Kees Waaijman over psalm 119 + Vieringen

Ooit bij mijn opleiding tot geestelijk begeleider, aan het Titus Brandsma Instituut, een leergang over de spiritualiteit van de psalmen bij Kees Waaijman mogen doen. Ik zie hem nog staan; wat hij er ook over vertelde: het kwam uit heel zijn lichaam. Ik leerde er dat zelfs dat de witruimtes in de psalmen van essentieel belang waren. Psalmen werden daardoor voor mij kunstwerken, nee mystieke meesterwerken die je hart beroerden en/of omgekeerd. Ik heb dan ook geen moment nagedacht over de aanschaf van zijn nieuwste boek.

Het resultaat is de naar buiten gebrachte buit van een schatgraver in psalm 119. Uiteraard in zijn eigen bijzondere vertaling. Volgens mij is het een resultaat van een levenslange scholing en bestudering van de psalmen.

Voor diegene die onbekend is met zijn vertaalwijze zal het even wennen zijn aan de woorden als Wezer, kommernissen, kerving en schikkingen. Op mij hebben deze vreemde vertalingen een ontregelende werking waardoor de vanzelfsprekendheid wordt beëindigt en ik aan het over- en doordenken wordt gezet. En als je geduldig blijft kauwen en proeven zal het als met slow-food zijn. De effecten op je geestelijke welzijn zullen vele malen groter zijn dat het spirituele junkfood wat niet echt voedt. Koop en mediteer.

Zelf ben ik zo vrij geweest om bij het boek een ePsalter te maken. Dat is een digitaal vieringen boek rond psalm 119. 22 korte vieringen rondom een strofe. Je kan het gebruiken al een meditatieve begeleider die je naast het lezen van het boek deze ervaring je al vierend ook eigen te maken. Een hulp bij het proeven/smaken (ook van de ‘moeilijke woorden’). Ik ben zo vrij geweest om elke viering te illustreren met een mysticus die volgens mij zich heeft laten omvormen door de zegging die het geheim is van psalm 119.

voor Ipad /Iphone / Gewoon pdf / Origineel iBooks versie

Thomas Merton tegen de zusters van Loretto

‘Geborgen in een geheim’

Zou dit Merton op zijn best zijn? Voor de vuist weg sprekend…? Wel voorbereid maar met een kwinkslag en diep oprecht? Ben een recent uitgekomen werkje aan het lezen en kom daarin een paar prachtige alinea’s tegen. Uitgesproken tegen novicen in een nabij gelegen en bevriend vrouwen klooster ‘Loretto’ (1961/2).

Ik heb er een paar vertaald die allemaal eenzelfde ‘geest’ dragen. De foto’s zijn gemakt door Thomas Merton

*

Ik was ingewijd op Hemelvaart donderdag. Ik veronderstel, dat als jullie je gelofte doen op die dag, dat jullie allemaal zullen opstaan met Christus. Maar weet je, jullie hoeven helemaal niet ‘ten hemel op te varen’; je hoeft helemaal nergens heen te gaan. De heilige Paulus zegt: “Wie zal Hem van de hemel doen neerdalen en wie Hem uit de diepten naar boven halen? Nee, het Woord is heel dichtbij. Het is in ons hart.” En dat is de reden waarom je niet hoeft op te klimmen; omdat de hemel op aarde is. Hemel is in je hart omdat Christus in ons hart is. En dat is een geweldig iets wat we ons moeten realiseren; dat je nergens heen hoeft te gaan om onze Heer te vinden. We hoeven Hem niet te vinden omdat Hij komt om ons te vinden, zie je. Dat is het belangrijkste wat we ons moeten realiseren. We vinden Hem door ons door Hem te laten vinden.  …… Het is eigenlijk zijn werk en niet zozeer dat van ons… (10)

*

Die hele onderneming, van het gevoel dat heilig zijn net om de hoek is, is een geweldig verwarrende illusie. Zo zit dat niet in elkaar, zie je. Wij zouden helemaal niet in die dimensie moeten leven. Alsof we langs een horizontale lijn ons voortbewegen, waar we voortdurend op zoek zijn naar zijn wat er nu weer in ons vizier komt en wat we nooit zullen bereiken. Het is als een wortel die de ezel wordt voorgehouden en waarbij de ezel zich alsmaar voortbeweegt maar de wortel nooit krijgt. Sommige mensen zouden willen dat het spirituele leven ook zo is. Maar zo hoort dat niet te zijn. Hierdoor loop je voortduren vooruit op jezelf. Je pakt dan nooit op waar je werkelijk hoort te zijn; namelijk precies daar waar je nu bent, zie je. En je bent daardoor altijd buiten jezelf en dat betekend dat je vervreemd bent van jezelf, weg van waar Christus is. (11)

