In therapie 1

Maart 2013 schreef ik mijn laatste publieke blog over mijn stemming. Ik pakte in diezelfde tijd de draad van mijn therapie met Piet van Roest weer op. Vanaf 1999 was ik lange tijd in therapie geweest voor een ‘gegeneraliseerde angststoornis’. Mijn angsten, die eind 2012 waren teruggekeerd, hadden in de nacht inmiddels het karakter van bijzonder onaangename paniekaanvallen gekregen. Ze gingen op den duur zelfs over in dwang- & waan-gedachten-spiralen. Er waren momenten in die nachten dat ik niet meer wist waar ik het moest zoeken. Ik had Piet weer keihard nodig; al was het alleen al voor mijn zoektocht naar een nieuw medicijn.

In mijn dagelijkse leven wist ik mij redelijk overeind te houden. Alleen raakte ik op den duur al mijn zelfvertrouwen kwijt en trok ik mij steeds meer terug/in mijn schulp. Over een inmiddels al wat langere periode trok ik mij terug uit al mijn vrijwilligerswerk bij retraitecentra en ik brak met een zeer intensieve en goede vriendschap van meer dan 20 jaar. Vaak had ik daar plausibele redenen voor. Het was een proces van ‘ontbinding’ waarvan ik veel later pas doorkreeg wat de echte wortel was: een extreem negatieve zelfbeoordeling welke weer een gevolg was een hechtingsstoornis. Ja; ik was naar mijn eigen gevoel een ‘naar kind’ waarvan mijn vader op mijn 15de? zei dat hij ‘nog nooit een dag plezier had gehad’. Denk ik nu te snappen waarom het leven van mijn broer Peter in eenzaamheid eindigde? We waren nogal niet gewild en zeker met teveel; zeker de laatste zes van de tien.

Ik schreef weinig of geen blogs meer en het plan om te gaan promoveren op “wanhoop” verdween in de ijskast. En ik ben zelfs bang dat het in de prullenbak verdwijnt.

Nee; het is geen leuke tijd geweest de afgelopen twee/drie jaar. In ieder geval aan de ‘binnenkant’. Ik denk dat alleen mijn vrouw hier echt iets van merkte. Aan de ‘buitenkant’ verging het me uitstekend. Want er is een zoon getrouwd, een schoonzoon gepromoveerd en een kleinkind geboren; wat niet niks is!

In het laatste jaar (2015) gebeurden er twee dingen die een wending teweeg brachten.

1. Ik had de film ‘Tree of Life’ gezien waarin en jongetje voorkomt waarin ik mij helemaal herkende! In de vervreemding tussen vader en zoon ontwikkelde het kind zich in een steeds meer ‘negatieve’ richting. Hij werd rebels en kreeg zelfs een ‘naar karakter’. Dit was ik! Ik stikte bijna in mijn emoties bij het zien daarvan. Maar als ik dat kind zou begrijpen zou ik ook meer kunnen begrijpen van mijn eigen ontwikkeling!!!

2. Ik schreef in februari een 4-tal vragen op in mijn dagboek en stelde de beantwoording daarvan tot het doel van mijn therapie:

  • ik wil de dynamiek van mijn innerlijk begrijpen
  • ik wil een plek in mijzelf vinden van waaruit ik niet meer meegesleurd wordt in die innerlijke ‘turmoil’
  • ik wil 1 & 2 in een spiritueel licht gaan zien en daarin een plek vinden van nieuwwording/genesis/godsgeboorte
  • en daarin wegen naar/van verbinding met God, mezelf en mijn wereld

