Een rabbijn vroeg aan een vooraanstaand lid van zijn gemeente: ‘Als ik u ontmoet, hebt u altijd haast. Waar zit u toch voortdurend achteraan?’ De man antwoordde: ‘Ik zit achter succes aan, achter een levensvervulling, achter de beloning voor al mijn inspanning.’ Daarop zei de rabbijn: ‘dat zou een goed antwoord zijn, aangenomen dat al die zegeningen zich ergens vóór u bevinden en u proberen te ontglippen, en dat u ze wel zult inhalen als u maar hard genoeg loopt. Maar zou het niet kunnen zijn dat die zegeningen zich achter u bevinden, dat ze naar u op zoek zijn. En dat het moeilijker voor ze wordt om u te vinden, naarmate u harder loopt?’