*

Het gaat er niet om dat we Christus morgen met ons is; we hebben Hem nu met ons. En, omdat we Hem nu met ons hebben, zullen we morgen ook bij Hem zijn en niet omgekeerd. In plaats van te zoeken naar die prachtige dag of moment waarop we dat alles zullen ontvangen, moet je je realiseren dat we niet hoeven te wachten. In een bepaald opzicht zijn we, vanaf het moment dat we ons helemaal hebben overgeven aan Hem ( R. = die ‘vow’), aangekomen, niet in de hemel, maar in de Kerk (R. = dat mystieke lichaam van Christus) We zijn dan aangekomen waar wij thuishoren. Als we zijn waar we horen doet niets anders er meer toe. Als we dan toch nog ergens naartoe moeten zal Hij ons daar brengen. Wij hoeven onze reis niet meer te organiseren; we doen gewoon wat Hij zegt. Als je eenmaal in de trein bent gestapt blijf je daar gewoon tot je op je bestemming bent aangekomen. (11)

Als jullie dus bij jullie gelofte afzien van jullie zelf, zien jullie zeker af van heel jullie zelf. Maar dat doe je in de eerste plaats en vooral van jullie oppervlakkige zelf. Degene die denkt het allemaal opwindend is maar wat dat niet echt is. In het religieuze leven is het heel belangrijk om je bewust te zijn dat we niet zo opgewonden zijn over zoveel dingen aan de oppervlakte omdat diep van binnen we veel meer betrokken zijn op die zaken die veel belangrijker zijn. Maar dat zijn dingen waar niet waar we niet over kunnen spreken. De dingen nu waar we over kunnen spreken, de dingen die we wel kunnen uitleggen, zijn meestal de minst belangrijke zaken in ons leven. En zij leiden ons af van de diepere zaken waar we niets over kunnen zeggen. Je kan ze niet eens goed begrijpen. Dat zijn de echte dingen in ons leven … Deze dingen hoef je niet los te laten; zij zullen nooit van je af worden genomen. Hier gaat het om de Maria-Martha zaak. … Er is een ding dat er werkelijk toe doet, dat niet van je af kan worden genomen. Het gaat hier niet om actie of  contemplatie. Het is wezenlijker, het is je ziel verenigd met God, Gods aanwezigheid in je ziel. Het is Zijn wil in jou. Niemand kan daar aankomen; niemand kan daar iets aan doen; niemand kan daar iets aan beschadigen, zelfs niet in het minste bene – zelfs jijzelf kunt dat op een baalde manier niet…. Zelfs hoewel wij ons leven door ons eigen schuld flink gecompliceerder kunnen maken zal het geen effect hebben op het diepe werk dat God aan het doen is ons hart. (12-13)

Ze hebben een gemeenschappelijk thema. Een ‘weten’, dat mij dit gebed ingaf:


Hier ben ik

Dit
Nu
Hier
Zo

In U
U in mij

Scheppend

Zeer goed

Mijn schoonzus van 60 is overleden…

Getijdenboek of Psalmen brevier? ….. ePsalter

Wat is dit leuk..! Naast het vertalen van teksten van Thomas Merton heb ik nog een hobby gevonden. Het maken van een digitaal psalmen & gebeden boek. Ik ben halverwege maar weet nog niet hoe ik het moet noemen.

Getijdengebed? / Brevier? / Vieringen voor thuis / ePsalmvieringen / PsalmenApp Ik denk nu: Psalterium in e. Maar het wordt: ePsalter.