100100400617436941EGo8NUcJLWist ik dat ik het kon gaan doorgronden? Dat ik er aan toe was om het door te krijgen? Ik lees heel veel naast en rond mijn therapie en in die tijd kwam ik via het ‘impliciete zelf’ en de ‘ziel’ van Daniel Hell en via halve en hele opmerkingen van Piet bij het mentaliseren terecht. Ik denk niet dat ik ooit zoveel en zo snel heb gelezen. Via deze twee boeken kwam ik terecht in de wereld van de hechting in de vroegkinderlijke tijd en de gevolgen van verwaarlozing en onveiligheid in de baby- en kindertijd. 511HvMeyh3L._SX332_BO1,204,203,200_9200000016502605Ja; mijn moeder was een depressieve vrouw. Ja; ze wilde/mocht geen kinderen meer en heeft de eerste maanden van mijn zwangerschap gehuild. “Ja, vertelde ze later, op den duur ging ik wel van jullie houden maar trok wel het meest naar de makkelijkste van jullie toe…” En ja; mijn vader wist zich geen raad met mijn heftigheid en en sloeg er flink op los (Een herinnering die een broer mij stuurde… Ik was toen 12). Ik had geen leven… Ik verinnerlijkte zelfs deze reacties om mij heen tot een zelfbeschouwing van pure negativiteit: ik ben slecht & levensgevaarlijk & geen plezier om mee te leven. Zelfs de duivel heeft het beter; die is slecht… 51EF-OvP2SL._SX324_BO1,204,203,200_Ik wilde dat niet zijn… Het heeft geleid tot een existentiële angst voor mezelf en een vreselijk ambivalent/chaotisch bindingsgedrag. Zelfs in de religieuze zin! En een diepe onmacht om me te verhouden tot al die heftige innerlijke fenomenen. Want ze lagen diep verankerd in mijn preverbale geheugen en mijn hersenen. Je zou kunnen stellen dat ik er vormen van hersenbeschadiging aan heb overgehouden.

(Mijn ouders verwijt ik niets meer; ook zij waren slachtoffer van…)

9200000005399520

Nu ik dit opschrijf merk ik hoe dankbaar ik ben dat ik eindelijk iets van mezelf ben gaan begrijpen! Mijn vrouw en ik kwamen zelfs terug bij een eerder gelezen boek over hechtingsgedrag in relaties van Sue Johnson. Het maakte veel ‘onmacht’ en ongewilde verwijderingen duidelijk. Nee ik ben niet zo makkelijk/helder in de omgang… De signalen die ik uitzend zijn niet allemaal even makkelijk te begrijpen. Nog steeds niet.

(wordt vervolgd…)

Depressie 4

And if my thought-dreams could be seen
They’d probably put my head in a guillotine
But it’s alright, Ma, it’s life, and life only    Bob Dylan

Laat ik beginnen met te zeggen dat ik dit ‘proces’ met tegenzin afmaak. Maar ik wil een ‘eerlijke pentekening’ van mijn bestaan op deze website… Zo nu en dan kom ik hier, op deze plek van wanhoop, blijkbaar terug.

Het nieuwe medicijn werkte dus niet bij mij. Ik ben weer terug in het oerwoud waar ik, jarenlang heb ingezeten en waar, naar ik hoorde van mijn jongere broer en ook wel wist, mijn moeder veel aan leed…? Ze slikte een groot deel van haar leven rustgevende middelen. Nu ik er zelf weer in zit wil de ‘kleuren’/ingrediënten van deze werkelijkheid schetsen.

film-quasimodo12Quasimodo

Q. is voor mij het beeld van de gevoelige (muzikale) mens die zich heeft teruggetrokken omdat hij/zij denkt dat hij ‘lelijk’ is… Ik was diep onder de indruk van die film in mijn jeugd. Op de een of andere wijze eindigen veel van mijn interacties met mijn omgeving, dezer dagen, in een ‘gekwetste nederlaag’. Noem het ‘slachtoffer’, noem het ‘(aan)klager’; anyway je eindigt bloedend, verwond en met een gevoel van ‘er is iets mis met mij’ / ik ben niet geliefd… Natuurlijk weet ik dat dit niet zo is maar mijn optreden is vaak ook ‘net mis…’; soms ronduit ongelukkig. De vraag is zelfs in welke categorie dit blog valt… Dat heeft ook met een tweede punt te maken.

Deze tweede dimensie in mijn optreden heeft met een kenmerk van mijn persoonlijkheidsstructuur te maken: ik ben een ‘ambivert‘. Ik ben voor een flink deel extravert maar voor een even groot deel introvert. De depressieve ‘ontwikkelingen’ hebben daardoor van de ene kant het effect dat ik de neiging heb mijn lijden uit te venten en/of naar buitengerichte afleiding te zoeken maar er is evenzeer een behoefte om mij terug te trekken. Mijn broer trok zich helemaal terug op/in zichzelf en vereenzaamde. Gelukkig treed ik, hoe ingewikkeld ook, naar buiten. En dan bedoel ik niet eens zozeer dit/deze webblog. Het maakt dat ik onder de mensen blijf en redelijk tot normaal functioneer, in de maatschappelijk zin. Mijn werk is in deze zelfs een gezonde afleiding.

