Lieve ‘gd’
(ik wil mij geen beeld maken van ‘U’..)
Wat kan ik van U/je verwachten?
Wat U van mij?
Wat kan ik?
Wat doet U?
Ben ik de maker van mijzelf?
Ben ik baas in mijn zelf?…
….. hoe vrij …?
(… daar geloof ik niet zoveel van… en ik hoef ook geen baas te zijn over U …)
Maar wat wat mag ik hopen?
wat geloven?
vertrouwen?
Ik verzoek U om een genadige
bejegening / schenking
van&voor mij en de mensen om mij heen
en allen
Hoe kan ‘dat’ ‘zo’ zijn..
U
ik
wij
allen
alles
in U
….