Laat ik bij het begin beginnen. Medewerkers van de Spil kwamen n.a.v. bezoekers aan het retraitecentrum op het idee om een eenvoudige viering voor thuisgebruik te ontwerpen aan de hand van de 150 psalmen. Een prachtig monnikenwerk. Alle betrokkenen hadden ervaringen hiermee als liturg in de kapel. Begin 2007 zijn we daarmee begonnen en we waren augustus 2011 klaar. Zelf liep ik al veel langer met het idee om er een eBook van te maken maar ja hoe doe je dat? En toen was er de iBooks app plus de Author versie… En nu ben ik klaar!!! Mijn bedoeling is om het gratis te verspreiden. Dat betekent dat mensen het volledige werk op hun iPhone, iPod en/of iPad kunnen zetten. Uiteraard moeten ze dan wel de iBooks 2 app hebben. Ik ga er van uit dat je hem ook op je computer kunt zetten.  In mijn fantasie is hij in ‘no time’ verspreid en gaan mensen er hun eigen psalm en gebeden boek van maken.

Ben inmiddels op onderzoek gegaan in welke digitale vorm ik het moet gieten: ePub /Kindle /iBooks of…? Ik heb nu twee versies: ePub(=iBooks) en Pdf. De verspreiding via Dropbox geeft nog een probleem. En een eigen website: ePsalter.com. (Het wachtwoord is ePsalter) En ze zijn klaar…

Thomas Merton; uit zijn dagboeken 3 Over ons zelf

Een van de meest bekende teksten van Thomas Merton is zijn ‘Louisville‘ ervaring.  Maar lezend in zijn dagboek kwam ik nog een paar teksten van hem tegen, uit dezelfde tijd (1958), die ook iets weergeven van de fundamentele doorbraak naar heel nieuwe perspectieven in zijn theologie. Deze teksten geven blijk van een, voor mij, heel ‘andere’ kijk op God, onszelf en de wereld om ons heen. Voor mij werkt deze wijze van theologiseren genadevol verbindend en dynamiserend. Ik heb ze vertaald. Vertalen is overigens een prachtige vorm van geestelijke lezing.

Hier de opening met een prachtige natuurbeschrijving en vervolgens een verhelderende overdenking over ons zelf.

2 Oktober 1958 Feest van de Beschermengelen

Schitterende en verrukkelijke dag, heldere zon, licht briesje die alle blaadjes en het hoge bruine gras doen glanzen. Het zingen van de wind in de cederbomen. Uitbundige dag waarin zelfs een modderpoel in de zwijnenstal blinkt als kostbaar zilver.

foto Thomas Merton

Ik kom uiteindelijk tot de conclusie dat mijn hoogste ambitie is te zijn wat ik allang ben. Dat ik nooit mijn plicht zal vervullen om mijzelf te overstijgen als ik niet eerst mijzelf accepteer. En dat ik zelfs dan, als ik mijzelf volledig op de juiste wijze accepteer, mijzelf al overstegen heb. Want het is mijn niet geaccepteerde zelf wat in de weg staat en zal blijven staan zolang het niet geaccepteerd is. Als het geaccepteerd is – is het mijn opstapje naar wat wat boven mij is. Omdat dit de manier is waarop de mens door God geschapen is. De Oerzonde was de poging zichzelf te overstijgen door “als God”- en dus ongelijk onszelf, te zijn. Maar ons gelijke op God begint thuis. We moeten eerst als onszelf worden en en stoppen met het leven “buiten onszelf”.

11 april 1964

Ik denk dat het nu toch het moment is om terug te komen op alles wat ik heb gezegd over je “echte zelf”, enz., enz.. En dat ik moet zeggen dat er uiteindelijk geen verborgen mysterieus “echt zelf” is, iets anders dan of “verborgen achter” het zelf dat je bent. Het “echte zelf” is geen ding/object. Ik heb dat volledig verkeerd voorgesteld door de schijn van een belofte dat het, op de een of ander wijze, te kennen zou zijn. Soms als beloning voor diepzinnig inzicht en/of oprechte toewijding. In ieder geval als een geestelijk spitsvondige lenigheid om de realiteit een stap voor te blijven. Het empirische zelf moet echter ook niet als volledig “echt” worden gezien. Dit is het punt waarop illusies beginnen.

