In therapie (3) ‘Be-Vindplaats’ van ‘Gd’

“Is there a place we can go?” 

Dia1Nu restte mij de vraag nog: waarheen? Waar moest ik in al die ‘turmoil’ naartoe? Is er een plek, iemand, een ruimte waar ik naar toe kan gaan? Ik had de 5 modi beschreven/getekend als cirkels in de rondte in mijn dagboek. Moest ik mij verdiepen in mindfulness zoals mijn vrouw en mijn therapeut suggereerden? Op de een of andere manier kreeg ik daar geen affiniteit mee. Ik vond het te ‘afstandelijk’, te ‘gedissocieerd'(natuurlijk te kort door de bocht!). 1001004002726626Voor mijn gevoel stond ik er dan teveel naast/tegenover en niet genoeg middenin en te weinig er ‘doorheen‘. Hoe kon ik mij goed verhouden hiermee? Waar ben ik ‘Zelf’ in dit alles? Ik wist dat geen van die 5 stemmingen mijn ware Zelf konden zijn. Daarvoor waren ze of te negatief of te voorbijgaand van aard. Alles gaat voorbij, niets werkt, niets is blijvend. Alles is een voorbijgaande configuratie van situatie, moment, handeling en stemming. Achter alles staat een komma, Maar:

Is there a place we can go,
Is there anybody we can see?                 Bob Dylan

Eind september (28-29?) gebeurde er iets waardoor het weer ging stromen… Op de een of andere manier wist ik dat ik er ‘middenin’ moest zijn. Nu was het niet voor het eerst dat ik die kant op werd gestuurd, maar toch. Het is niet ‘buiten’ of ‘ergens anders’ of ‘niet dit’ of ‘wel dat’ of ‘boven’ of ‘beneden’ of ‘omheen’. Hoe kon ik hier ‘middenin’ zijn zonder ‘erin-op-te-gaan’? Want erin-op-gaan’ was ‘verzuipen’. Of moest ik erin-verzuipen; sterven…? Maar laat ik niet vooruit lopen op de feiten. Ik maakte een tekening met daarin een ‘kern’/’plek’/’ruimte’/’midden’. Het was een spontane ingeving (heeft volgens mij ook te maken met mijn nogal ‘exacte’ inslag; ik wil visualiseren/schematiseren).Dia1 In die middenruimte schreef ik wel meer dan 40 typeringen…Dia1

51T59TmD0FL._SX331_BO1,204,203,200_60Natuurlijk is die lijst van typeringen van de kern heel persoonlijk. En ‘natuurlijk’ is die lijst christelijk ingekleurd. Maar waarom wil ik mijn therapie voorzien van zo’n mystiek/spiritueel perspectief? Ik geloof dat dat niet anders kan & mag. Het gaat niet zonder. Hier is in de V.S. veel over geschreven en de KSGV in Nederland/Belgie houdt zich daar zeer nadrukkelijk mee bezig. Waarbij ik er van uit ga dat er ook een atheïstisch spiritueel perspectief is. Op basis van mijn levens-/leerweg kan ik het ‘karakter van mijn plek’ aan de hand van een paar beelden typeren. Beelden die voorlopig een ‘eenzaam’ kenmerk hebben. Op de rol van ‘een ander‘ kom ik nog terug. In dit blog heeft dat ‘midden’ een sterk individueel karakter. maar ik wil die plek wel in een bepaald licht & perspectieven zien…

Prefrontale cortex

Ik moet natuurlijk heel nuchter beginnen. In de allereerste plaats is dit ‘midden’ het domein van de prefrontale cortex. Dat is het deel van onze hersenen welke een cruciale rol speelt in onze emotionele huishouding en zelf-bewustzijn. natuurlijk moet ik hierbij ook de rechterhersenhelft als ‘woonplaats’ van het impliciete zelf. Zij maakt vooral gebruik van ‘beelden’ en niet van ‘taal’. Je zou het de cockpit kunnen noemen van waaruit wij mentaliseren en onze emoties reguleren. De eerste drie jaar van onze ontwikkeling en later in de puberteit krijgt dit deel zijn grootte, vorm en functie. 41Q6-WBFjML._SX331_BO1,204,203,200_Stress en hechtingsproblemen hebben in die periodes (inclusief de zwangerschap) een desastreuze invloed op de ontwikkeling daarvan. Hier hebben we het ook over het ‘onbewuste impliciete zelf’ welke huist in de rechterhersenhelft. Er is op dit moment een zeer belangrijke stroming  die de psychotherapie een sleutelrol toebedeeld in het herstel van die innerlijke huishouding/zelfregulering. In een heel groot deel van de psychopathologische aandoening speelt dit deel (rechterhersenhelft en de prefrontale cortex) van de hersenen namelijk een sleutelrol in het ontstaan en herstel daarvan. Als ik dus in dit blog allerlei religieuze metaforen een rol laat spelen moeten zij 9200000005537338essentieel zijn of in ieder geval een substantieel bijdrage leveren aan het herstel van dit fenomeen. Ja, ik geloof dat religie, als het goed is, een positieve bijdrage levert aan heelwording van de mens maar dat is verre van vanzelfsprekend. Overigens bevind zich hier de essentiële bijdrage van mindfulness / awareness aan de heelwording van de mens. Die acht ik inmiddels meer dan voldoende bewezen. Dat betekent dat alle onderstaande bijdragen ook een beetje mindful zullen moeten zijn.

