Rabbi van Rizin sprak:
‘Dikwijls als mijn voorvader, de heilige maggid, aan tafel had onderwezen en de leerlingen naar huis gingen, onderhielden ze zich over de woorden van hun leermeester en ieder haalde ze anders aan en iedereen meende ze zo en niet anders te hebben gehoord en wat gezegd werd, sprak elkaar lijnrecht tegen. Ook was er geen beslissing; want als ze bij de maggid kwamen en het hem vroegen, placht deze slechts de overgeleverde spreuk te herhalen: “Dit en het andere is het woord van God”. Maar wanner de leerlingen erover nadachten, begrepen ze de betekenis van de tegenstelling. Want aan haar bron is de Thora één; in de verschillende werelden is haar gelaat zeventigvoudig. Als iemand echter een van van de gelaten werkelijk aanziet, heeft hij geen woorden en geen onderwijzing meer nodig; want de trekken van het eeuwige aangezicht spreken tot hem.’
Chassidische vertellingen; Martin Buber