Als kind was ik een vrome jongen,
vurig in gebed en devotie.
Op een keer zat ik met mijn vader in een nachtwake
met de heilige koran op mijn schoot.
In de kamer begon iedereen te knikkebollen
en het duurde niet lang of allen dommelden in.
Daarop fluisterde ik:
“Vader, niemand opent zijn slaapogen
of richt het hoofd op om te bidden.
Ze zijn precies allemaal dood.”
Zijn antwoord, dat ik nooit vergeet, was:
“Zoonlief, ik zou je liever ook in slaap zien vallen zoals zij,
dan dat je over hen roddelt.”
SHAYKH SA’DI van Shiraz