(Tevens is dit het domein van het (ware) Zelf; de hof van de ‘wording’ van onze ‘identiteit’. Maar dat vraagt een geheel eigen blog)

De cel

NNVG8726In de eerste plaats heeft mijn ‘midden’ binnen spiritualiteit het karakter van ‘de cel‘. De plek waar je (ver)blijft. Je loopt niet weg; er is toch geen ontkomen aan. ‘Dat wat is’. Hier-en-nu. Ik was deze metafoor al tegengekomen bij de woestijnmonniken en later, in een andere vorm, in Zen. Je neemt geen wijk van jezelf en je omstandigheden. Je vlucht niet. Voor mij het meest scherp verwoord in relatie tot de wanhoop door Ton Lathouwers. Dus geen verzet meer tegen mijn stemmingen maar er middenin gaan zitten. ‘Houdt uw hart in de hel‘. Mijn stemmingen zijn heel reëel: ze hebben een fysiologie en bijbehorende verhalen. Ze hebben een grond/oorsprong.  Weglopen heeft geen zin. Ik kan ze alleen in de/onder ogen zien. Het heeft het karakter van een vurige oven die jou alleen niet verbrandt. 41K4qxzIdbL._SX324_BO1,204,203,200_Zitten/Zazen en rustig ademhalen. In de fysiologische zin gebeurd er dan echt wel wat met je! Het gaat voorbij; de bui trekt over. Ik kwam deze aanpak ook tegen bij Centering Prayer. In deze grondhouding verwelkom en omarm je alles wat van binnen uit in je opkomt. Je gaat de ‘confrontatie’ niet uit de weg maar verwelkomt hem/haar binnen in je cel. Je bent een lieve moeder/therapeut voor jezelf. De Trooster. Het is ook de plek van loslaten en overgave.

Omvorming / Schepping

Je kan deze chaos in jezelf laten zijn/gebeuren omdat je weet dat dit de weg/plek is van de omvorming. Langs deze weg word je gemaakt. God is aan deze plaats; zij is heilige grond! Kees Waaiman geeft aan dit moment vele woorden maar voor mij is dit maar een ding: wording/genesis/schepping. Dat kost tijd maar eindigt in ‘het is goed; zeer goed’. All shall be well. Dit geeft aan die plek het karakter van geduld. Het uithouden. Gelovig zonder te weten waar het op uitdraait of dat het in jouw ogen goedkomt. Maar je vertrouwd wel op een Geheim dat werkt. Het komt namelijk heel vaak niet goed. Een regenboog temidden van het kwaad. Het lied van de Schepping is geen verhaal over hoe het ging maar is iets waar wij midden in staan. De zesde dag gebeurt nu aan mij.

Godsgeboorte

51JcyEb+TqL._SX324_BO1,204,203,200_Deze invalshoek heb ik van Meister Eckhart geleerd. Natuurlijk kan ik dit niet in 1 alinea weergeven. Ik heb ooit onder leiding van Welmoed Vlieger de vier Godsgeboortepreken gelezen. Kern hierin is de realisering van de godsgeboorte in ons. Die er overigens allang is… Eckhart gaat daar heel ver in. Langs de weg van de ‘Gelassenheit‘, de ‘Abgeschiedenheit‘, het niets weten, niets kunnen, niets hoeven, niets doen vindt die godsgeboorte in ons plaats. In zijn beelden gesproken is het ‘midden’ dan de stal van Bethlehem, Golgotha en het open graf. Alles is opgenomen in die beweging! In zijn taal wordt dit midden ‘Seelengrunt’. Daarmee krijgt deze plek een hoogte, diepe, breedte en dynamiek die de kern is van alle mystiek. Deze plek, dit midden krijgt dat een heel andere glans en perspectief waarmee/-door alles gekleurd gaat worden. Gerelativeerd; in relatie (=religie) gebracht. Een prachtig ‘mensbeeld‘. “He not busy being born is busy dying”

