Op een dag vroeg een monnik aan Boeddha:
“Overleeft de ziel van een rechtvaardige de dood?”
Zoals zo vaak gaf Boeddha geen antwoord.
De monnik bleef aandringen.
Elke dag herhaalde hij zijn vraag.
Elke dag kreeg hij slechts stilte als antwoord.
Toen hij het niet langer uithouden kon
en ermee dreigde het klooster te verlaten
als hij geen antwoord kreeg op zijn vitale vraag,
zei Boeddha uit pure barmhartigheid:
“Jij bent zoals de man
die door een giftige pijl getroffen de dood nabij was.
Zijn familie haalde er haastig een dokter bij,
maar de man weigerde de pijl te laten verwijderen
en de wonde te laten verzorgen,
zolang hij geen antwoord kreeg op drie vitale vragen.
Ten eerste, was de man die hem getroffen had blank of zwart?
Ten tweede, was hij groot of klein?
Ten derde, was hij een brahmaan of een paria?
Zolang hij op die vragen geen antwoord kreeg,
weigerde hij zich te laten verzorgen.”
En de monnik …
die bleef in het klooster.