik nog steeds bezig ben alles van Tonio, alles rondom zijn dood maar ook alles uit zijn leven vorm te geven. Dat ik zelfs denk aan zo’n Metro-roman; een onderwereld roman waarin ik het met hem kan hebben over  het verdere verloop van zijn eventuele leven. Ja ik ben constant bezig met de vormgeving daarvan. — Niet alleen maar schuldgevoel…– hoe gek het ook klinkt, ik heb het creatief gemaakt. En dat hoop ik te blijven doen.”

Prachtig. Wat mij betreft is dat ook al herstel. Hij doet het enige waar hij goed in is: schrijven, creatief bezig zijn. Als je dat zo magistraal kan doen… Dat is een gave.

Misschien kan ik zeggen, dat ik door alles wat we meegemaakt hebben beter naar anderen kan luisteren. Ik voel geen drang meer om oplossingen aan te bieden. Ik luister alleen. Soms zeg ik wat over mijn eigen ervaringen. Dat is het wel zo’n beetje.

Uit een lied van Bob Dylan.

Now I’ve heard about a guy who lived a long time ago
A man full of sorrow and strife
That if someone around him died and was dead
He knew how to bring him on back to life

Well I don’t know what kind of language he used
Or if they do that kind of thing anymore
Sometimes I think nobody ever saw me here at all
‘Cept the girl from the red river shore                            

Red River Shore / Bob Dylan

Wat een prachtige tekst van Dylan.  En wat v.d. Heijden hierboven zegt is zo invoelbaar. Hij zoekt het gemis via zijn talent. Natuurlijk is het enige wat je wilt: je kind weer in leven. Hoe dan ook. Ik geloof er wel in: dat taal, poëzie, enz. je kind tot leven kunnen wekken (anders leven). Hoe dat bij mij vorm krijgt? In de ontmoeting misschien met anderen, in het elke dag aan hem denken. Dat is niet altijd verdrietig en ook niet altijd heel nadrukkelijk. Maar altijd is er ergens een moment dat Joost in mijn gedachten is. Het zou erg zijn als dat niet meer zo zou zijn. Soms word ik bij Joost bepaald als ik mijn achterneefje van 4 jaar zie, of een foto van mijn neef (oom van mijn achterneefje). Joost leek op mijn neef en mijn achterneefje lijkt op Joost en op zijn oom. Soms maakt me dat verdrietig. Hoe zou het nu zijn met Joost, als 14-jarige? Wat zouden zijn hobby’s zijn, hoe zou hij met onze meiden omgaan, hoe zouden hij en Bart met elkaar optrekken? Zouden ze broers door dik en dun zijn?

Ik vind het nog steeds zo zonde, dat zijn leven gestopt is. Wat een verspilling van talent, denk ik weleens.

Bij mij kwam ook de gedachte op dat blijkbaar niemand kan leven met een ‘niets’ na de dood. Ook A.F.Th. v.d. Heijden zoekt Tonio, hij wil hem ‘beleven’. Je zou die ‘eredienst’, zoals hij het noemt afgodisch (is dat een bestaand woord?) kunnen noemen. Je kan ook zeggen dat dit een denkbeeldig standbeeld is van zijn zoon. Maar of hij hem overal in zal kunnen terug vinden?

Verdient Tonio niet een eigen plek? Ik weet het niet. Ik ben erg terughoudend geworden met oordelen over iemands wijze van omgaan hiermee. Het is zo teer, maar ook zo eigen.

Veel mensen vinden het depressief dat hij zo lang buiten de publiciteit is gebleven. Ik geef het je te doen: altijd maar mensen die naar je kijken, die over je praten en je misschien ‘verkeerde’ vragen stellen, of vragen die verkeerd vallen. Wij konden in de anonimiteit van ons bestaan, zonder nieuwsgierige papparazzi, over straat. Ik snap wel dat hij dat niet opzocht. Hij kwam heus wel uit huis, maar niet in de publiciteit.

Hieronder nog even de gedachten van Bonhoeffer over de leegte, het gemis, dat niet opgevuld moet worden. Ook niet met God. Die is geen doekje voor het bloeden:

— Als je van elkaar houdt en je bent door de dood van elkaar gescheiden, dan is er op de wereld niemand en niets die de leegte van de afwezigheid kan vullen. Probeer het maar niet, want het zal je niet lukken. Aanvaard liever het gemis dat je is overkomen. Dat klinkt erg hard, maar het is een grote troost. Want zolang die leegte werkelijk leeg blijft blijf je daardoor met elkaar verbonden. Zeg niet: God zal die leegte vullen, want geloof me, dat doet hij niet. Integendeel: Hij houdt die leegte leeg en helpt ons zo om de vroegere gemeenschap met elkaar te bewaren, zij het ook in pijn. Maar dankbaarheid zal de prijs der herinnering veranderen in stille vreugde. De mooie dingen van vroeger zijn geen doorn in het vlees, maar een kostbaar geschenk dat je met je meedraagt. (Ik moet je zeggen dat ik daar toen niet vatbaar voor was. Ik wilde geen herinneringen. Ik wilde Joost, potdomme!) Zorg dat je niet blijft graven in herinneringen, maar doe het van tijd tot tijd. Ook een kostbaar geschenk bekijk je niet aldoor, maar alleen op bijzondere ogenblikken. Buiten die ogenblikken is het een verborgen schat, een veilig bezit. Dan wordt het verleden een blijvende bron, van vreugde en kracht.

Wat ik in het rood heb geschreven vind ik wat ingewikkeld, maar als je er zo mee om leert te gaan: prachtig. Dat van die verborgen schat spreekt me aan. Zo voelt dat met Joost. Een veilig bezit zijn al die herinneringen.

Lieve groet,

Diana

‘Het komt niet goed’ Christa Anbeek en A.F.Th. van der Heijden 1

Twee aangrijpende documenten van de laatste tijd over de dood en zijn verschrikking. En wat dan te doen?

untitledLaat ik beginnen met het meest recente: het interview (College Tour) met van der Heijden en zijn vrouw n.a.v. de dood van zijn/hun zoon Tonio, precies drie jaar geleden. Openend met een volledig ongepaste begintune en later twee uitglijders over Arnon Grunberg en de ‘kroonprins van Harry Mulisch’ die aan de redactie te danken waren  werd het dankzij diep gemeende vragen van studenten een aangrijpende ontmoeting.

Er waren een paar dingen die mij bijzonder raakten. Ik zal dat laten zien aan de hand van een paar citaten A.F.Th. van der Heijden en zijn vrouw Mirjam Rotenstreich in dat interview.

