Vanaf mijn studententijd wil ik al weten hoe wij ‘in elkaar steken’. Filosofie, antropologie en psychologie waren mijn ‘hoofdvakken’. Ik wilde de structuur en dynamiek van ons ‘zijn’ in kaart hebben. Vandaar mijn poging om dat weer eens op een rij te zetten. Of ik daarbij met God begin of eindig maakt mij niet zoveel uit. Naar aanleiding van het prachtige boek ‘Dieper dan het diepste zelf’ en mijn verlangen om een serie lezingen over God en ons Zelf te organiseren (met de Hezenberg) ben ik gaan tekenen.
Laat ik beginnen met mijn Godsbeeld. In deze ‘topografie’ probeer ik 4 perspectieven op God in beeld te brengen. Het is vier keer hetzelfde zeggen. God als de scheppende, alles dragende en allesdoordringende liefdevolle werkelijkheid. Hagia Sophia (godheid bij Eckhart?) als oorsprong/bron. De dynamische, kenotische en scheppende werkelijkheid onderling wordt prachtig beschreven door Meister Eckhart:
Zijn is God. God en zijn, zijn het zelfde – of God heeft het zijn van een ander en is dus zelf niet God. Alles wat is, heeft het feit van zijn bestaan door te zijn en uit het zijn. Als daarom Zijn iets anders is dan God, ontleent een ding zijn bestaan aan iets anders dan God. Bovendien is er niets dat aan het zijn voorafgaat, want dat wat het zijn verleent, schept en is schepper. Scheppen is het zijn geven uit niets.
Het NU waarin God de eerste mens schiep en het NU waarin de laatste mens verdwijnt en het NU waarin ik spreek, zijn alle hetzelfde in God waarin alleen HET NU is…
“ What has no essence, does not exist. There is no creature that has essence, because the essence of all is in the presence of God. If God went out of the creatures even for a single moment, they would disappear into nothingness.”
En dan nu naar ons zelf. In allerlei tradities wordt een nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen ons ware en onechte zelf. Ik lees hierin twee ‘wijzen van zijn’ in deze wereld. Het valse zelf is daarbij een tegenstelling met het tweede in de zin dat zij niet ziet/weet wat het andere zelf wel ‘weet’. Het valse zelf leeft ‘zonder ziel’ en weet niet dat zij ‘hangt in God’ (Ruusbroek). Het ware zelf neemt de eerste werkelijkheid wel in zich op alleen op een heel andere wijze. Beide wijzen van zijn hebben wel gevolgen voor het dagelijkse leven. Je zou kunnen zeggen dat het tweede door en door aards is maar daar heel anders in leeft. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat de eerste wereldvreemd is omdat ze niet door heeft waar ze uit leeft en waar naartoe. Ook hier weer Meister Eckhart:
Fragment uit preek 4 van Meister Eckhart
Zo waar als de Vader in zijn enkelvoudige natuur zijn Zoon natuurlijk baart, zo waar baart hij hem in het binnenste van de geest, en dit is de innerlijke wereld. Hier is Gods grond mijn grond en mijn grond Gods grond. Hier leef ik uit mijn meest eigene, zoals God uit zijn meest eigene leeft. Wie ooit slechts een ogenblik lang in deze grond zou kijken, voor die mens zijn duizend marken rood geslagen goud evenveel als een valse penning. Vanuit deze binnenste grond moet je al je werken verrichten zonder waarom.
De mysticus leeft dus niet in een andere wereld maar beleeft haar volledig anders! Zij weet van haar ‘Grunt’ en hoeft zichzelf niet meer te redden. Zij weet dat ze ‘de geliefde zoon/dochter’ is en leeft dus rijk. Zij gaat zelfs actief deelhebben aan die kenotische en scheppende beweging. Als je dan denkt dat dat ‘geen kruis’ betekent dan heb ik het nog niet voldoende duidelijk gemaakt. In beelden:
Ruusbroek:
Het hoogste van de natuurlijke weg is het wezen van de ziel. Die hangt in God en rust in haar. Zij is hoger dan de hoogste hemel en dieper dan de bodem van de zee en wijdser dan heel de wereld met al haar elementen. (eigen vertaling pagina 114)
Die wezenlijk eenheid van onze geest met God bestaat niet in zichzelf maar zij verblijft in God, zij komt uit God voort, zij hangt in God en zij keert terug in God als haar eeuwig thuis. Zij raakt nooit afgescheiden en blijft trouw aan haar oorsprong. … En deze eenheid is boven tijd en plaats verheven en is een voortdurende scheppend werken van God. (118)
Je hier aan toevertrouwen, dit weten; dan is je leven toch een goddelijk kunstwerk in wording?
Ja het is een drieluik geworden; deze serie over mystieke antropologie. Over de Bron (+), ons zelf (+) en de wereld(+).
Pingback: In therapie (3) ‘Be-Vindplaats’ van ‘Gd’ | Rinie Altena
Pingback: In therapie (3) ‘Be-Vindplaats’ van ‘Gd’ | Rinie Altena