“Ik zal je iets leren”, zei een meester tot een zelfvoldane geleerde.
“Wat ik je bij zal brengen, is belangrijker
dan wat in al de heilige schriften is genoteerd.”
De geleerde, een en al oor, een en al ongeduld,
smeekte de meester om er onmiddellijk mee te starten.
Zei toen de meester: “Ga meteen buiten in de regen staan,
leg je hoofd in je nek en spreid je handen ten hemel.
Je eerste openbaring zal niet lang op zich laten wachten.”
Een uur later drentelde de geleerde als een verzopen kat binnen
en zei: “Ik heb gedaan wat u me opdroeg.
Dat koude regenwater stroomde in beken langs mijn lichaam.
Ik voelde en voel me een volslagen idioot.”
“Wel,” monkelde de meester,
“is dat besef als start geen fantastische openbaring?”