Sophia

41PCtpbtMHL._SX332_BO1,204,203,200_Voor mij heeft deze invalshoek alles met ons godsbeeld te maken. Ik geloof dat in die kern onze godsbeelden ook zwaar moeten worden bijgesteld. En daarmee ons zelf- en wereldbeeld. Vanuit het perspectief van Vrouwe Wijsheid/Sophia worden in ieder geval twee aspecten bijgesteld. Of zelfs getransformeerd. In de eerste plaats het dominante ‘transcendente’ godsbeeld. Een god boven en buiten alles. Er is een lange en rijke traditie die dat beeld aanvult en er een zeer immanent en intiem perspectief aan toevoegt (Augustinus: interior intimo meo superior summo meo). Een tweede correctie die hier wordt aangebracht is de aanvulling van het matriarchale beeld op het eenzijdig patriarchale beeld van god. 9200000043199594Hier komt een teder, inclusief, allesomvattend en ontfermend godsbeeld naar voren. Vooral het laatste boek van Ton Lathouwers is daar een prachtig voorbeeld van (een prachtig interview met hem: Je kunt er niet uitvallen).

hagiasophia-a2“Ontelbaar zijn de levende wezens, ik beloof ze allen te redden” de gelofte van de Boddhisattva

Ook over Ton Lathouwers heb ik al veel geschreven.

We vinden hier een ‘beeld’ van God waarin Hij/Zij maar op een ding bedacht is en dat is onze redding; iedereen en allesomvattend. En dat Hem/Haar dat nog lukt ook. Er is geen ontkomen aan.  Over Sophia bij Thomas Merton heb ik al eerder geschreven.

 

Over een geheel ander perspectief op deze kern en hoe ons hiermee te verhouden gaat mijn laatste blog in deze serie: In therapie (4) Is there anybody we can see?

In therapie 2; emotionele cartografie

Zoals ik al eerder zei wilde ik mezelf nu eens echt gaan begrijpen. Wat is de oorzaak van mijn stemmingsstoornis? Wat was de oorsprong van mijn ‘bijzondere’ gedrag in mijn kindertijd en jeugd. Ik wilde inzicht krijgen in de diffuse negatieve onderstroom van m’n leven. De naargeestigheid van de verhalen in mijn hoofd/hart/(onder-)buik. Inzicht in mijn wanhoop.

Langzaam groeide er, aan de hand van de therapie en mijn niet te stuiten leeshonger, een paar inzichten waardoor ik nu kan  zeggen dat ik iets van de archeologie; structuur en dynamiek van mijn innerlijk leven ben gaan begrijpen.

Waarom ben ik niet die ‘vrolijke Frans’ geworden die ik misschien had kunnen zijn? Via literatuur over trauma kwam ik bij John Bowlby en zijn hechtingstheorie en hechtingsstijlen terecht. Ik doorzag eindelijk iets van het ‘afwerende’ gedrag van mij als kind en de ongelooflijke bindingsangst van mij als volwassene. Het was alsof de mist wegtrok en allerlei defensieve overlevingsstructuren en patronen aan het licht kwamen.

Via mijn werk kende ik al het stressreactiemodel van Fight & Flight & Freeze. In de literatuur over die hechting kwam ik voortdurend de ‘onveilige’ modus tegen. Goed gehechte kinderen kennen een Safe Haven en Secure Base. Als die vluchthaven en uitvalsbasis er niet is ontstaat er paniek/stress. Schokkend is dat om te zien in de opname van het experiment ‘Still Face’. Heb ik als baby vaak en langdurig verkeert in zo’n staat staat van pre-verbale radeloosheid?

Mijn vader was altijd aan het w(k)erk. Mijn moeder had 4 schoolgaande kinderen waarvan 1 ernstig ziek en drie kinderen in de luiers. Daar kwam nog eens de toen vigerende ‘theorie’ bij dat het goed voor hun longen was als je kinderen liet huilen… De buren vroegen zich af waar dat bonkend geluid ’s nachts vandaan kwam. Ik herinner mezelf heen en weer wiegend in de keuken neuriënd van ‘wat moet ik nou doe-oen’. Ik moet zo’n 3-4 zijn geweest? Een soort permanente staat van wanhoop?; Freeze?

