Geeft me iets om voor te sterven‐!
Die Mauern stehen
sprachlos und kalt, die Fahnen
klirren im Winde.
Niet dit maakt de eenzaamheid tot een kwelling:
dat er niemand is die mijn last deelt,
maar dit:
dat ik alleen mijn eigen last te dragen heb. Dag H.
Niet eens zo lang geleden zei een vriend van mij: ‘wij staan er er helemaal alleen voor; het is ieder voor zich’. In zijn schets hoorde ik een bedreigende vorm van eenzaamheid… Het beangstigde mij. Zo ‘verschrikkelijk’ op eigen benen moeten staan vond ik geen aantrekkelijk mensbeeld (eenzaamlijden). Ben ik niet meer van de ‘verbinding’; het samen ergens voor gaan? In een huwelijk, woongroep of vriendschap? Mij beangstigd die eenzaamheid die ik ook bij Dag Hammarskjold lees..
Een centraal thema uit het werk van Thomas Merton, maar meer nog in dat van Henri Nouwen, is dat subtiele verschil tussen eenzaamheid (loneleyness) en alleen (alone) zijn. Je kunt alleen zijn zonder eenzaam te te zijn (en omgekeerd natuurlijk). Ik vind dit ook terug in de brieven van Dietrich Bonhoeffer. Zijn hartstochtelijk pleidooi, in de gevangenis, voor een volwassen christendom heeft hele scherpe analyses opgeleverd. Die ‘individualiteit’ zie ik ook het boek van Dag Hammarskjold. Zou het zo kunnen zijn dat lijden en verzet/inzet je loutert tot op je ware zelf / je ware individualiteit? Maar dat blijkt dan tegelijkertijd de plaats te zijn van de ware verbondenheid met allen/alles/de werkelijkheid.
Die dubbelzinnigheid herken ik bij hen ook in het thema van de stilte en het zwijgen. De stilte die op een prachtige wijze doorwrocht is in het briljante boek over de stilte van Sara Maitland. Ook hierin weer dat loslaten en alleen zijn die uitgroet tot verbondenheid. Hoe meer Thomas Merton zijn hermitage vond hoe dieper zijn verbondenheid over alle grenzen zich ontwikkelde.
Is dit de overgaven aan de ver-niet-iging? Kenosis? De durf om alles te verliezen? Niets te zoeken, niets te willen? En langs die weg vinden/gevonden worden? Als dat zo is vind ik dat niet makkelijk…; zacht uitgedrukt. Dromen, vrienden, doelen en zelfbeelden verliezen is dat de weg die er ook gegaan moet worden? Of is dit een typische oude mannen blues?
De ‘mystieke ervaring’. Altijd ‐ hier en nu ‐ in de vrijheid
die één is met distantie, in de stilte die geboren wordt
uit zwijgen. Maar ‐ deze vrijheid is een vrijheid in daden,
deze stilte een stilte onder mensen. Voor hem die, in de
wereld staande, vrij is van zichzelf, is het mysterie
voortdurende werkelijkheid, een werkelijkheid in de
rustige rijpheid die geschonken wordt door de
ontvankelijke opmerkzaamheid van de aanvaarding.
De weg naar heiliging gaat in onze dagen noodzakelijk
via daden.
Men moet alles voor alles geven.
Dag H.