Ik ben de vier kerstpreken van Meister Eckhart (1260-1338) onder leiding van Welmoed Vlieger gaan lezen. Het onder professionele leiding dit soort oude teksten lezen was mij al bekend van de opleiding aan het Titus Brandsma Instituut. Een fantastische ervaring. We lazen de vertaling van C.O. Jellema maar haalden er ook de Duitse grondtekst van Josef Quint bij. Ik zal per preek een paar citaten weergen die mij raakten of sleutelmomenten zijn.
“Een van de belangrijkste thema’s in het werk van Meister Eckhart vormt het thema van de Godsgeboorte in de grond van de ziel. Voor Eckhart is de natuur van de mens, in de zin van zijn vervulling/voleinding (Aristoteles), de vereniging met God. Maar wat is de implicatie van dit deelachtig zijn aan God, voor die mens? En waar wordt hij in de kern deelachtig aan? Wie of wat is nu precies deze God van Eckhart?” (citaat Welmoed) En de vraag naar hoe we daar ‘deel’ aan krijgen ….
(zie hier een uiteenzetting van Welmoed Vlieger of een pdf Eenvoud bij Meister Eckhart)
Preek 1 / 2 / 3 / 4
Als voorproefje fragmenten uit een andere preek van Meister Eckhart
Menswording: over vrijheid en leven zonder waarom.
Zo waar als de Vader in zijn enkelvoudige natuur zijn Zoon natuurlijk baart, zo waar baart hij hem in het binnenste van de geest, en dit is de innerlijke wereld. Hier is Gods grond mijn grond en mijn grond Gods grond. Hier leef ik uit mijn meest eigene, zoals God uit zijn meest eigene leeft. Wie ooit slechts een ogenblik lang in deze grond zou kijken, voor die mens zijn duizend marken rood geslagen goud evenveel als een valse penning. Vanuit deze binnenste grond moet je al je werken verrichten zonder waarom.
Als je duizend jaar lang aan het leven zou vragen: ‘waarom leef je?’- en als het kon antwoorden, zou het niets anders zeggen dan: ‘ik leef omdat ik leef.’ Dat komt omdat het leven uit zijn eigen grond leeft en opwelt uit zichzelf. Daarom leeft het zonder waarom, zelfs hierin dat het voor zichzelf leeft. Als je nu een waarachtig mens die werkt vanuit zijn eigen grond, zou vragen: ‘waarom doe je je werk’- en als hij goed zou antwoorden, zou hij niets anders zeggen dan: ‘ik werk omdat ik werk’.
Waar het schepsel eindigt, daar begint God te zijn. Nu verlangt God niets meer van je dan dat je op het vlak van je zijnswijze als schepsel uittreedt uit jezelf en God God laat zijn in je. Het geringste geschapen beeld dat zich ooit in je heeft ingeprent, is even groot als God groot is. Waarom? Omdat het je een hele God verhindert. Overal waar dit beeld in je binnengaat, moet God en zijn hele godheid wijken. Waar dit beeld uit je weggaat, gaat God binnen.
Nu dan, lieve mens, wat schaadt het je als je God vergunt God in je te zijn? Treed volledig uit jezelf omwille van God, dan treedt God volledig uit zichzelf om jouwentwil. Wanneer deze beide uittreden, dan is wat blijft een enkelvoudig één. In dit ene baart de Vader zijn Zoon, in de binnenste welling. Daar bloeit de heilige Geest uit en daar ontspringt in God een wil die toebehoort aan de ziel. Zolang de wil onaangeroerd blijft door de schepselen en alle geschapenheid, is de wil vrij.
Pingback: Gerben Heitink; Golfslag van de tijd | Rinie Altena
Pingback: Over God iets zinnigs zeggen.. | Rinie Altena
Pingback: Over ‘de ‘wil’ van god/natuur’ bij Spinoza en Jan Knol | Rinie Altena
Pingback: Marius Noorloos: Evangelisch-orthodox; de toekomst? | Rinie Altena
Pingback: De glans van het gewone / Frans Maas | Rinie Altena
Pingback: Lectio Divina; de spirituele lezing van een psalter | ePsalter
Pingback: Mystieke antropologie | Rinie Altena
Pingback: Mystieke / Contemplatieve antropologie 2 | Rinie Altena
Pingback: Een echte depressie? | Rinie Altena
Pingback: In therapie (3) ‘Be-Vindplaats’ van ‘Gd’ | Rinie Altena
Pingback: In therapie (3) ‘Be-Vindplaats’ van ‘Gd’ | Rinie Altena
Pingback: Een echte depressie? (3) | Rinie Altena
Pingback: Mystieke / Contemplatieve antropologie 2 | Rinie Altena
Pingback: Mystieke / Contemplatieve antropologie 1 | Rinie Altena
Pingback: Gerben Heitink; Golfslag van de tijd | Rinie Altena
Pingback: Over ‘de wil’ van god/natuur’ bij Spinoza en Jan Knol | Rinie Altena
Pingback: Over God iets zinnigs zeggen..; Ignace Verhack | Rinie Altena