Wat de laatste 15 jaar ook duidelijk is geworden aan de hand van het zich revolutionair snel ontwikkelende hersenonderzoek dat dit soort stemmingen van invloed blijken te zijn op de ontwikkeling van de hersenstructuur van de emotieregulering. De amygdala, de hippocampus, de prefrontale cortex, cortisol, het immuunsysteem, de hormonen (zoals serotonine en dopamine) enz. spelen een uniek en subtiel samenspel in het verloop en de regulering van de emoties. 51EF-OvP2SL._SX324_BO1,204,203,200_Bij geboorte is dit systeem nog niet uit-ontwikkeld en heeft het die veilige hechting nodig om dat systeem te optimaliseren. Later verbind zich dat aan taal en verhalen en ontstaat er een samenspel tussen de linker- en rechterhersenhelft. Stoornissen in de ontwikkeling van deze onderdelen (teveel of te weinig/te groot of te klein) en hun onderlinge dynamiek blijken betrokken te zijn bij allerlei emotionele stoornissen zoals depressie en angstoornissen(zie Sue Gerhardt).

Als gevolg van het lezen hierover kon ik steeds meer structuur gaan zien in mijn emoties. Er blijken allerlei ‘modi’ van emoties te bestaan. Ik sprak al over de stressreacties van Vechten, Vluchten en Verlamming. Ik kwam de modellen van Paul Gilbert, en Stephen Porges tegen. Ik zag bij Gilbert een onderscheid tussen drie modi/systemen: Drive, Soothing en Threat. Bij Porges een net weer even andere verdeling tussen de ‘toestanden’ van veiligheid, gevaar en levensbedreiging. Allebei hebben ze een dimensie van optimaal functioneren en polen van gevaar en verlamming. Alle dimensies hebben hun eigen configuraties in het autonome zenuwstelsel en niveau’s van  hormonen en neurotransmitters die de affecten reguleren(Window of affect Tolerance).

Aan de hand hiervan maakte ik mijn eigen 5 (is er een 6de play/spel modus?)modi model(5 Modi). Vijf fysiologische toestanden waarin ik zou kunnen verkeren. 666863788Vijf emotionele configuraties die in een samenspel tussen situatie, innerlijk verhaal en het emotionele brein mijn bestaan van dat moment kleuren. Ja; ik ben voor een heel groot deel mijn gevoel (Damasio). Ik kon nu vanuit een bepaalde positie (kom ik uitgebreid op terug in deel 3) in mezelf gaan bezien in welke emotionele staat ik verkeerde. Seeking(Secure Base), Soothing(Safe Haven), Fight, Flight of Freeze. Deze zijn natuurlijk niet absoluut van elkaar te scheiden en ze kennen allerlei overgangsgebieden en mengvormen maar ze zijn wel te onderscheiden.

Dia1

  • Soothing / Rust / Safe Haven / Geborgenheid / Relaxed / overgave / + / authentieke zelf
  • Seeking / Drive / Flow / actief / Secure Base / Exploratief/ toewijding / + / authentieke zelf
  • Fight / vechten / aanval / woede / Hyperarousal / – / gekwetst zelf
  • Flight / vlucht / Hyperarousal / – / gewond zelf / angst
  • Freeze / verlamming / paniek / Hypoarousal / depressief / – / ‘dood’ zelf / Submit

Iedere emotionele configuratie heeft zijn eigen situaties/triggers, zijn eigen innerlijke verhalen over mezelf, god en wereld(+over vroeger en nu) en zijn eigen geactualiseerde ‘fysiologie’. Elke modus heeft zijn eigen defensiemechanismen en overlevingsstrategieën. Elke modus heeft ook z’n eigen emotie-woorden, respectievelijk: voel me uitgedaagd / ben dankbaar / boos/ verdrietig / wanhopig. En een mens oscilleert ‘doorheen’ al die modi; verticaal en horizontaal. In principe grotendeels in positieve gezonde dimensies en in een bepaalde mate vrij. Maar er zijn ziekmakende ‘posities’ waarin mensen in hun functioneren te sterk gedomineerd worden door de vecht-, vlucht- en/of verlammingsverhalen en hun bijbehorende fysiologie. Meestal hebben ze het karakter van ‘vastlopers’ en rigiditeit. Mensen zijn hierbij vastgelopen in een bepaalde modus. Hun schild is hun huis. Maar het zijn tevens karrensporen waar een zuigende werking van uit gaat.