Het derde ingrediënt is de gegeneraliseerde angststoornis; de permanent aanwezige ‘paniek’. Hyperalert; maar dodelijk vermoeiend. Voortdurend een steen die op je borst drukt. Je lichaam en geest afwisselend in de Flight-Fight-Submit-Freeze modus. Zelfs mijn fysieke gang krijgt in deze tijd iets gebogens en kreupel… (zie: Q)

Deze ingrediënten vermalen zich in mijn hoofd tot een heen en weer golvend gepieker waarbij het grootste deel van de gedachten gaan over een vooronderstelde religieuze verlorenheid. Ik ben fundamenteel en totaal ‘niet OK‘. Uiteraard heeft mijn jeugdige kerkelijke achtergrond flink bijgedragen aan deze ‘vorm’ van innerlijke monoloog. Zo werkt het in ieder geval bij mij. Het lastige met dit soort ‘stoornissen’ is dat iedereen heeft te dealen met zijn of haar eigen ‘blend’. Waardoor het bij iemand anders net weer effen anders is… Geen lichaam en/of levensverhaal is hetzelfde…

(Ik weet niet eens meer of ik in mijn blogs wel een keer over mijn opvoeding heb gesproken. Ik had, vanwege de gezondheid van mijn moeder, niet geboren moeten/mogen worden (ze heeft drie maanden gehuild toen ze zwanger was van mij) en mijn vader zei rond mijn zeventiende dat hij nooit een dag plezier van mij had gehad. Ik was een levendig en temperamentvol kind die soms meerde keren per dag een pak slaag kreeg van zijn driftige vader. De boodschap aan mij was in ieder geval dat ik in en in slecht was en dat het nooit goed met mij zou komen.)

Het dagelijkse eindresultaat van dit proces is een gespannen en versomberd mens. Een stressmodus die maar niet op ‘uit’ wil gaan. En wat doe je ‘als niks werkt’? Troostend is het dat ik dit soort stemmingen en verwarringen lees van mensen als Guardini en Henri Nouwen. Ton Lathouwers en zijn Zen. Zij zijn mijn ‘bakens’ in de nacht… Zij brengen mij nergens; zij helpen mij daar te zijn waar ik nu ben.

En natuurlijk ben ik bezig om een nieuw medicijn uit te proberen. Maar voor dat je weet of dat wel of niet werkt ben je weer twee maanden verder…

Na een ontmoeting met een vriendin van ons kwam er nog een lastig aspect van dit soort stemmingen naar voren. Het meest gevaarlijke moment is dat je in je wanen gaat geloven.  Of in de zin van dat iedereen je in de steek laat en dat je het dus wel heel slecht heb getroffen met je omgeving of het moment waarop je in je ‘zelf-evaluaties’ gaat geloven… Of het moment waarop je jezelf met je ‘gedachten en gevoelens gaat identificeren; ‘Ik’ ben die gedachte/dat gevoel…

Now, little boy lost, he takes himself so seriously
He brags of his misery, he likes to live dangerously      Bob Dylan

O ja en muziek. Met een vette glimlach van zelfspot: ‘Nobody knows you when you’re down and out

Eenzaamheid, wanhoop en Identiteit; Paul Verhaeghe

Dit boek, Identiteit, kwam ik tegen; de achterflap en de inhoud waaraan ik even gesnuffeld heb intrigeerde mijn. Ik kwam beschrijvingen tegen die ik zo bij Thomas Merton zou kunnen lezen over de vervreemding: onze marktconforme lege identiteit. Bij nader inzien bleek ik zijn vorige boek ook al te hebben. Paul Verhaeghe is een Belg en een analytisch geschoolde psychiater, die een sterk pleidooi houdt voor een heel andere benadering van veel psychisch leed. Het interview met hem over zijn nieuwste boek door Wim Brands vond ik een verademing (Paul Verhaeghe; 15 min doorspelen  / en hier + Recensie Identiteit). Een paar van zijn inzichten zet ik hier op een rij. Het is natuurlijk onmogelijk om twee boeken in een blog samen te vatten (Interview / Het Einde van de Psychotherapie). Ze lezen als spannende detectives waarbij de ontknoping niet te filmen voor de hand ligt. Maar die eenvoud is absoluut niet ‘simpel’. Ze zijn de essenties van het leven. Ik zie ook wel verbanden met mijn andere blog over het Zelf.