In de eerst plaats de alles doordringende inwerking van de dood van Tonio op het leven van van der Heijden en zijn vrouw. Drie jaar lang vertoonde van der Heijden zich niet meer in het openbaar. Indrukwekkend is hoe hij het verdriet beschrijft:

verdriet en verlies …. dat niet minder wordt, dat niet slijt’ — Ik wordt in de gaten gehouden door mijn eigen verdriet en dat krijg ik door op het moment dat ik dat verdriet niet ten volle voel.— verlies kan er ook ineens als een donderslag bij heldere hemel kan zijn. Dat het je helemaal opvult en verziekt en misselijk maakt en dat er geen verweer tegen is. Dat je maar hebt te aanvaarden.”

En hoe het zijn leven en verleden verander; ‘alles wordt er door aangetast’ maar ook geïntensiveerd:

“Ik denk dat ik een grimmiger schrijver ben geworden daardoor… — er is een proces gaande sinds Tonio’s dood dat ik verschaming noem. — Waar ik ook kijk in mijn leven… De dingen waarvan ik ooit dacht dat ze glans hadden, dingen waarvan ik dacht dat ik ze goed had gedaan, die verkruimelen.. — Zoals bier de ochtend na een feestje is verschraalt zo verschaamd alles. — Alles wordt daardoor aangetast”.

Het meest aangrijpende vond ik zelf een rode draad door heel het interview heen. Een studente vroeg aan het begin of hij zelf hierdoor banger was geworden voor de dood.

“Nee mijn doodsangst is daardoor niet groter geworden. Wel een ander soort angst; namelijk de angst om te sterven zonder iemand van je eigen vlees en bloed na te laten aan de wereld. Mijn leven zet zich niet in hem voort… — Het is de angst om überhaupt te sterven zonder nageslacht”.

Zijn vrouw vertelt halverwege het interview dat van der Heijden, in tegenstelling tot haar, zich schuldig voelt over zijn dood ‘dat hij niet op die plek was toen Tonio verongelukte .. dat hij hem daarvoor niet heeft kunnen behoeden’.

N.a.v. een vraag over berusting:

“Ik denk dat berusting nog steeds ver weg is. Ik beschouw Tonio’s dood als een grote nederlaag.. — Ik draag de volledige verantwoordelijkheid voor zijn einde… – Zo voelt dat nou eenmaal. – Dat is een van de irrationele dingen in mijn rouw namelijk dat ik nog steeds die schuld met me meesleep”.

Een student herinnert hem aan het slot van de roman over Tonio waarin hij zegt dat hij wil geloven in het ‘Pan-Tonionisme’, dat Tonio in alles zit en dat hij daarin berusting zou kunnen vinden?:

” Nu ik ehh… Het zou mooi zijn. — Zo voelt het nog niet. Je zou kunnen terugkaatsen dat ik nog steeds bezig ben alles van Tonio, alles rondom zijn dood maar ook alles uit zijn leven vorm te geven. Dat ik zelfs denk aan zo’n Metro-roman; een onderwereld roman waarin ik het met hem kan hebben over  het verdere verloop van zijn eventuele leven. Ja ik ben constant bezig met de vormgeving daarvan. — Niet alleen maar schuldgevoel…– hoe gek het ook klinkt, ik heb het creatief gemaakt. En dat hoop ik te blijven doen.”

(waarna van der Heijden de studente bedankt voor haar vraag die hem zou hebben geholpen in dit proces)

En op en vervolgvraag van een studente of hij niet gevaar liep dit verlies tot een verslaving/obsessie te maken?

Ja dat gevaar ligt op de loer en dat is precies wat ik zoek. Ik ga mezelf daar niet tegen wapenen. Ik wil mezelf daarin verliezen  Ik kan en wil de rest van mijn leven, althans het grootste deel daarvan, besteden aan wat ik mijn literatuur noem.. — Je zou kunnen zeggen Tonio heeft het op zijn geweten dat ik nu pas echt monomaan ben geworden. Maar dat is niet iets om hem te verwijten. Dat is juist mijn eredienst jegens hem..

Iedereen ‘leest’ zo’n interview op zijn eigen wijze. Ik hoor er een diep verlangen van een vader/schrijver die zijn verongelukte zoon in leven wil houden, tot leven wil wekken en hem zelfs als zijn nageslacht te vereeuwigen in zijn schrijven. Een leven over de dood heen. En dat vind ik echt aangrijpend; dat verlangen raakt mij. Ik heb er diep respect voor! Zou het kunnen zijn dat taal, beeld, verhaal, muziek en poëzie dat kan? Het doet mij denken aan het slot van een lied van Bob Dylan.

Now I’ve heard about a guy who lived a long time ago
A man full of sorrow and strife
That if someone around him died and was dead
He knew how to bring him on back to life

Well I don’t know what kind of language he used
Or if they do that kind of thing anymore
Sometimes I think nobody ever saw me here at all
‘Cept the girl from the red river shore                            

Red River Shore / Bob Dylan

‘Het komt niet goed’ Christa Anbeek en A.F.Th. van der Heijden 2

Het tweede recente document over de dood en zijn verwoesting is het boek: ‘De berg van de ziel’

De_Berg_Van_De_Ziel.9789025902834Ik weet niet precies waarom ik bijna alle boeken van Christa Anbeek in mijn bezit heb. Wat mij het meest aan haar boeit is de tomeloze oprechtheid. Zij laat je regelrecht meekijken in haar ervaringen met existentiële thema’s die haar eigen zijn. Dat kan gaan over haar ontmoetingen met Zen, haar liefde voor Mimi tot haar laatste twee boeken waarin zij de rechtstreekse confrontatie aangaat met de dood. Daarnaast spreekt mij haar belezenheid aan.

Dit boek heeft ze samen geschreven met Ada de Jong. Ik heb het in een adem uitgelezen. Ik ga het boek niet uitleggen en bespreken dat wordt elders vele malen beter gedaan. Helaas kan ik hier ook niet meer het prachtige artikel uit Trouw als bijlage toevoegen. Ik heb op mijn kop gekregen van ‘copie politie’. Maar waarom spreekt mij ook dit ‘document’ weer veel meer aan dan de meeste preken die ik de laatste jaren over me heen heb gekregen? Een paar citaten:

‘Als je je kinderen verliest, komt dat nooit meer goed. Daar kan geen zinvol leven tegenop.’ (Trouw 29 mei 2013)

‘En toch heb ik het gevoel dat het niet goed gaat komen met mij. — Mijn echte leven is voorbij’ (232; de laatste regels…)

‘Er zijn krassen op mijn ziel die niet meer genezen’ (Trouw 29 mei 2013)

‘We verdringen dood, eindigheid en kwetsbaarheid in onze maatschappij. Verberg dat zeer dan geloof dat we ons leven verzaken. Het begint met je eigen pijn onder ogen durven zien’ (Trouw 29 mei 2013)

Volgens mij is het ‘de keuze’ om lijden volledig serieus te nemen die mij hierin aanspreekt. Het onoplosbare, het onherroepelijk, het onomkeerbare, het volledig verlorene in de ogen zien. holy-innocents-02Je niet laten troosten; geen illusies. Niets ontkennen of verdoezelen. We hebben het dan niet alleen over kwetsbaar leven maar ook over gewond, onherstelbaar beschadigd en zelfs dodelijk leven. Het is tegengif tegen het idee ‘dat je van leed beter wordt'(Trouw). Waar komt toch die illusie vandaan van onkwetsbaar leven; van het geluk dat aan onze kant zou moeten staan. Geluk is geen vanzelfsprekendheid of recht.

