“Datgene waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.” (Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen.) Tractatus, Ludwig Wittgenstein
Dat is dan ook de laatste jaren in de psychologie, filosofie en sociologie, zelfs wel een beetje in de theologie gebeurd. Na de jaren zestig is er in Nederland weinig of niets meer gepubliceerd over de ziel. Wittgenstein zelf echter, zegt niet dat het er niet is.. De afgelopen jaren ben ik echter meerdere pleidooien tegengekomen waarin het belang van het nadenken over ‘de ziel’ in ons menselijk bestaan weer wordt onderkent. Lees ze zelf; maar een paar opmerkingen wil ik aan de hand van hen behandelen.
Herman De Dijn doet in zijn boekje een paar mooie uitspraken.
“De herontdekking van de mens als persoon is niets anders dan de herontdekking van de ziel“(56)
“Het probleem met de aanvaarding van de ziel is niet een tekort aan informatie of evidentie, maar de individuele of collectieve blindheid voor de noden van mensen, van menselijke lichamen, voor de smekende of gebroken blik.”(57)
“…hangt samen met de vanzelfsprekendheid waarmee we de menselijke spierbewegingen zien als lachen of menselijke klanken als zinnen en liederen. Al deze ‘interpretaties’ zijn even verwonderlijke vormen van bezieling, even onmysterieuze mysteries.” (57)
Vervolgens twee filosofen die een poging doen om de ziel weer op te nemen in onze overwegingen over onszelf. Het eerste is een boekje van Gerard Visser. (komt nog)
Het tweede is een vertoog over de ziel, in de vorm van een dagboek, van Joke Hermsen; ook een filosofe; Windstilte van de ziel. ‘hij de ziel ervaren heeft, bijvoorbeeld als hij tot tranen toe geraakt werd door en gezicht, een gebaar, een landschap, een muziekstuk of simpelweg door het suizen van de stilte. Maar ook als het zachtjes in hem begon te knagen en er een stem was die fluisterde: ‘je moet weg’ of: ‘ je moet je leven veranderen’. De mens ervaart iets wat hij niet kan waarnemen noch benoemen of beredeneren, maar wat hem wel degelijk beïnvloedt en motiveert. Hij voelt dit surplus als iets duisters en onoverkomelijke, maar ook iets waaraan hij wel moet gehoorzamen wil hij degene worden die hij is. …. Zodra je de weg van het onzegbare surplus van de mens inslaat, bewandel je ook de weg van de ziel. … De ziel opent de verbinding (religare) tussen ons ik en ons onbewuste zelf, maar laat ons ook de verbondenheid met anderen en de wereld ervaren.(74,75)