Zijn missie

In de eerste plaats verzet hij zich tegen de mainstream psychotherapeuten die oorzaak van veel van ons moderne lijden, zoals depressies, ADHD e.d., eetstoornissen, fobieën en die in het autistische spectrum, bij het individu en dan nog het meest in de hersenen zoeken. De DSM en de symptoom bestrijding met medicijnen zijn leidend in de ‘korte termijn psychotherapie’. Zijn profetie is dat zij op den duur niets anders bestrijden/onderdrukken dan de uiterlijke conversie verschijnselen. Op basis van zijn jarenlange ervaring, zijn psychoanalytisch perspectief en reflectie, zoekt hij de diagnose en daarmee ook de therapie in een heel andere richting.

Zijn visie

Dat heeft alles te maken met zijn ‘antropologie’. In zijn visie vormt onze ‘identiteit’, ons-zelf-zijn, zich in een dynamische wisselwerking tussen ons lichamelijk-zijn, met zijn driften en affecten, en de directe omgeving/Ander. Dat zijn de opvoeders, de maatschappij en de verdere ‘materiele’ omgeving. Door de tijd heen schrijven wij het verhaal van wie en hoe wij moeten, willen en kunnen zijn. En dat wordt een al of niet leefbaar kunstwerkje; de identiteit. In dat kunstwerk zit een zeer kwetsbare dualiteit/polariteit verweven. Een zeer dynamisch en complex heen en weer tussen verbondenheid / identificatie/ solidariteit met de Ander en die van het Zelf/ autonomie/ individualisering / separatie / vrijheid en op jezelf zijn. Nog een keer; deze ‘identiteit’ heeft alles met mijn eigen lichamelijkheid en contextualiteit te maken. Inclusief de daarin centrale ‘driftregulering‘. Dit voortgaande verhaal kan ‘goed genoeg’ lukken of ernstig vastlopen/mislukken zoals ik al zei.

Zijn diagnose

Zijn stelling is nu dat in onze tijd dat evenwicht verloren is gegaan als gevolg een ontwrichtende maatschappelijke / collectieve ontwikkeling waarin de verbinding/solidariteit geen bedding meer vind en waarin de autonomie is verdampt/gecorrumpeerd/ingepikt door collectivisering in mode en trends. De ‘ultieme vervreemding’ zou Thomas Merton dit noemen. De symptomen van deze ‘verloren identiteit’ zijn een diepe wanhoop, eenzaamheid en angst. We weten niet wie we zijn en waartoe wij dienen. Een diep existentiële crisis. Hij noemt het de ‘actuaalneurose’. We zijn de dialoog tussen innerlijk (ons lichaam) en uiterlijk (de omgeving) kwijtgeraakt; of nog erger wij zijn nooit echt aan dat ‘gesprek’/ die verwoording en verbeelding begonnen. Al die moderne psychische ziekten zijn een symptoom van de diepe existentiële wanhoop, angst en eenzaamheid.

De therapie

Zoals ik het zie en lees wordt de therapie hiermee niet een corrigerende emotionele setting die zich focust op trauma’s zoals vroeger, maar een liefdevolle en gezagvolle ‘spiegelende’ relatie waarin de mensvorming vanuit de eigen diepte misschien wel voor het eerst kan gaan plaatsvinden. Authentieke identiteitsvorming. Wie ben ik, wie mag ik zijn en wie wil/kan ik worden. Hij ziet hierin nieuwe eisen aan de politiek, samenleving, opvoeding, onderwijs en management.