Christa gaat aan de hand van hun beider ervaringen in het boek in gesprek met de hoofdthema’s van de theologie zoals God, Christus, Geest, mens en wereld. Daar was ik bij de eerste lezing nog niet zo van onder de indruk maar wie weet vraagt dat een tweede lezing en meer eigen reflectie en dialoog denk ik? Ik geloof zelf dat deze wijze van confrontatie met het lijden van het leven leidt tot een heel andere wijze van spreken over de ‘God die deel uitmaakt van leven en lijden’. Het zal dan over actuele en authentieke levende/lijdende incarnatie en immanentie gaan…

Judith-Viorst-Noodzakelijk-verlies-27524705Misschien zou er een speciale scholing moeten zijn in verlies. Ik denk nu weer aan het prachtige boek van Judith Viorst: ‘Het Noodzakelijke verlies’. ‘Er is lijden’ zegt Boeddha m.i. zeer terecht en praat dan vervolgens toch weer over een ‘uitweg’? Volgens mij is er geen weg uit het lijden; alleen in…

Ik ga dan nu ook geen uitvluchten benoemen. Het komt niet goed…. En toch doorgaan; gaan waar geen weg is…

Lezend, reflecterend, in gesprek, in stilte, biddend, zingend, mediterend, in handelen, in dromen, in muziek, in beelden en schrijvend. Schrijven zoals Christa Anbeek en van der Heijden dat doen.

Iemand heeft ooit gezegd dat waar wij een punt zetten we moeten leren een komma te plaatsen… Het verhaal gaande houden dus…

(Blog over A.F.Th. van der Heijden is onderweg)

Depressie 4

And if my thought-dreams could be seen
They’d probably put my head in a guillotine
But it’s alright, Ma, it’s life, and life only    Bob Dylan

Laat ik beginnen met te zeggen dat ik dit ‘proces’ met tegenzin afmaak. Maar ik wil een ‘eerlijke pentekening’ van mijn bestaan op deze website… Zo nu en dan kom ik hier, op deze plek van wanhoop, blijkbaar terug.

Het nieuwe medicijn werkte dus niet bij mij. Ik ben weer terug in het oerwoud waar ik, jarenlang heb ingezeten en waar, naar ik hoorde van mijn jongere broer en ook wel wist, mijn moeder veel aan leed…? Ze slikte een groot deel van haar leven rustgevende middelen. Nu ik er zelf weer in zit wil de ‘kleuren’/ingrediënten van deze werkelijkheid schetsen.

film-quasimodo12Quasimodo

Q. is voor mij het beeld van de gevoelige (muzikale) mens die zich heeft teruggetrokken omdat hij/zij denkt dat hij ‘lelijk’ is… Ik was diep onder de indruk van die film in mijn jeugd. Op de een of andere wijze eindigen veel van mijn interacties met mijn omgeving, dezer dagen, in een ‘gekwetste nederlaag’. Noem het ‘slachtoffer’, noem het ‘(aan)klager’; anyway je eindigt bloedend, verwond en met een gevoel van ‘er is iets mis met mij’ / ik ben niet geliefd… Natuurlijk weet ik dat dit niet zo is maar mijn optreden is vaak ook ‘net mis…’; soms ronduit ongelukkig. De vraag is zelfs in welke categorie dit blog valt… Dat heeft ook met een tweede punt te maken.

Deze tweede dimensie in mijn optreden heeft met een kenmerk van mijn persoonlijkheidsstructuur te maken: ik ben een ‘ambivert‘. Ik ben voor een flink deel extravert maar voor een even groot deel introvert. De depressieve ‘ontwikkelingen’ hebben daardoor van de ene kant het effect dat ik de neiging heb mijn lijden uit te venten en/of naar buitengerichte afleiding te zoeken maar er is evenzeer een behoefte om mij terug te trekken. Mijn broer trok zich helemaal terug op/in zichzelf en vereenzaamde. Gelukkig treed ik, hoe ingewikkeld ook, naar buiten. En dan bedoel ik niet eens zozeer dit/deze webblog. Het maakt dat ik onder de mensen blijf en redelijk tot normaal functioneer, in de maatschappelijk zin. Mijn werk is in deze zelfs een gezonde afleiding.

Het derde ingrediënt is de gegeneraliseerde angststoornis; de permanent aanwezige ‘paniek’. Hyperalert; maar dodelijk vermoeiend. Voortdurend een steen die op je borst drukt. Je lichaam en geest afwisselend in de Flight-Fight-Submit-Freeze modus. Zelfs mijn fysieke gang krijgt in deze tijd iets gebogens en kreupel… (zie: Q)

Deze ingrediënten vermalen zich in mijn hoofd tot een heen en weer golvend gepieker waarbij het grootste deel van de gedachten gaan over een vooronderstelde religieuze verlorenheid. Ik ben fundamenteel en totaal ‘niet OK‘. Uiteraard heeft mijn jeugdige kerkelijke achtergrond flink bijgedragen aan deze ‘vorm’ van innerlijke monoloog. Zo werkt het in ieder geval bij mij. Het lastige met dit soort ‘stoornissen’ is dat iedereen heeft te dealen met zijn of haar eigen ‘blend’. Waardoor het bij iemand anders net weer effen anders is… Geen lichaam en/of levensverhaal is hetzelfde…

(Ik weet niet eens meer of ik in mijn blogs wel een keer over mijn opvoeding heb gesproken. Ik had, vanwege de gezondheid van mijn moeder, niet geboren moeten/mogen worden (ze heeft drie maanden gehuild toen ze zwanger was van mij) en mijn vader zei rond mijn zeventiende dat hij nooit een dag plezier van mij had gehad. Ik was een levendig en temperamentvol kind die soms meerde keren per dag een pak slaag kreeg van zijn driftige vader. De boodschap aan mij was in ieder geval dat ik in en in slecht was en dat het nooit goed met mij zou komen.)

Het dagelijkse eindresultaat van dit proces is een gespannen en versomberd mens. Een stressmodus die maar niet op ‘uit’ wil gaan. En wat doe je ‘als niks werkt’? Troostend is het dat ik dit soort stemmingen en verwarringen lees van mensen als Guardini en Henri Nouwen. Ton Lathouwers en zijn Zen. Zij zijn mijn ‘bakens’ in de nacht… Zij brengen mij nergens; zij helpen mij daar te zijn waar ik nu ben.