Mei 1965 (Day of a Stranger)

In een tijd waarin er veel gepraat wordt over het “jezelf zijn”, behoud ik voor mijzelf het recht om mezelf te vergeten, aangezien er maar een hele kleine kans is dat ik iemand anders ben. Ik heb veel meer de indruk dat men, wanneer men zo gefocust is op het “zichzelf zijn”, het risico loopt een schaduw te imiteren.

zie ook deel 1 / deel 2

Thomas Merton; uit zijn dagboeken 2 God en Mens

Een van de meest bekende teksten van Thomas Merton is zijn ‘Louisville‘ ervaring.  Maar lezend in zijn dagboek kwam ik nog een paar teksten van hem tegen, uit dezelfde tijd (1958), die ook iets weergeven van de fundamentele doorbraak naar heel nieuwe perspectieven in zijn theologie. Deze teksten geven blijk van een, voor mij, heel ‘andere’ kijk op God, onszelf en de wereld om ons heen. Voor mij werkt deze wijze van theologiseren genadevol verbindend en dynamiserend. Ik heb ze vertaald. Vertalen is overigens een prachtige vorm van geestelijke lezing.

Wat mij hier aanspreekt is de creatieve samenwerking tussen God en ons.

3 Augustus 1958

Altijd hele mooie inzichten te vinden bij Romano Guardini over Voorzienigheid.
Bijvoorbeeld, dat de de wil van God niet een ‘lot’ is waaraan we ons onderwerpen, maar een creatieve handeling, in ons leven; wat iets totaal nieuws realiseert (of daarin faalt). Iets wat tot dan toe totaal niet te voorzien was volgens de gangbare wetmatigheden en schijnbare patronen. Onze samenwerking (het eerst zoeken van het Koninkrijk van God) bestaat niet in het eenvoudigweg gehoorzamen aan wetmatigheden maar bestaat in het openstellen van onze wil voor deze creatieve daad, welke wij moeten zien te hervinden in en door onszelf, van de wil van God.
Dit is mijn ultieme doel – alles opzij zetten. Ik wil niet alleen maar voor en door mijzelf een nieuw leven en een nieuwe wereld creëren, maar ik wil dat God hen in en door mij schept. Dit is cruciaal en fundamenteel – hiermee kun je dus nooit alleen maar simpelweg een Marxistisch communist zijn.
Ik moet een nieuw leven leiden en er moet een nieuwe wereld tot aanzijn worden geroepen. Maar niet door mijn plannen en door mijn rusteloze activiteit.

Deel 1 Inclusieve Christus Deel 3 Over ons zelf

Thomas Merton: uit zijn dagboeken 1

Een van de meest bekende teksten van Thomas Merton is zijn ‘Louisville‘ ervaring.  Maar lezend in zijn dagboek kwam ik nog een paar teksten van hem tegen, uit dezelfde tijd (1958), die ook iets weergeven van de fundamentele doorbraak naar heel nieuwe perspectieven in zijn theologie. Deze teksten geven blijk van een, voor mij, heel ‘andere’ kijk op God, onszelf en de wereld om ons heen. Voor mij werkt deze wijze van theologiseren genadevol verbindend en dynamiserend. Ik heb ze vertaald. Vertalen is overigens een prachtige vorm van geestelijke lezing.

De illustraties heb ik er zelf bij gevonden. De foto komt uit het genoemde boek.
In de onderstaande tekst raakt mij de genadevolle en  inclusieve wijze van kijken. Wij zijn allemaal herschapen ‘in Christus’. Voor mij een mystieke wijze van zien. (zie ook zijn Sophia)

19 maart 1958; Feest van de heilige Jozef

Fantastische boeken voor weinig geld — inclusief ‘The Family of Manvoor 50 cent. Al die fantastische foto’s. Nadere toelichting of uitleg is niet nodig! Sommige mensen zullen gechoqueerd zijn als ik ze zou vertellen dat dit hele boek, voor mij, een foto van Christus is. En toch is dat de waarheid. Daar, daar is Christus ‘in my own Kind’, my own Kind – Kind, waarmeegelijkendbedoeld wordt en wat ook “liefde” betekent en wat “kind” betekent. Mankind. (het lukt mij niet om zijn woordspel met de meerdere betekenissen van ‘Kind’ = soort & aardig & kind in een Nederlands equivalent te vertalen dus heb ik het laten staan) Wij zijn elkaars gelijke, een lieve “Kind” van zondaren verenigd en omarmd in maar één hart, maar één Liefdevolle vriendelijkheid; het Hart en de Liefde van Christus. Ik zoek niet naar de zonde in je, Mankind/mensheid. Ik zie geen zonde meer in je vandaag (hoewel wij allemaal zondaars zin). Er is iets dat oneindig veel meer  werkelijkheid is, om zonde nog langer belangrijk te laten lijken; de schijn van bestaan toe te schrijven. Want zij is verzwolgen, het is vernietigd, het bestaat niet meer en er is alleen het grote geheim dat wij allen één gemeenschap van Gelijken zijn. Wat er toe doet is niet wat de een of die andere in zijn hart gedaan heeft, los van de anderen, maar de liefde die hem terugbrengt bij al die anderen in één Christus. Deze liefde is niet onze liefde maar die van de Hemelse Bruidegom. Het is de Goddelijke Overmacht en de Heilige Vreugde’. God is zichtbaar en openbaart Zichzelf als mensheid, dat wil zeggen, in ons, en er geen andere hoop om wijsheid te vinden dan in God-menszijn: ons eigen menszijn omgevormd in God!