Is dit nieuw? Nee ik herken hier Terruwe, Hermans, mindfulness en de narratieve psychologie in. Een boek waar ik lezend, vaak aan moest denken, was dat van Mark Epstein, Gedachten zonder denker, wat ook ‘het afwezige zelf’ in de moderne westerse mens als kernprobleem definieerde. Dus niet een teveel aan zelfliefde maar een diep ‘tekort’; een diepe onmacht om zich tot zichzelf en de wereld te verhouden. Een identiteitsvorming die al zeer snel de weg is kwijtgeraakt. Dit boek heb ik wel drie keer gelezen. Ook omdat hij hierin een relatie legt met Zen. En ook over de illusies over wie wij zelf zijn. Blijkbaar blijft de vraag naar wie wij zelf zijn, mogen zijn, moeten zijn de/een kern. Maar die kern ontdekken wij alleen in een voortgaande dialoog/gesprek met ons Zelf en de Ander die een ‘spiegel’ voor ons wil zijn. Liefdevol maar wel met gezag (Brinkgreven en Dwang). Goede geestelijke begeleiding kan en moet dit zijn. De bron hervinden van wie je mag zijn…

Daarmee bezig zijn is dan dus iets meer dan een hobby. Deze website is misschien wel een lange poging om mijn eigen innerlijke en maatschappelijke weg te vinden in deze soms schijnbaar waanzinnige werkelijkheid. Mijn spirituele en existentiële topografie / biografie / identiteit. Mijn ‘Talking/Writing cure’. En als dit blog niet uitnodigt de interviews te bekijken, de recensies te lezen en/of een van de boeken te gaan lezen heb ik mijn werk niet goed gedaan.

Thomas Merton; uit zijn dagboeken 3 Over ons zelf

Een van de meest bekende teksten van Thomas Merton is zijn ‘Louisville‘ ervaring.  Maar lezend in zijn dagboek kwam ik nog een paar teksten van hem tegen, uit dezelfde tijd (1958), die ook iets weergeven van de fundamentele doorbraak naar heel nieuwe perspectieven in zijn theologie. Deze teksten geven blijk van een, voor mij, heel ‘andere’ kijk op God, onszelf en de wereld om ons heen. Voor mij werkt deze wijze van theologiseren genadevol verbindend en dynamiserend. Ik heb ze vertaald. Vertalen is overigens een prachtige vorm van geestelijke lezing.

Hier de opening met een prachtige natuurbeschrijving en vervolgens een verhelderende overdenking over ons zelf.

2 Oktober 1958 Feest van de Beschermengelen

Schitterende en verrukkelijke dag, heldere zon, licht briesje die alle blaadjes en het hoge bruine gras doen glanzen. Het zingen van de wind in de cederbomen. Uitbundige dag waarin zelfs een modderpoel in de zwijnenstal blinkt als kostbaar zilver.

foto Thomas Merton

Ik kom uiteindelijk tot de conclusie dat mijn hoogste ambitie is te zijn wat ik allang ben. Dat ik nooit mijn plicht zal vervullen om mijzelf te overstijgen als ik niet eerst mijzelf accepteer. En dat ik zelfs dan, als ik mijzelf volledig op de juiste wijze accepteer, mijzelf al overstegen heb. Want het is mijn niet geaccepteerde zelf wat in de weg staat en zal blijven staan zolang het niet geaccepteerd is. Als het geaccepteerd is – is het mijn opstapje naar wat wat boven mij is. Omdat dit de manier is waarop de mens door God geschapen is. De Oerzonde was de poging zichzelf te overstijgen door “als God”- en dus ongelijk onszelf, te zijn. Maar ons gelijke op God begint thuis. We moeten eerst als onszelf worden en en stoppen met het leven “buiten onszelf”.

11 april 1964

Ik denk dat het nu toch het moment is om terug te komen op alles wat ik heb gezegd over je “echte zelf”, enz., enz.. En dat ik moet zeggen dat er uiteindelijk geen verborgen mysterieus “echt zelf” is, iets anders dan of “verborgen achter” het zelf dat je bent. Het “echte zelf” is geen ding/object. Ik heb dat volledig verkeerd voorgesteld door de schijn van een belofte dat het, op de een of ander wijze, te kennen zou zijn. Soms als beloning voor diepzinnig inzicht en/of oprechte toewijding. In ieder geval als een geestelijk spitsvondige lenigheid om de realiteit een stap voor te blijven. Het empirische zelf moet echter ook niet als volledig “echt” worden gezien. Dit is het punt waarop illusies beginnen.

