prof M.E. Brinkman over ‘bloed’ en offer

Dit is een deel uit een toespraak (Jezus gelaat van God)voor Remonstranten / 2008  

Plaatsvervanging en navolging

Jezus kan alleen maar als ‘model’ voor de doorwerking van het goddelijke in ons
leven fungeren, wanneer we het belang van zijn levensinzet voor ons eigen leven
aanvaarden.
Jezus’ ‘vergoddelijking’ heeft immers alles met zijn kruisdood te maken.
Zijn kruisdood staat voor zijn plaatsvervangend intreden voor ons.
Dat intreden heeft als doel verstoorde verhoudingen te herstellen. Verstoorde
verhoudingen tussen God en mens en tussen mensen onderling vanwege
geborneerde ik-gerichtheid die vanaf Augustinus als dé definitie van zonde geldt.
Die fixatie op het eigen ik wordt christelijk gesproken doorbroken door een
levensoffer dat bevrijdende, vergevende kracht losmaakt.
Het symbool daarvan is bloed.
Haast in alle culturen is bloed het centrale symbool voor de essentie van het leven.
Bloed wordt vaak verbonden met de levensinzet voor anderen.
Het was voor mij de afgelopen jaren nieuw om te signaleren dat Afrikaanse en
Aziatische christenen de betekenis van Jezus’ leven vaak illustreren aan de hand
van in hun culturen al eeuwenlang bestaande verhalen of mythen over het met de
inzet van eigen leven intreden voor anderen.
Het valt me tevens op dat zoveel moderne films deze bevrijdende levensinzet voor
anderen als centraal motief kennen en zo als het ware anonieme Jezusfilms zijn.
Ik denk dan aan films als ‘Breaking the waves’ en ‘As it is in heaven’. Steeds valt het
me daarbij ook weer op hoe haarfijn moderne filmmakers de onthullende betekenis
van bloed kennen. Mijns inziens is er dan ook geen existentiële christologie mogelijk
zonder de verwijzing naar de cruciale rol van bloed. Daarvoor is bloed een te
belangrijke levenservaring.
Ik realiseer me terdege dat ik me met dit pleidooi voor het belang van het ‘intreden
voor’ op glad ijs begeef.
Toch staat hier alles op het spel.
Zonder deze notie lijkt me geen menswaardig leven mogelijk.
We zijn letterlijk vanaf het eerste uur dat we leven afhankelijk van iemand die voor
ons in wil treden.
Zoals altijd kan echter ook hier het mooiste in één handomdraai omgedraaid worden
tot het lelijkste.
Dan verandert ‘intreden voor’in ‘de ander zich voor jou op laten offeren’.
Dat risico bestaat vooral daar waar de oproep tot ‘intreden voor’ bij voorkeur tot
slechts bepaalde groepen of een specifieke sexe wordt gericht.
Vooral vrouwelijke theologen hebben hier een gevoelige antenne voor.
Ook onder hen echter – zoals bij de Nederlandse theologe Van Heijst en de
Ghanese theologe Oduyoye – groeit het besef dat hier het kind niet met het badwater
moet worden weggegooid. Misbruik diskwalificeert immers lang niet altijd het gebruik.
Daarom luidt mijn derde en laatste vraag: Waarom wordt in dit boek zo weinig over
bevrijdende plaatsvervanging gesproken?
Juist de moderne film biedt toch aanknopingspunten genoeg hier in nieuwe beelden
over te spreken?
Een laatste verwijzing in dit verband tot slot. Eergisteren zag ik in Utrecht de film
Cordero de Dios van de 34-jarige Argentijnse regisseuse Lucia Cedron. Met deze
film maakte ze haar fimdebuut in januari op het filmfestival te Rotterdam.
De titel betekent: Lam Gods, agnus dei, en gaat over de ‘vuile oorlog’ in Argentinië in
de jaren zeventig onder generaal Videla.
Zelf heeft ze in die oorlog ook haar eigen vader verloren. In die film gaat het over
vuile handen, over liefde, over niet kunnen vergeven, over losgeld en over een
speelgoedbeest, een lammetje.
In de film wordt ook een echt lammetje geboren. Midden in de film en het wordt
herhaald bij de aftiteling wordt er door vader en dochter een kinderliedje gezongen
waarvan de tekst gaandeweg alles op zijn kop zet. Vaste woordverbindingen worden
verwisselend.
De lammetjes zijn boosaardig en de wolf vriendelijk.
Letterlijk wordt er gezegd dat de wereld wordt omgekeerd: het lijkt me de essentie
van het evangelie van het lam Gods, verkondigd in een Utrechtse bioscoop.

M.E. Brinkman is hoogleraar interculturele theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en publiceerde De Niet-Westerse Jezus. Jezus als bodhisattva, avatara, goeroe, profeet, voorouder en genezer, Zoetemeer: Meinema, 2007.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s