Natuurlijk kan ik dit thema niet in een pagina uitputtend verwerken. Ik wil er wel een paar inzichten, die mijn door de tijd heen zijn bijgebleven, schetsen. In de eerste plaats zijn mij de eerste drie ‘nobele waarheden’ van Boeddha steeds dierbaarder geworden. Gewoon: er is lijden! een bepaalde nuchterheid en onontkoombaarheid zit daarin. Maar dat het vervolgens alleen maar iets van onze geest zou zijn, zoals sommigen er van maken, gaat mij weer te ver; wij kunnen het met onze houding er tegenover wel erger maken.
De Vier Nobele Waarheden van Boeddha
Het lijden (Pali: Dukkha)
‘Dit, monniken, is de Edele Waarheid van het Lijden: geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden, de dood is lijden, verdriet en weeklagen, pijn, smart en wanhoop zijn lijden; omgaan met hetgeen waarvan je een afschuw hebt is lijden, gescheiden worden van het geliefde is lijden, niet krijgen wat men wil hebben is lijden – kortom, de vijf groepen (die object zijn) van hechten, zijn lijden.’
- —Boeddha
Deze waarheid geeft aan dat alle mensen te maken hebben met lijden, variërend van fysieke tot mentale pijn. Zelfs als wij momenten van genot of plezier ervaren zit daar lijden in verscholen, omdat deze momenten tijdelijk zijn en na verloop van tijd zullen omslaan in pijn of onplezierige ervaringen. Vroeg of laat zullen we afscheid moeten nemen van datgene waar we aan gehecht zijn, en dit is eveneens lijden.
De oorzaak van het lijden (Pali: Samudaya)
‘Dit monniken, is de Edele Waarheid van de Oorzaak van Lijden: verlangen en hartstocht. Dit verlangen dat wedergeboorte veroorzaakt en gepaard gaat met genietingen en wellust, en bevrediging zoekt in dingen, dan weer hier, dan weer daar, namelijk: verlangen naar zintuiglijke geneugten, verlangen naar bestaan, en verlangen naar niet-bestaan.’
- —Boeddha
De oorzaak voor het lijden is het verlangen naar iets. Deze verlangens zijn op te delen in drie typen:
- Zintuiglijk verlangen (Pali: kama tanha): Dit verlangen bestaat uit het verlangen naar sensueel genot. Het betreft hier een mentaal verlangen naar de plezierige gevoelens die ontstaan als gevolg van zintuiglijk contact, zoals wanneer een lekker drankje contact maakt met de tong, of wanneer men zichzelf bewust wordt van het horen van een plezant geluid.
- Verlangen naar bestaan. (Pali: bhava tanha): Dit verlangen houdt het willen blijven bestaan in de huidige vorm, of het verlangen naar een bestaan in een alternatieve vorm, in alternatieve omstandigheden of met alternatieve karaktereigenschappen. Bijvoorbeeld: “Ik wilde dat ik … was.”
- Verlangen naar niet-bestaan (Pali: vibhava tanha): Dit verlangen heeft betrekking op het niet willen blijven bestaan in de huidige vorm of omstandigheden, of het niet willen bestaan in een alternatieve vorm of omstandigheden. Ook het willen sterven valt hieronder. Bijvoorbeeld: “Ik wilde dat ik nooit … zou hoeven te zijn”
Al het menselijk lijden ontstaat als gevolg van deze drie vormen van begeerte. Deze vormen van begeerte ontstaan op hun beurt door het aanwezig zijn van onwetendheid: het niet begrijpen van de drie karakteristieken en het daardoor ontstaan van de perceptie van een ‘zelf’. Onze verlangens om de realiteit te veranderen zijn op dit gepercipieerde zelf gebaseerd. Indien dit gevoel van “ik ben” er niet zou zijn, zou er geen verlangen en dus ook geen lijden zijn.
De opheffing van het lijden (Pali: Nirodha)
‘Dit, monniken, is de Edele Waarheid van de Opheffing van Lijden: Het is het gaandeweg verdwijnen en uiteindelijk ophouden van voornoemd verlangen. Het opgeven, het laten varen, het loslaten en de verwerping van dat verlangen zonder dat er een spoor van overblijft.’
- —Boeddha
Deze waarheid vertelt dat ieder mens genoeg in zich heeft om het lijden op te heffen. Verlossing van het lijden wordt ook wel verlichting, ontwaking of Nirwana genoemd. Om deze toestand te bereiken zouden we moeten beseffen dat werkelijk geluk niet voortkomt uit het enkel nastreven en bereiken van onze verlangens, maar juist volgt als we openstaan voor de realiteit, door te zien wat er met en in ons gebeurt, en deze realiteit te accepteren zoals ze is.
Het pad naar de opheffing van het lijden (Pali: Magga)
‘Dit, monniken, is de Edele Waarheid van de Weg die leidt naar de Opheffing van Lijden: Het is simpelweg het Edele Het Achtvoudige Pad, namelijk: juist inzicht, juiste intentie, juiste spraak, juist handelen, juiste wijze van levensonderhoud, juiste inzet, juist aandachtig zijn, juiste concentratie.’
- —Boeddha
Het Achtvoudige Pad is een omschrijving van de weg die leidt tot opheffing van het lijden:
- Het juiste inzicht
De juiste intentie
- De juiste spraak
- Het juiste handelen
- De juiste wijze van levensonderhoud
- De juiste inzet
- De juiste aandacht
- De juiste concentratie
Binnen het christelijke verhaal kennen wij ook een lange traditie van bezinning op het lijden. Vooral de ‘waarom’ vraag stond daarbij vaak centraal. Men wilde God en het lijden kunnen ‘rijmen’. Christelijke theodicee’s (= rechtvaardigingen van God en het lijden; Heitink, 296) die daarbij de revue gepasseerd zijn:
de onvolmaakte schepping
de vrije wil
de duivel
de erfzonde
de opvoeding
het offer
de beproeving
de vergelding / straf
het ‘borduurkleed’ wat wij van onderen zien
De boeken van Sölle en Kushner hebben mij geholpen om die twee, God en het lijden, fundamenteel uit elkaar te halen als het gaat om oorzaak en gevolg. Zij maakten mij attent op het aspect van het onverklaarbare ‘noodlot’ en de oorzaken van lijden in onrecht en schuld. Zij gaven mij 00r en oog voor de lijdenspalmen, voor Job en het lijden van Jezus (en dan niet als schuldoffer voor een wrekende God). Zij maakten het protest en verzet tegen het lijden in mij wakker. Vooral het latere meesterwerk van Dorothee Sölle ‘Mystiek en verzet’ inspireert mij daarbij.
Ik denk dat ik beide grondhoudingen nodig heb die van wijsheid en mededogen en die van verbijstering en verzet. Die van, niet alle lijden op mij nemen en naar mij toe trekken, en die van weerbaarheid en liefde. Natuurlijk weet ik dat ze niet zo gescheiden zijn als het nu wel lijkt. Ton Lathouwers vind ik een voorbeeld van beiden… Vanuit deze ingang komen er heel andere ‘verbindingen’ tot stand tussen (mij), God en het lijden.
Pingback: ‘Most of the time’; Maar soms is er de wanhoop. | Rinie Altena
Pingback: Wanhoop; kan het teveel zijn? | Rinie Altena
Pingback: Wanhoop; kan het teveel zijn? | Rinie Altena
Pingback: ‘Most of the time’; Maar soms is er de wanhoop. | Rinie Altena