Ik werd geprikkeld door een gesprek met een denker op het gebied van de vorming van studenten. Die ontmoeting had te maken met de zoektocht van onze hogeschool naar de vraag naar de betekenis / zingevingsdimensie van ondernemen en de opleiding. Ik reken dat zelf tot het gebied van de ziel en spiritualiteit.
Zelf heb ik spiritualiteit ooit omschreven als:
Het persoonlijke proces en resultaat van de verwerkelijking van een grondinspiratie in alle facetten van het leven (in de vorm van verinnerlijking en veruiterlijking). Dit gebeuren is contingent en gesitueerd.
Deze verwerkelijking is geen aspect van ons leven maar is de alles omvattende en integrale dimensie van ons wezen. We ‘hebben’ geen spiritualiteit; wij zijn het. Het heeft daarbij een niet ‘uit te spreken’ dimensie. Ons menszijn is een geheim. Zodra we van aspecten of dimensies van spiritualiteit spreken reduceren we en ‘verkrachten’ we hetgeen we proberen te bespreken. Alsof je een mop gaat uitleggen… Toch willen we ermee kunnen werken en zoeken we naar hanteerbare omschrijvingen.
Als we nu spreken over vorming en ontwikkeling van spiritualiteit zullen we duidelijk moeten maken wat we vormen en hoe we dat doen. Het eerste heeft te maken met welk aspect/dimensie van ons menszijn we daarin raken en het tweede met de kijk op ‘leren’. ‘Wetenschappen’ die zich met die spirituele vorming bezighouden zijn: antropologie / (contemplatieve) psychologie / (ped-)agogiek / sociologie / filosofie / ethiek / theologie e.d.
Bij het wat kun je daarbij denken aan: lichaam / denken / voelen / ervaren / bewustzijn / willen / waarden / handelen / situatie / sociaal-culturele context en alle mengvormen hiervan. Hier krijgen alle zaken een ‘vorm’ en inhoud. Het moment van een resultaat.
Bij het hoe kom je daarbij terecht bij allerlei leertheorieën: Leren door doen (bijv. imitatie) / cognitieve leertheorieën / leren door handelen en reflectie (bijv. ervaringsleer) en de rol van begeleiding hierbij(bijv. coaching). Dit is de proces kant waarin de transformatie plaatsvind. Het (ont)vormen.
Nu is het grote probleem bij spirituele vorming dat dat een ‘integraal/allesomvattend’ fenomeen is en daar past de reductieve wetenschappelijke conceptuele taal eigenlijk niet bij (Contemplatieve psychologie, 32). Hier past alleen de symbolische en narratieve ‘taal’ en dan gaan heel andere woorden en beelden een rol spelen zoals: Levensweg en levensverhaal (met z’n bewuste en onbewuste dimensie) en de mystieke ‘ervaring’ en de contemplatieve weg. Kees Waaiman spreek dan van de godmenselijke omvorming. Waarover je niet wetenschappelijk kan spreken moet je misschien in oude en nieuwe ‘beelden’ iteratief spreken. Of zoals een jonge niet gelovige regisseur zei: ‘ik merk dat ik in mijn werk steeds meer gebruik begin te maken van religieuze beelden’.
Wat ik dus wil zeggen is dat men in de dimensie van de spirituele vorming zich moet bedienen van bijpassende concepten, instrumenten en technieken. Ik denk dan aan verhalen, symbolen en beelden ; geestelijke oefeningen e.d..
Als we het dan hebben over het wat dan valen er woorden als hart, levensgeheim en ziel en bij hoe dan praten we over (weder)geboorte en verlichting; over contemplatie en gaan ‘horen’ en ‘zien’. ‘Toeleg’. En om het geheel nog complexer te maken is er nog een ‘ander’ in het spel betrokken waardoor je er geen pijl op kunt trekken… Bewust geleefde spiritualiteit leeft hiervan / hieruit; eerbied en sensitiviteit/ontvankelijkheid. En spirituele vorming betekent inwijding in dit spel van het geheim van het leven (113).
En over we hoe dat dan in ons onderwijs een plek en vormen moeten geven; nou daar zijn we dus over in gesprek en doen we onderzoek. We zoeken nog een lector… In ons geval hoe we dat dan inhoud moeten geven in onze visie op ondernemen en economie.
Zie ook mijn onderzoek en advies aan een Hbo