Nog iets ingewikkelder wordt dit ‘model’ als we, aan de hand van de nieuwste hersen-biologische en -psychologische inzichten, dat  het ‘onderste’ gebied (van Fight&Flight&Freeze) het gebied is van het ‘impliciete zelf‘ van de rechterhersenhelft. We bevinden ons hierbij niet in het gebied van de cognitie, het talige en bewustzijn maar van het pre- / non-verbale en voor- / on-bewuste gebied wat zich-zelf in beelden en intuïtie beleeft. ‘Voor we het weten’ schieten we in een van die drie modi. 9789025427603-240x300Er is dus niet eerst het denken en dan het gevoel maar omgekeerd: het verhaal is secundair aan het gevoel. Wij ‘maken’ een verhaal bij ons voelen. Hierin spelen zelfs impliciete pre-/non-verbale herinneringen een cruciale rol! Heeft de cognitieve psychologie (i.h.b. RET) zich dus vergist? Ik denk een beetje van wel. Hier bevinden we ons ook op gebeid van de emotionele gijzeling van Daniel Goleman(flooding). Je bevind je dus al in die modus voordat je het doorhebt.Dit is ook het verhaal van het getraumatiseerde ‘zelf’.

Ik kreeg met deze inzichten een emotionele cartografie in handen waarmee ik mezelf in kaart kon brengen en waarmee ik helderheid kreeg. Er ontstond in mijzelf een plek, een kleine oase van vrijheid. Ik kon een heel klein beetje uit mijn toestanden stappen. Alleen blijft nu nog de vraag hoe ik dat doe en kan ik hier dan nog iets spiritueels van maken? Speelt God nog een rol? Was deze oase misschien mijn cel?

Deel 3

Thomas Merton; het geheim van kerst en deze wereld

9025952372Ik las weer eens in het prachtige dagboek met teksten van Thomas Merton (vertaald door Dirk Doms). Deze twee citaten komen uit de prachtige slottekst van New Seeds of Contemplation: The General Dance. De maker van het dagboek plaatste deze tekst rondom kerst; m.i. terecht.

De Kosmische dans

De Heer heeft de wereld niet gemaakt om haar te kunnen veroordelen. Ook niet om haar alleen maar te domineren of om haar te laten gehoorzamen aan de dictaten van een ongenaakbare en almachtige ‘wil’. Ook niet om plezier of ongenoegen te verkrijgen in de manier waarop alles zou werken. Geen van dezen was de reden om de wereld en de mens te scheppen.
sophia-saskia-beugelDe Heer heeft de wereld en de mens geschapen opdat Hij Zelf in deze wereld zou kunnen afdalen; opdat Hij Zelf Mens kon worden. Toen Hij zich de wereld voorstelde, die Hij van plan was te maken, zag Hij  Zijn Wijsheid als een mensenkind  “altijd spelend in de wereld, spelend voor zijn Aangezicht”. En Hij dacht, “Ik vind het fantastisch om zo te wonen bij de mensenkinderen.” (290)

… de wereld en de tijd zijn de dans van de Heer in leegte (cursivering en verwijzing zijn van mij). De stilte van het uitspansel is de muziek van een bruiloftsfeest. Hoe langer wij koppig volharden in onze verkeerde duiding van de verschijnselen van het leven, hoe meer we ze kapot analyseren en hen wezensvreemde zin en samenhang toeschrijven en ingewikkelde doelstellingen die alles met onszelf te maken hebben, des te meer we zullen verzuipen in treurigheid, absurditeit en wanhoop. Maar dat is allemaal niet zo erg, want geen enkele wanhoop van ons kan de realiteit der dingen veranderen, of de vreugde van de kosmische dans, die er altijd is, bederven. In tegendeel, wij leven er middenin, en hij is ons middelpunt, want hij is de hartslag van ons eigen bloed, of we het nu willen of niet.
Wat blijft is de uitnodiging om onszelf echt te vergeten, onze afschuwelijke gewichtigheid te laten verwaaien en ons echt over te geven in deze alles-in-zich-mee dragende dans. (297)