En natuurlijk ben ik bezig om een nieuw medicijn uit te proberen. Maar voor dat je weet of dat wel of niet werkt ben je weer twee maanden verder…

Na een ontmoeting met een vriendin van ons kwam er nog een lastig aspect van dit soort stemmingen naar voren. Het meest gevaarlijke moment is dat je in je wanen gaat geloven.  Of in de zin van dat iedereen je in de steek laat en dat je het dus wel heel slecht heb getroffen met je omgeving of het moment waarop je in je ‘zelf-evaluaties’ gaat geloven… Of het moment waarop je jezelf met je ‘gedachten en gevoelens gaat identificeren; ‘Ik’ ben die gedachte/dat gevoel…

Now, little boy lost, he takes himself so seriously
He brags of his misery, he likes to live dangerously      Bob Dylan

O ja en muziek. Met een vette glimlach van zelfspot: ‘Nobody knows you when you’re down and out

‘Bomen vallen om’

“en als de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt,
in de plaats, waar de boom valt, daar zal hij wezen”
Prediker 11:3

“Bomen vallen om”, riep de man die de zoveelste boom had omgezaagd. Ik herkende die tekst!! Dit had ik eerder gehoord. Dit kwam uit een lang verleden… Het klonk ‘zwaar reformatorisch…’. En ik wist dat het te maken moest hebben met de onvermijdelijke dood…

Eerst even hoe ik hier kwam.

Ik denk dat ik nu al een jaar langs de nieuwe Hanzelijn fiets; een fantastisch nieuw aangelegd fietspad van de Drontermeren naar Dronten. Heen en terug van mijn werk in Dronten. Langs dit fietspad staan zo’n 800 40-50 jaar oude bomen. Het fietspad meandert er tussendoor. Ik denk dat ik door de voorjaarsvakantie er zo’n 1,5 week niet was geweest. Tot mijn grote verbijstering en schrik  hadden ze al zo’n 400 bomen omgezaagd! Het zullen er zo’n 600 worden. Het waren van die typische hoge bomen uit de polder; populieren…

“Ze hebben hun dienst gedaan!”, riep hij nog. Hun werk zit erop. Ze zijn overbodig en zelfs een bedreiging; “ze kunnen niet ongecontroleerd omvallen!”. Om het alles nog afschrikwekkender te maken: deze bomen vielen niet om maar ze werden ‘geveld’. Pijnlijk rigoureus vind de ontmanteling van hun bestaan plaats. Ik vond het een schokkende ervaring. De stammen gaan ergens naar toe, de kruinen gaan door de ‘shredder’… Wie weet maken ze er nog wel boeken van.  In een sneltreinvaart schoten en schieten nog steeds al ik er weer langskom de beelden door mijn hoofd.

>>> Bomen vallen niet om? >>>

270802_10150960565034501_1095912216_nOp mijn werk is er 1 keer per maand een open koffie ochtend voor de gepensioneerde collega’s. Druk bezocht door mijn oud collega’s. Mannen waar ik 23 jaar geleden, toen ik daar kwam werken, tegenop zag. Zij zijn mijn reuzen ‘van den beginne’. Mijn bazen soms. Gigantische en indrukwekkende bomen… Mannnen die het visioen van onze school hebben gerealiseerd. Maar nu kwetsbare mannen die zomaar kunnen omvallen. Iemand sprak mij aan en ik schrok van van zijn kwetsbare stem.

‘Van binnen zijn ze soms al rot’, riep een van van houthakkers nog tegen me; hij zag vermoedelijk aan mijn lichaam dat ik al die ‘gevelde bomen’ niet leuk vond… Het had iets pijnlijks. En nu ben ik helemaal geen bomen hugger…

>>> Bomen vallen helemaal niet om… >>>

Ik herinner mijn de meest verschrikkelijke en huiveringwekkende film die ik ooit heb gezien. ‘Soylent Green‘. Mijn vrouw (toen nog vriendin) en ik gingen logeren bij mijn ouders. Het moet 1979 zijn geweest en ik had de lovende recensie gelezen maar kende het plot niet….. Het was een thriller & Sience Fiction film. In een permanente groene smog werd er een een wereld geschetst waarin de lucht vervuild / het volk verloederd / de bovenlaag in een wereld leeft in een wereld van kunstmatig geluk. Voedsel is zeer schaars. Er is een excellent, smaakvol, proteïnerijk en zeer gezond koekje ‘Soylent Green’. Een uit een jarenlange coma ontwaakte man ontdekt deze wereld nieuw en ziet een vriend die vrijwillig naar een stervenskliniek gaat waar hij in een prachtige omgeving en tussen door hem gekozen beelden van vroeger ‘sterft’. Hij was overbodig geworden en dreigde een last te worden voor de samenleving. Aan de hand van allerlei criteria werd vastgesteld of en wanner je voor deze ‘overgang’ in aanmerking kwam. Door een moord op een van de medewerkers van dat ‘uitgangshuis’ die hem iets wilde vertellen gaat hij op onderzoek… Hij ontdekt dat de fabriek die de koekjes maakt een directe relatie heeft met het overgangshuis & ‘crematorium’. Zijn vriend tot koekje verwerkt. Ik kan me de avond nog herinneren. Sommige films moet je niet zien….

>>> Bomen worden geveld! >>>

Al deze ervaring gaan maar door mijn hoofd. De dingen gaan voorbij. Ook ik ga eraan. Mijn lieve ex-zwager is afgelopen zaterdag met pensioen gegaan; feestelijk. Broers van mij zijn die grens al over gegaan of staan er vlak voor. En ik wil helemaal niet met pensioen gaan… We worden door het leven of door de samenleving ‘uitgeschakeld’. ‘Zij’ spreken af wanneer we hebben afgedaan en/of wanneer we te duur geworden zijn. Aan mijn schoonvader ‘wordt niets meer gedaan’: hij is 93…

In mijn studeerkamer heb ik voor het eerst van mijn leven drie meter boeken weggedaan. Boeken die ik in 30 jaar tijd met de grootst mogelijke zorgvuldigheid heb verzameld en die mij steunden in kennisdomeinen die voor mij inmiddels voorbij zijn gegaan. Een kenner en handelaar uit Kampen keek er meewarig naar. Ze waren niets meer waard. Ze hebben afgedaan. ‘De meeste boeken zullen door de shredder gaan’, zei hij. Het kan toch niet zo zijn dat de dingen voorbijgaan…!? Verzet ik me tegen het onvermijdelijke?