Zie ook Deel 2 & Deel 3

God.. Ja ‘God’ is ‘mijn ding’….

Mijn ziekte zijt Gij (Huub Oosterhuis)

Het oudste en het langste blok van mij boeken kast gaat over God/god/. Whatever that may be… Ik kan me niet herinneren of ik was daar mee bezig. Maar dan wel als een vanzelfsprekende aan/afwezigheid. De eerste jaren een Lastpak van hier tot Tokio. Een bijzonder angstaanjagende, veeleisende, egocentrische en onaangename seigneur..; zonder humor. Met was geen leven; zonder was de hel…. Ik was mij bewust van het levensbelang maar er iets mee kunnen? En dan de corrumpering daarvan door mijn karakter/ opvoeding/ genen/ cultuur/…. Angst… ‘Verwerping’. Ik las Kohlbrugge, Karl Barth, Miskotte en luisterde naar ds. Kool; de laatste hielp echt. Ik las alles van de evangelischen maar het hielp niet echt. ‘Niets hielp op langere termijn’. Het moest anders zijn dan ik dacht. Leerde iets van Job, Jakob, de godsverlatenheid van Jezus; het niet gered worden! Voor mij is door de tijd heen het geloof in God iets geworden van een gevecht om.. / tegen beter weten in… Het me niet neerleggen bij de ‘feiten’ van… Maar ook van niets hebben / niets weten / niets kunnen..

Pas veel later kreeg het trekken van tederheid en liefde . Is die ‘God’ nu hiermee alleen maar iets tobberigs? Nee, daar is wel iets in veranderd; vooral door Merton.  Nu lees ik het liefst iets van/over Eckart, Zen, Julian van Norwich (ligt klaar om te lezen); de ‘Wolk van niet weten…’ Een theologie van niet weten en toch! En hopelijk ook een beetje humor.

Deze teksten van Huub Oosterhuis gaven mij lucht in die tijd; hier leefde ik van…. Soms dachk ik van: ‘kom ik ooit verder dan dit?’ Maar ze raken me in essentie nog steeds!

Om antwoord

Ik zal mijn mond niet houden tegen u
– waarom zou ik?
Onrustig, droef,  opstandig, schamper
is mijn hart in mij

Wie zijt gij dat ik u belangrijk vind
dat ik aan u denk iedere dag
dat ik mij toets aan u?

Draai toch eindelijk je ogen
van hem af, zeggen ze tegen mij
– maar dan heb ik geen antwoord

Nooit heb ik niets met u

Tegen bijna beter weten in
stel ik mijn hoop op u
Mijn lot is levenslang
wachten op u

Leven met een dode, zelfbedachte,
onzichtbare geliefde –
waarom zou ik
u niet opgeven?

Maar ik kan niet anders
dan roepen: heb mij lief

(Gebeden en Psalmen; 224)

Hebt mij lief

Hoelang nog?
Heb je mij uit je gedachten gebannen?
Je ontloopt. Doet niet open.

Moet dat nog lang,
die tweespalt in mijn ziel:
ooit nog-nee nooit-of toch?

En die me kennen,
en zelfs mijn vrienden,zeggen:
ach hij met zijn god.

Maar van jou geen woord.
En dan
komt de dag:

over mij heengelopen
zal die ene staan,
de doodsvijand. Ik zal

zijn adem voelen in mijn gezicht,
en nog net hoor ik hem zeggen:
eindelijk.

Dan nog klamp ik mij vast aan jou,
of je wil of niet,
op ongenade of genade.

Ik zal ‘red mij’ roepen
of zoiets als
heb mij lief.

(Gebeden en Psalmen; 225)