God.. Ja ‘God’ is ‘mijn ding’….

Mijn ziekte zijt Gij (Huub Oosterhuis)

Het oudste en het langste blok van mij boeken kast gaat over God/god/. Whatever that may be… Ik kan me niet herinneren of ik was daar mee bezig. Maar dan wel als een vanzelfsprekende aan/afwezigheid. De eerste jaren een Lastpak van hier tot Tokio. Een bijzonder angstaanjagende, veeleisende, egocentrische en onaangename seigneur..; zonder humor. Met was geen leven; zonder was de hel…. Ik was mij bewust van het levensbelang maar er iets mee kunnen? En dan de corrumpering daarvan door mijn karakter/ opvoeding/ genen/ cultuur/…. Angst… ‘Verwerping’. Ik las Kohlbrugge, Karl Barth, Miskotte en luisterde naar ds. Kool; de laatste hielp echt. Ik las alles van de evangelischen maar het hielp niet echt. ‘Niets hielp op langere termijn’. Het moest anders zijn dan ik dacht. Leerde iets van Job, Jakob, de godsverlatenheid van Jezus; het niet gered worden! Voor mij is door de tijd heen het geloof in God iets geworden van een gevecht om.. / tegen beter weten in… Het me niet neerleggen bij de ‘feiten’ van… Maar ook van niets hebben / niets weten / niets kunnen..

Pas veel later kreeg het trekken van tederheid en liefde . Is die ‘God’ nu hiermee alleen maar iets tobberigs? Nee, daar is wel iets in veranderd; vooral door Merton.  Nu lees ik het liefst iets van/over Eckart, Zen, Julian van Norwich (ligt klaar om te lezen); de ‘Wolk van niet weten…’ Een theologie van niet weten en toch! En hopelijk ook een beetje humor.

Deze teksten van Huub Oosterhuis gaven mij lucht in die tijd; hier leefde ik van…. Soms dachk ik van: ‘kom ik ooit verder dan dit?’ Maar ze raken me in essentie nog steeds!

Om antwoord

Ik zal mijn mond niet houden tegen u
– waarom zou ik?
Onrustig, droef,  opstandig, schamper
is mijn hart in mij

Wie zijt gij dat ik u belangrijk vind
dat ik aan u denk iedere dag
dat ik mij toets aan u?

Draai toch eindelijk je ogen
van hem af, zeggen ze tegen mij
– maar dan heb ik geen antwoord

Nooit heb ik niets met u

Tegen bijna beter weten in
stel ik mijn hoop op u
Mijn lot is levenslang
wachten op u

Leven met een dode, zelfbedachte,
onzichtbare geliefde –
waarom zou ik
u niet opgeven?

Maar ik kan niet anders
dan roepen: heb mij lief

(Gebeden en Psalmen; 224)

Hebt mij lief

Hoelang nog?
Heb je mij uit je gedachten gebannen?
Je ontloopt. Doet niet open.

Moet dat nog lang,
die tweespalt in mijn ziel:
ooit nog-nee nooit-of toch?

En die me kennen,
en zelfs mijn vrienden,zeggen:
ach hij met zijn god.

Maar van jou geen woord.
En dan
komt de dag:

over mij heengelopen
zal die ene staan,
de doodsvijand. Ik zal

zijn adem voelen in mijn gezicht,
en nog net hoor ik hem zeggen:
eindelijk.

Dan nog klamp ik mij vast aan jou,
of je wil of niet,
op ongenade of genade.

Ik zal ‘red mij’ roepen
of zoiets als
heb mij lief.

(Gebeden en Psalmen; 225)

2 gedachten over “God.. Ja ‘God’ is ‘mijn ding’….

  1. Het is zo herkenbaar, Rinie. Het is prettig te merken dat ik niet de enige ben die worstelt met God, omdat dat voor mij betekent dat ‘dat mag’.
    Geloof is – voor mij – vooral ‘uithouden, volhouden’, met soms -even – een moment van vreugde en zekerheid. Ook ik denk nogal eens: blijft dat zo mijn hele leven lang? Momenteel vind ik het prima. Blijkbaar hoort dat bij mijn leven.

  2. Ik weet niet ‘hoe lang..’; ik weet wel dat ik mij inmiddels ‘comfortable’ voel bij: geen oplossing / niets weten / geen ervaren / geen ‘beliefs’ / niets zien. Zelfs de arrogantie te denken dat ik er daarmee ‘dichterbij’ kom dan ooit?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s