>>> Bomen vallen om; laat ze/ons please.. >>>

61Terug naar ‘Bomen vallen om‘. Ik heb een collega die gaat voor de ‘bijbeluitleg’ waarin deze tekst wordt gelinkt aan de geestelijk staat (wel of niet ‘in de Heere’) waarin mensen sterven en hun bestemming: hemel of hel. Zo ken ik het ook uit mijn verleden hoewel er ook die andere uitleg was waarin het ‘lot’ meer centraal stond. Maar de sfeer om “de bomen vallen om” was er een van de kwetsbaarheid, onvoorspelbaarheid en eindigheid. Er zat zeker ook de waarschuwing bij. Daarmee wordt die eindigheid ingebed in een religieuze werkelijkheid.

En nu bij mij? In de eerste plaats krijgt onze eindigheid het karakter van een gemanagede eindigheid. Wij worden geveld / zijn voorbij omdat de omgeving ons als ‘voorbij’ beschouwd, niet meer nodig of zelfs als een te dure last gaat zien. Wij managen eventueel onze eigen eindigheid. Wij worden geveld en als wij het niet zelf doen doen ‘zij’ het wel. Of wordt dit teveel gekleurd door mijn eigen somberheid? We zijn overbodig en/of doen er niet meer toe. Wij dragen niet meer bij.. Kosten en baten zijn ….

Nog een keer. Hoe zie ik mijn eigen eindigheid…? Mijn vader viel letterlijk en figuurlijk om. Een gescheurde aorta… Waarom vind ik dat een aantrekkelijker werkelijkheid? Het gewoon omvallen uit de tijd? Ben ik bang voor dat gemanagede einde? Ik verlang niet naar het lot maar wel naar het opene; het verast worden door… Gewoon vallen.. Zoals ik zo nu en dan ‘op mijn bek ga’ op mijn fiets; gladheid of een tak.

In’t Nederlands is iemand dood gegaan
over zijn reis wordt nooit meer iets vernomen.
In het Twents is iemand uit de tijd gekomen,
dus je weet zeker: hij kwam veilig aan.      
(Willem Wilmink)

En dan kom ik toch weer terug op Prediker. Ik blijf erbij: ‘Bomen vallen om.. en waar hij valt, daar zal hij wezen.’ Shit happens… Maar een nog mooiere tekst kleeft mij aan:

Wat is, was er reeds lang, en wat zijn zal, is reeds lang geweest;
en God zoekt weer op, wat voorbijgegaan is.

Niets gaat verloren…

Een echte depressie? (3)

Het zat eraan te komen? Twee vorige blogs waren al voorboden? De een heb ik onder privé moeten zetten en de andere gaf ook al commentaar; te persoonlijk (Monique Samuel over Facebook). Ik had de mensen uit mijn directe omgeving er herkenbaar in betrokken. Ik heb aan mijn ‘categorieën’ het fenomeen (te) persoonlijk toegevoegd. Dit alles in mijn zoektocht naar eerlijkheid en openheid. In dit blog schrijf ik hopelijk echt alleen over mijzelf…

Echt verdwaald ben ik nu. Het komt heel langzaam; bijna ongemerkt. Het is geen tsunami; hoewel het eindresultaat hetzelfde is. Nee het sluipt er langzaam in. Een soort kanker op het gebied van emoties. Emotionele wildgroei. Een groeiende ontstemming met, op den duur, overduidelijke effecten. Een mengeling van gedrag en emoties die ik in een paar alinea’s zal proberen te beschrijven.

>>>

Een belangrijk aspect is de mengeling van verlangen naar contact en een overduidelijke destructieve neiging tot isolement. Ik denk vaak aan mijn (mogelijke) vrienden en volgens mij geef ik signalen in de vorm van een uitnodiging.. Maar ze reageren niet. Ik weet echter niet eens of ik wel een duidelijk appel doe op mijn omgeving. Ik ‘zie’ mezelf eerder iets doen wat de omgeving afschrikt? Het is in ieder geval heel ingewikkeld. Het beeld wat in mijn hoofd naar voren komt is ‘melaatsheid’. Je wordt onaanraakbaar. Gevaarlijk? Besmettelijk? Schrikdraad? Het is overduidelijk dat ik mij terugtrek en dat mijn omgeving niet graag doorzet als het gaat om toenadering. Met als eindresultaat een vereenzaming vol zelf beklag: niemand zoekt mij op / niemand wil mij… Ik vermoed zelfs irritatie in mijn omgeving.

Ik denk zelfs dat er sprake is van een ‘blend’ van angst voor mezelf en zelfhaat; van ‘agressie’ tegen mezelf. Ik weet ook niet precies waarom woorden als ‘beterschap’ en ‘sterkte’ niet aan mijn behoefte voldoen. Een ‘line’ van Dylan schiet dan door mij heen; maar of dat terecht is?

Can’t recall a useful thing you ever did for me
’Cept pat me on the back one time when I was on my knees

>>>

En dan is er het dagelijkse gedrag. Een fysieke zwaarte komt over je. Moe opstaan en zo vroeg mogelijk naar bed gaan; en dat terwijl je zo’n 10 uur geslapen hebt. Je niet kunnen concentreren. Niet kunnen lezen; en dat is heel erg voor mij!!! Niet gaan sporten… Het vermijden van alles wat je ‘moet doen’.

Alles wordt geïnfecteerd; je denken, je voelen, je willen, je doen en zelfs je lichaam. Het is alsof er door/in alle dimensies van mijn zijn een vergiftiging/vernietiging sluipt. Een verzuurde stroperigheid die zich in alles wortelt en heel gestaag je hele gestel van zijn innerlijk vormgevende structuren berooft. Niets blijft hetzelfde. Tijd voor nieuwe medicijnen?

>>>

Cover 1In de waan laten

Hij was gedwongen opgenomen. Omdat hij psychotisch zou zijn. Terwijl hij zo helder was als maar kon en op schitterende ideeën was gekomen. Maar hij stuitte op onbegrip. Hij had zich tegen het onrecht van opname en de diagnose verzet. Uren had hij gepraat om de arts en de verpleegkundigen tot ander inzicht te brengen. Maar hij geeft het op: ‘Ik laat ze nu maar in de waan.’  

(Uit: ‘Maar mensen gaan voorbij’ van Hans Mondeel / Een absolute aanrader..)

Dit is misschien wel het moeilijkste aspect van een stemmingsstoornis. Is er een ruimte in jezelf die de dagelijkse waan overstijgt? Is er een zuiver denken/voelen/willen die er wel kan en mag zijn? Ja, er is een Zelf wat niet alleen van mezelf is, maar hoe kan ik in verbinding komen met die ruimte/openheid.

