Willem Wilmink

Ik denk dat onze zoon Ruben alles van Willem Wilmink heeft. Waarom ik dat een beetje deel heeft met dat deel van mij te maken waarvan de wortels in Twente liggen. Ik heb mijn jeugd in Rijssen doorgebracht en een jaar HTS Enschede gedaan.. Het directe taalgebruik en de weerzin tegen kapsones spreken mij erg aan. Zoals bijvoorbeeld in het gedicht:

Problemen uitpraten op zijn Twents

Na een kwart eeuw met ons beiden
komt mijn vrouw naar me toe en toen
zegt ze:’ik wil van je scheiden’
en ik zeg:’nou, dat moej’ dan maar doen.

En zijn vriendschap met Herman Finkers natuurlijk. Willem was een ongedoopte katholiek.’ schreef Finkers over hem in het prachtig boekje van Bert de Haan. Daar speelden ieder geval dit soort gedichten een belangrijke rol in. Een paar die mij dierbaar zijn zet ik hier neer.

Deze over de dood:

Allerzielen

Soms loopt er door een drukke straat
ineens een oude kameraad
of reisgenoot.
Je weet zodra je hem begroet:
het kan niet dat ik hem ontmoet,
want hij is dood.

Eerst ben je nog een tijd verbaasd
omdat die levende toch haast
die dode was.
Heb je de zaak dan afgedaan,
dan komt er weer zo’n dode aan,
met flinke pas.

Thuis van het dodencarnaval
zie je de spiegel in de hal,
je schrik is groot:
die man daar in het spiegelglas,
met die bekende regenjas,
was die niet dood?

En deze vind ik wel de mooiste; echt katholiek!

God woont in de Fokke Simonszstraat

Ik hoorde van een zeereerwaarde
en hoogbejaarde dominee:
de Here wou met onze aarde
niet één dag langer meer in zee.

Al zouden wij Hem overstelpen
met eredienst en dankgebed,
het zou geen ene moer meer helpen:
er werd een punt achter gezet.

Maar zie: daar was diezelfde morgen
zo’n rotjoch in de grote stad
een doodziek duiffie aan ’t verzorgen
dat-ie op straat gevonden had.

‘Kristus, wat mot je dan ? Wat wil je?
Ja, kijk me maar es effe an.
Godsallejeisis, beest, wat tril je,
Leg nou toch effe rustig man.’

Toen heeft de Heer Zijn toorn bedwongen,
want Hij kreeg schik in het geval.
Hij spaarde dus de kleine jongen,
de zieke duif en het heelal.

En deze….

Kerstlied van de supporters

We waren van ’t voetbal teruggekeerd,
we hadden een treinstel verruïneerd
en we liepen nog wat door de angstige stad
en toen riep er eenje: Hé! Zie je dat!
Daar is verdomme
een ster gekomme!

Toen riep er een ander: ‘Heremejee,
dat is een nieuw geintje van de ME:
nu jagen ze ons weer op de vlucht
met helicopters, hoog in de lucht,
en er zijn honden
aan vastgebonden.’

Maar je hoorde geen motor, het bleef zo stil,
en min of meer tegen onze wil
liepen we mee met die zwervende ster
en Japie zei nog: ik zie al van ver
waar die ster heengaat:
‘Tweede Jan Steenstraat.’

Een dronken kerel zong er een lied:
‘Driehoog achter is het geschied.’
En hij had gelijk in zijn dronkenschap,
dus wij liepen over een donkere trap
zachter en zachter
naar driehoog achter.

En daar, ik zweer je dat ik niet lieg
lag een bleke vrouw naast een gammele wieg
en een Surinamer met spierwit haar
maakte uitnodigend een gebaar:
“Jongens, kom nader”
Was dat de vader?

Onze club verliest zelfs van MVV
en het leven valt verder ook niet mee
maar een vreemde ster in een vreemde nacht
heeft ons naar driehoog achter gebracht
Kijk, en zo vind je
het nieuwe kindje.

Zijn liedjes zijn mij minder bekend maar daar zitten ook prachtige dingen bij. De documentaire ‘Dichter in de Javastraat‘ is in delen te vinden op internet.

In’t Nederlands is iemand dood gegaan
over zijn reis wordt nooit meer iets vernomen.
In het Twents is iemand uit de tijd gekomen,
dus je weet zeker: hij kwam veilig aan.

5 gedachten over “Willem Wilmink

  1. Pingback: ‘Bomen vallen om’ | Rinie Altena

  2. Het gedicht ‘Kerstlied van de supporters’ is jammer genoeg niet helemaal compleet. Er volgen nog twee coupletten:

    En daar, ik zweer je dat ik niet lieg
    lag een bleke vrouw naast een gammele wieg
    en een Surinamer met spierwit haar
    maakte uitnodigend een gebaar:
    “Jongens, kom nader”
    Was dat de vader?

    Onze club verliest zelfs van MVV
    en het leven valt verder ook niet mee
    maar een vreemde ster in een vreemde nacht
    heeft ons naar driehoog achter gebracht
    Kijk, en zo vind je
    het nieuwe kindje.

    Wellicht kun je ze er alsnog bijplaatsen, Rinie. Dat zou mooi zijn.
    Ik deel je liefde voor de genoemde gedichten en de vele niet genoemde!

  3. God woont in de Fokke Simonszstraat

    Dat is niet “typisch katholiek”. Katholieken hebben geen dominees.

    • Beste Annemarie,

      Natuurlijk weet ik dat de dominee niet katholiek is. Hier is hij juist de strenge orthodox. Maar de reactie van de schrijver van dit gedicht is wel ‘katholiek’ in de zin van de ruimhartigheid en beïnvloedbaarheid van God in dit gedicht. Ik zeg overigens niet dat dit Rooms Katholiek is. Hoewel het met Franciscus er wel weer op begint te lijken.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s