Mei 1965 (Day of a Stranger)

In een tijd waarin er veel gepraat wordt over het “jezelf zijn”, behoud ik voor mijzelf het recht om mezelf te vergeten, aangezien er maar een hele kleine kans is dat ik iemand anders ben. Ik heb veel meer de indruk dat men, wanneer men zo gefocust is op het “zichzelf zijn”, het risico loopt een schaduw te imiteren.

zie ook deel 1 / deel 2

Thomas Merton; uit zijn dagboeken 2 God en Mens

Een van de meest bekende teksten van Thomas Merton is zijn ‘Louisville‘ ervaring.  Maar lezend in zijn dagboek kwam ik nog een paar teksten van hem tegen, uit dezelfde tijd (1958), die ook iets weergeven van de fundamentele doorbraak naar heel nieuwe perspectieven in zijn theologie. Deze teksten geven blijk van een, voor mij, heel ‘andere’ kijk op God, onszelf en de wereld om ons heen. Voor mij werkt deze wijze van theologiseren genadevol verbindend en dynamiserend. Ik heb ze vertaald. Vertalen is overigens een prachtige vorm van geestelijke lezing.

Wat mij hier aanspreekt is de creatieve samenwerking tussen God en ons.

3 Augustus 1958

Altijd hele mooie inzichten te vinden bij Romano Guardini over Voorzienigheid.
Bijvoorbeeld, dat de de wil van God niet een ‘lot’ is waaraan we ons onderwerpen, maar een creatieve handeling, in ons leven; wat iets totaal nieuws realiseert (of daarin faalt). Iets wat tot dan toe totaal niet te voorzien was volgens de gangbare wetmatigheden en schijnbare patronen. Onze samenwerking (het eerst zoeken van het Koninkrijk van God) bestaat niet in het eenvoudigweg gehoorzamen aan wetmatigheden maar bestaat in het openstellen van onze wil voor deze creatieve daad, welke wij moeten zien te hervinden in en door onszelf, van de wil van God.
Dit is mijn ultieme doel – alles opzij zetten. Ik wil niet alleen maar voor en door mijzelf een nieuw leven en een nieuwe wereld creëren, maar ik wil dat God hen in en door mij schept. Dit is cruciaal en fundamenteel – hiermee kun je dus nooit alleen maar simpelweg een Marxistisch communist zijn.
Ik moet een nieuw leven leiden en er moet een nieuwe wereld tot aanzijn worden geroepen. Maar niet door mijn plannen en door mijn rusteloze activiteit.

Deel 1 Inclusieve Christus Deel 3 Over ons zelf

Hoe ver kan je gaan….?

‘Je reinste exhibitionisme….’ zei een goede vriend na een bezoek aan mijn website.

Maar ja wat moet ik dan. Van mijn kinderen kreeg ik op mijn kop dat wat ik op Facebook deed ‘niet maken kan; daar is facebook niet voor…; doe dan een blog’.

Want ja, wat wil ik… Ik wil iets zeggen…; laten zien. Maar ik wil het anders doen dan de meeste mensen op de sociale media. Ik wil echt iets van mezelf laten zien; in al zijn kleinzieligheid maar ook in mijn pogingen iets van mijn leven te maken. Mezelf niet mooier voordoen dan ik ben. Maar ik wil ook iets laten zien van mijn ervaringen en vondsten op het gebied van spiritualiteit.. Een publiek uithangbord. Een ‘Winkel van Sinkel’ van mijn gedachten. Een uitstalling van mijn spiritualiteit op het personale niveau. Toegankelijk en hopelijk leesbaar(kort dus). Een boek/ dagboek/ artikel/ preek daar komt het niet van. Waarom zou ik dit dan niet mogen uitproberen?

En ja daar maak ik ook iets heel persoonlijke van… Eerlijk; zonder franje. Ook omdat ik denk dat daar God gevonden wordt… Zelfs in het mislukken van vriendschappen? Of iemand daar iets mee kan? Moet blijken.