Natuurlijk weet ik van en heb ik ervaring met het gebruik van medicijnen. Ik weet nog dat ik na een paar weken Buspar voor het eerst de verkleurende bomen zag en niet meer aan het denken was.. Nu heb ik nieuwe medicijnen nodig omdat de vorige zijn uitgewerkt is alles van zijn plek. Ik kan de verbindingen niet meer vinden. Alle wegen van mijn hersenen zijn ‘van het pad’. Ik kan de plek niet meer vinden…

tumblr_lpise3gLaL1qfvq9bo1_r1_1280Het is voor jezelf bijna onmogelijk die ‘grensovergangen’ tussen depressie, ‘werkelijkheid’ en de alles dragende en doordesemende leefruimte van de ziel te blijven onderscheiden. En dan heb ik het er nog niet eens over hoe moeilijk het vervolgens is naar de juiste plekken toe te gaan. De woorden, verhalen en beelden in God die de nacht leefbaar maken.mertons_cross_lg   Thomas Merton is voor mij zo’n ingang. Mijn lieve vrouw heeft dit beeld ooit voor mij geschilderd in de vorm van een groot donker veld met daarin twee ‘scheuren’ in de vorm van een kruis. Het kreeg de titel ‘ het duister is mij licht genoeg’. Indrukwekkend.

In ieder geval ga ik voorlopig op zoek naar de juiste medicijnen. En mijn cadeau voor mijn verjaardag weet ik nu ook. Het bronzen kruis van Thomas Merton.

Herinnering, Johanna ter Steege en vergeving

Het is een verhaal wat mij altijd is bijgebleven; een herinnering… Ik denk dat ik dit verhaal wel meer dan zestig keer heb verteld en met ‘succes’.

Ik moet 22 zijn geweest. Ik was een van de leiders van een jeugdkamp van ‘Het Clubhuis’ in Rijssen. De leeftijd was van 13 tot 15 jaar. Woensdagnacht wordt ik door een meisje uit de groep geroepen; ‘Johanna ligt te huilen’. Ik ga naar haar toe op de slaapzaal en zie dat ze erg overstuur is. Ik neem haar mee; ze is intens verdrietig. Huilend, hortend en stotend vertelt ze het verhaal wat in mijn herinnering ongeveer als volgt klonk.

“Opa, waar ze thuis op de boerderij heel veel mee speelde, was ineens dood neergevallen (waar ze bij was?)…. En de achterbuurman was overleden. Deze achterbuurman had een zoon. Aan deze zoon werd nu echter een vreselijk geheim verteld… Zijn vader, die was overleden, was zijn vader niet maar zijn opa. En zijn moeder was zijn moeder niet maar zijn oma. Zijn veel oudere zus was zijn echte moeder… Zijn echte vader was er toentertijd vandoor gegaan…..”

137704_300Ik was pas bekeerd en zeer veel bezig met geloof. De meeste kinderen uit Rijssen en omgeving kwamen uit actief gelovige en kerkelijke gezinnen… We hebben het over 1974… Dus vroeg ik haar of ze geloofde..”ja”. Dus ging ik met haar bidden; voor Opa, zijn familie en voor het ingrijpende verhaal van de achterbuurman rondom zijn (klein)zoon en de moeders. Ze was inmiddels rustig geworden en ik bracht haar naar bed. Na een half uur ging ik even bij haar kijken of het nu echt goed was. Niet helemaal dus. Ze lag te piekeren over die man die was weggelopen, de inmiddels echte vader, of God hem wilde vergeven…. Of ik daar ook nog voor wilde bidden met haar. Ik was perplex; een kind van 13 wat zo met het leven, schuld en God bezig was…

Nu was ik pedagoog in opleiding en herinnerde me een verhaal van de pedagoog Langeveld die elke handeling van een volwassene t.o.v. een kind vertaalde in de al-of-niet uitnodiging tot de weg naar ”zelfverantwoordelijke zelfbepaling”. Ik zei tegen haar dat ze zelf ook kon/mocht bidden. En ik beloofde haar dat als zij nu zelf zou gaan bidden daarvoor dat ik naar buiten zou gaan en hetzelfde zou doen. En dat heb ik gedaan. Buiten gekomen schoot me het verhaal van Jezus te binnen over gebed dat hij ‘illustreerde’ met de vergelijking met een kind wat aan de vader om brood vraagt dat hij dan toch geen steen zal geven? ” Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden.”(Mattheus 7: 11) Ik wist het; dit gebed zou verhoord worden! Ik ging nog even terug naar de slaapzaal en vroeg aan Johanna ‘Ben je een kind van God?’; ze zei ja. En vertelde haar dat God haar haar vraag niet zou weigeren en dat haar gebed verhoord was en ging weg. De volgende morgen kwam ze naar me toe en vertelde dat ze pas kon slapen nadat ik haar dat verteld had… De zekerheid van vergeving voor die man…

Wat heb ik het vaak verteld… En welke wedergeboortes heeft mijn geloof ondergaan…

Het bleef mij bij, dit verhaal, als een prikkelende herinnering. Johanna ter Steege; zo heette ze. Tot ik vele jaren later ik haar naam weer tegenkwam in de krant. Een Johanna ter Steege kreeg lovende kritieken voor haar rol in de film Guernsey. Een lichte huiver ging door mij heen.. zou zij….? Nee, dat kon niet. Dat zou te toevallig zijn. Maar de nieuwsgierigheid bleef. Ik Googlede om een mailadres te kunnen vinden. Ik schakelde mijn zoon in. Geen link naar haar persoonlijk te vinden. 497Ik gaf het op. Tot mijn vrouw mij op mijn verjaardag  kaartjes cadeau deed voor de voorstelling ‘Hiroshima mon amour’. Een aangrijpende en ontroerende voorstelling over liefde, vreselijke herinneringen en de zoektocht naar..? Zou het vergeving zijn? Een van de beelden die mij raakte was het vele ‘water’ wat ze dronk om iets weg te spoelen? En het water waarmee ze zich aan het eind probeerde te wassen? Was het gieten van het water over zich heen een vorm van doop? Geen idee; als het mijn inlegkunde is dan vind ik dat een heel mooie vertaling… En het met gespreide armen gaan liggen op haar stervende geliefde… Was dat het overschaduwen van de stervende met de lijdende Christus…?

266px-Johanna_ter_SteegeNa afloop van de voorstelling sprak ik haar aan in de foyer. Stelde me voor als Rinie Altena. Het zei haar wel iets maar ze wist niet wat. Ik vertelde haar van een jeugdkamp / Rijssen / huilen / Opa… Ja dat herinnerde ze zich zeker; vooral het huilen. Ze corrigeerde mijn historische/geheugen vertekeningen tot het juiste verhaal. Bij het thema van het hartstochtelijke verlangen naar vergeving werd ze helemaal wakker. Haar regisseuse Karina Kroft, die naast haar stond, zei ‘dat is een thema van je; wat apart!’. En zij beaamde dat. De rest greep me teveel aan me daar nog veel van te kunnen herinneren. Ik meen me te herinneren dat Karina het verhaal een juweeltje of zoiets noemde.. Zij was het! En het hart van het jonge kind was met het ouder worden niet verkalkt! Nog steeds was ze een en al empathie/compassie/geraaktheid. Verlangen naar vergeving en verzoening? Voor alles en iedereen? Anders kun je dit toch niet zo spelen?

Ik weet het niet; natuurlijk overdrijf ik zoals altijd. Ik ben alleen dankbaar dat ik haar twee keer heb mogen meemaken en ik denk dat God haar nog steeds verhoord… Gebeurt verzoening dan nu alleen nog in theater? Ik kom deze geraaktheid en gevecht om verzoening en liefde in de kerk helaas nog maar bij een enkeling tegen…

“and these visions of Johanna are now all that remain”

Lost; verdwaald (2)

I’m lost; naar mijn mening zong ik dat in een prachtige ‘blues’. Het was het einde van een zeer heftige droom waarin ik volledig verdwaald was geraakt temidden van carnaval vierende mensen. Toen ik tenslotte weer verenigd was met mijn ‘Bijvrouwen’ familie(ik was daar met hen op vakantie), inclusief de neven en nichten en hun partners, werd ik, terwijl ik dit ‘I’m Lost’ uit volle borst zong, ontmaskerd door een nieuwe aangespoelde neef. Hij keek mij doordringend aan en begon te vertellen over allerlei zeer gevaarlijke en ernstig gestoorde mannen; de associaties waren niet zozeer trefzeker maar wel zeer duidelijk met een bedoeling iets over mij te zeggen. Ik werd wakker gemaakt door mijn vrouw.

Ik ben een week geleden, na een bezoek aan mijn psychiater, overgestapt op een ander medicijn (Cymbalta -> Lyrica). Er waren allerlei aanwijzingen, de laatste tijd, dat mijn gebruikelijke angsten/stemmingen blijvend de kop op staken. Mijn vrouw ziet dat heel scherp en zegt dan na verloop van tijd: “zijn de medicijnen niet uitgewerkt?”. Natuurlijk vind ik dat een laffe reactie en een vorm van ‘niet nabij willen/kunnen zijn’ aan/in mijn angsten en depressies. Zij noemt zo’n tijd ‘op eieren lopen’. Ik ben dan zeer kwetsbaar en niet makkelijk benaderbaar en zij vind het bedreigend en geeft het na 1 vraag al op. Zij: ‘zoek het dan ook maar lekker zelf uit met je zure gedrag’. Ik: ‘lekker makkelijk; na 1 poging al opgeven..; ben ik niet meer waard?’. Passief/aggressief zou je mijn gedrag kunnen noemen: vol verwijt… Nee, we gedragen ons zeer fatsoenlijk naar elkaar maar het is wel een ijstijd. En dat niet voor het eerst

Bob-Dylan-The-Times-They-Ar-579933It’s a restless hungry feeling
That don’t mean no one no good
When ev’rything I’m a-sayin’
You can say it just as good.
You’re right from your side
I’m right from mine
We’re both just one too many mornings
An’ a thousand miles behind                    

One too many mornings; Bob Dylan

Een systeem van ‘wanen’ noemt mijn psychiater het; mijn angsten en gedachten van verdoeming. Een monoliet van piekergedachten die niet uit te zetten zijn en een volledig eigen leven zijn gaan leiden. Stemmingstoornis (GAS) noemt hij dat. Maar er is, in zo’n tijd waarin die stemming weer gaan domineren zoals nu, voor mij geen duidelijke grensovergang meer tussen mijn ‘waanideeën’ en de werkelijkheid. Voor mij zijn het werkelijke zelfevaluaties die zelfs bepalend (zouden kunnen zijn) voor mijn handelingen. Ik heb het van nabij meegemaakt, wel 8 keer denk ik, in de vorm van bipolariteit. In zijn innerlijke en uiterlijke ‘werkelijkheid’ kreeg hij eindelijk de kans om zijn droom(kasteel) te realiseren. Voor zijn nabije omgeving was het enthousiasme. Volgens mij was hij gek… Volgens hem was ik jaloers.. Het gaat mij hier niet om hem maar om die waanzinnig moeilijk te bepalen grens tussen ‘waan’ en werkelijkheid… Als ik mijzelf evalueer in zo’n stemming blijft er niets van mijzelf over; ben ik alles kwijt.. En geloof me, dat kan voor je-zelf heel overtuigend zijn!de-ziekte-tot-de-dood-s-kierkegaard-9789085066101-voorkant

(Intussen heb ik wel het initiatief genomen om te gaan promoveren… Of zou dat ook een de waan ingegeven handeling zijn. Het onderwerp is: ‘Wanhoop en Spiritualiteit‘.)

Nu gebruik ik dat nieuwe medicijn. Fascinerend! Binnen een halve dag waren die ‘gedachten’ verdwenen. De stemming gehalveerd… En vooral mijn gedrag veranderd. Er komt energie los. Er gaat weer iets stromen. In eerste instantie Boosheid en Expliciet verwijt? en zoek ik de confrontatie die ik maandenlang heb vermeden. Het passieve ben ik kwijt; ruimte voor agressief verwijt… Er gaat weer iets stromen… Volgens mij zijn er geen medicijnen die moord of zelfmoord als bijwerking hebben maar er komen er wel erg veel soorten emoties los in die omslagtijd. Neigingen tot doortastend, ‘te’ rigoureus en desastreus optreden. Ik had bijna heel mijn blog verwijderd en vernietigd. Volgens mij speelt dit vooral als ze werken! Psychiaters en doktoren moeten daar op bedacht zijn.

Terug naar ons nachtelijk ‘Auping overleg’; “Je bent je liefde voor mij wel helemaal kwijtgeraakt de afgelopen tijd..”, constateerde en vroeg ik. Het bleef pijnlijk stil. Eigenlijk wist ik het antwoord wel. Ik zou haar niet gelooft hebben als het antwoord anders zou zijn. Na enige tijd herhaalde ik de vraag. Ik wist het wel maar wilde het uit haar mond weten. Na een herhaalde aarzeling zei ze: “Het is goed dat ik je al zolang ken…”. IMG_Gerda

Wat ben ik trots op haar en op ons. Wat hebben we allemaal wel niet bereikt. Geduld… Wat ben ik haar dankbaar dat zij het met mij uithoud…

(Een eerder blog gaf, achteraf gezien, al aanwijzingen in deze richting…)

lg80130En om nog even in de ‘Blues’ te blijven: ‘Nobody loves you when you’re down and out‘ (en Janis Joplin en deze en deze versie). Maar snappen kan ik dat ook weer wel. We zijn geen aantrekkelijke mensen; de sacherijnige zeurkousen. Die Founding Fathers of the Grumpy old men society.

Writer’s block blog (1)

Het ontbrekende kan niet geteld worden

Het is nu al bijna twee maanden stil geweest op deze plek. Hoe maak je op je website zichtbaar hoe je leven, op de achtergrond van je blogs, zich bij tijden voortsleept zonder dat er een appel van uit gaat om zielig gevonden te worden?

Het gezin waar ik deel van uit mag maken is geen uitzonderlijk fenomeen. Twee volwassen kinderen die na hun studie hun weg zijn gegaan en hebben gevonden. Weinig vasts en vaak onder de zwarte vlag van bezuinigingen; maar ze doen het fantastisch. Twee van een geheel ander kleur nog bij ons thuis die hun stinkende best aan het doen zijn om een goede basis te leggen voor die onzekere toekomst. Daaromheen hebben inmiddels drie fantastische ‘schoon’-kinderen aan/ingehaakt. Een fantastische ‘bunch’ die ook nog eens heel goed bij elkaar passen. De spanning zit hem in de onzekerheden om hen heen. Bezuinigingen, reorganisaties en onzekerheden rondom ‘verblijf’ e.d. zitten hen op de huid. Wij (en zij) houden ons hart vast bij deze verhalen. Maar dit is geen nieuws; dit is er altijd geweest en zal altijd zo blijven. (Alleen is deze crisis wel erg hardnekkig…)

9056701789Maar dat zit me allemaal niet dwars. Kost wel veel energie, maar toch. Is het dat ik 60 ben geworden en twee mensen van heel dichtbij zijn overleden? Mijn schoonzus en mijn laatste en liefste oom? Is het de zo nu en dan weerkerende depressie die opspeelt? Afscheid van vrienden? Dat soort ervaringen waren echter vaak ook weer inspiratie tot schrijven…

>>>>>

Overigens een prachtig interview in Trouw van 26 januari met psychiater Wibo Algra die betrokken is geweest bij de ontwikkeling van de DSM V. Zeer herkenbaar die contaminatie van gevoelens en gedragingen…

Citaat: “We denken dat er bij ziekten als schizofrenie of depressie allerlei symptomen zijn die weer andere symptomen oproepen. Als je somber bent, ga je vanzelf denken dat mensen negatief over je denken. Die gedachten kunnen stemmen worden die je dat vertellen. Dan ga je je misschien wel terugtrekken, je komt niet meer de deur uit en gaat jezelf verwaarlozen. Anderen worden er misschien wel heel angstig van, gaan mensen in paniek bellen of veel drinken. Die oorzakelijke ketens hebben we wellicht gemist. We gingen er te veel vanuit dat symptomen braaf allemaal tegelijk ontstaan door een genetisch probleem. Alsof het levensverhaal van patiënten er helemaal niet toe doet.”

>>>

Nee, er is denk ik sprake van een diepe breuk in mijn leven; het is mijn werk denk ik. De laatste jaren raakte ik betrokken bij het werken aan een inspirerende toekomstvisie voor de school waarop ik werk en een toekomstvisie voor het werkveld van de studenten. Dat gaf mij een boost. Met een paar mensen zouden we nieuwe inspirerende concepten en netwerken bij elkaar gaan brengen of zelf bedenken. Een betekenisvolle bedrijfsvoering voor de agribusiness. En ik zou me vooral richten op ‘de ziel‘ van ondernemen.

In de twee jaar tijd is er geen enkel product uit onze vingers gekomen. Alleen een paar blogjes van mijn hand en een meter boeken in mijn kast. Teveel ego’s om synergie mee te creëren? Heb ik mijn eigen bijdrage/deskundigheid overschat? Ik ben eruit gestapt.. ‘Een heel goed idee’; zei een van de andere ego’s. Pijnlijk dus.. En nu is ook nog eens onze directeur opgestapt die mischien wel de kartrekker was van al deze dingen. Hiermee verliet de ziel de school? Ik wilde nog 6 jaar meewerken aan die toekomst… Voor het eerst denk ik echt aan mijn pensioen…

Bevind ik mij in overgangen die mij in mijn fundamenten raken? Ik ben 60 en definitief een bepaald soort lichaam met bepaald soort mogelijkheden kwijt. Ik heb echt heel erg fantastische en lieve kinderen. Maar voor mijn kinderen thuis ben ik vader en vraag ik van hen geen steun. Maar voor wie de deur uit zijn? Ik merk dat ik op de een of andere wijze zoek naar een nieuw cont(r)act.. In mijn hoofd heb ik vaak het beeld van een meertrapsraket. Wij hebben ze gelanceerd en ik land vervolgens in zee en zij..? Maar nu doe ik aan wat we nu hebben geen recht. Toch is er op een of andere wijze een distantie/afstand? Ik zoek naar beelden en verbindingen ‘over’ die seperatie heen..

Op mijn werk doe ik vaak alleen nog datgene wat ik al jarenlang deed. Nee; ik ben geen ‘Grumpy Old Man’ ook al speel ik daar wel vaak mee. Ik ben nog steeds gedreven; maar mijn werk heeft geen duidelijke bedding en/of helder perspectief meer terwijl mijn lichaam en geest misschien nog wel 25 jaar voor zich heeft (D.V. /Insha’Allah). Ik wil heel graag echte uitdagingen en verbindingen over mijn ‘pensionering’ heen. (Ouder worden en werk) Of is dit mijn ontkenning van de dood? Natuurlijk is opa zijn een mooi iets maar dat is geen ‘werk’? Ik moet heel hard aan de slag om opnieuw geboren te worden… En ik heb wel een idee, maar dat wordt een volgend blog..

Nee ik wil hier geen chachrijn communiceren maar wel leven in zijn weerbarstigheid..

Bob Dylan – “11 Outlined Epitaphs” (1963)

Al’s wife claimed I can’t be happy
as the New Jersey night ran backwards
an’ vanished behind our rollin’ ear
“I dig the colors outside, an’ I’m happy”
“but you sing such depressin’ songs”
“but you say so on your terms”
“but my terms aren’t so unreal”
“yes but they’re still your terms”
“but what about others that think
in those terms”
“Lenny Bruce says there’re no dirty
words . . . just dirty minds an’ I say there’re
no depressed words just depressed minds”
“but how’re you happy an’ when ‘re you happy”
“I’m happy enough now”
“why?”
“cause I’m calmly lookin’ outside an’ watchin’
the night unwind”
“what’d yuh mean unwind?”
“I mean somethin’ like there’s no end t’ it
an’ it’s so big
that every time I see it it’s like seein’
for the first time”
“so what?”
“so anything that ain’t got no end’s
just gotta be poetry in one
way or another”
“yeah, but . . . “
“an’ poetry makes me feel good”
“but . . .”
“an’ poetry makes me feel happy”
“ok but . . . “
“for the lack of a better word”
“but what about the songs you sing on stage?”
“they’re nothin’ but the unwindin’ of
my happiness”