New Seeds of Contemplation, Thomas Merton 290 & 297

Over ‘Wijsheid/Sophia’ bij Thomas Merton zie hier

Pater van Kilsdonk, Frédéric Lenoir en Carel ter Linden over God

Toen men aan Albert Einstein vroeg ‘Gelooft u in God?’ antwoordde hij: ‘Vertel mij eerst wat u onder God verstaat en dan zal ik u zeggen of ik erin geloof’. (Lenoir, 211)

pater-van-kilsdonk-raadsman-in-delicate-zaken---alex-verburg[0]Afgelopen weken heb ik drie boeken ‘over god‘ gelezen. Heel verschillend maar ze hebben mij ‘stof tot nadenken’ gegeven. Het eerste is van Alex Verburg over Pater Van Kilsdonk. Voor mijn leeftijdgenoten een zeer bekende pastor. Het zijn ‘Memoires’ geworden; geschreven aan de hand van een serie interviews met hem. Ze beschrijven zijn levensloop en gaandeweg komen zijn gedachten over theologie, kerk, bijbel, liturgie en God ter sprake. Twee verhalen hebben mij echt geraakt. Het eerste was een verwijt van een van de mensen die hij veel bezocht en die stervende was; citaat:
‘Jij hebt met mij nooit over God gesproken, met geen lettergreep!’
Met schroom sloeg ik de ogen neer. ‘Dat kan ik niet,’ bekende ik. ‘Over de Eeuwige kan ik alleen maar zwijgen. Maar misschien is er meer God dan jij denkt, dan ik denk. Misschien is er meer God in jou dan jij en ik altijd schenem te denken.’

‘In mij?’ zuchtte Henk. (182)

Een tweede citaat gaat over de ziekenzalving bij zijn dood. Het is tevens het slot van ‘zijn’ boek:
‘Als het lukt, zou ik voor mijn dood met rust en eerbied de laatste zalving wensen, de laatste communie., het viaticum – “via” zit daarin, het is de proviand voor onderweg, voor op reis.  Een diepzinniger en menswaardiger wijze is er naar mijn smaak niet. Maar loop ik haar mis dan is er niets verloren. Zo kinderachtig is God niet. En anders zou dat alsnog een reden tot atheïsme kunnen zijn.’ (236)
Er staan veel meer verhalen van dit soort mooie ‘gelovige’ oprechtheid in dit boekje wat het voor mij, naast de schets van een tijdperk, tot een inspirerend werkje maakte.

god_isbn_9789079001316_1_1373169604Het tweede boek heeft een heel ander karakter. Ik kwam erop via een interview met de Franse filosoof/schrijver Frederic Lenoir over zijn nieuwe boekje GOD?  in Trouw. Het boek lijkt in de eerste plaats een ‘geschiedenis van God’ zonder noten. Zo nu en dan wat ‘ongefundeerd’. Ik kan geen nader onderzoek doen naar zijn beweringen. Een geschiedenis van ons denken, spreken en doen over ‘god/God’. Vooral het laatste hoofdstuk over de toekomst van ‘god’ en zijn persoonlijke epiloog maken het boek pas echt leuk. Een uitgebreid citaat uit de epiloog typeert de toon van het boek:
Zoals na lezing van dit boek duidelijk moge zijn: God is een te beladen begrip. Er is veel over God gesproken. Te veel uit naam van God gesproken. Er zijn volkomen tegenstrijdige dingen over God gezegd. Zozeer zelfs dat het woord zijn betekenis bijna volkomen heeft verloren. Hannah Arendt heeft dit zeer treffend beschreven in ‘The life of the Mind; 1978’: het is onmogelijke te stellen ‘dat God dood is, iets waarover we net zo min iets kunnen weten als over zijn bestaan (…) maar de manier waarop men duizenden jaren lang over God heeft gedacht overtuigt niet meer; als er iets dood is, kan dat alleen de traditionele opvatting van God zijn’. (212)
Vervolgens geeft  hij een korte schets geven van zijn autobiografie met God. (zie voor een uitgebreidere bespreking door Bert Altena zie hier)

9200000010047009Het derde boek ‘over God’ is van Carel ter Linden. De man en zijn broer Nico zijn belangrijk geweest in een deel van mijn eigen geloofsgeschiedenis. Zijn godsbeeld en leeswijze van de bijbel waren inspirerend en richtinggevend voor mij. Het boek wil een testament zijn van wat er van zijn geloof geworden is. Een prachtige gebonden en niet al te dure uitgave. Het boek is een verslag van het afscheid van het godsbeeld van ‘de Schepper’ en hoe hij nu nog de bijbel leest. Zijn godsbeeld is ‘ingedikt’ tot de ‘Essentie’; een ‘inspirerende metafoor’. Vooral de inzichten in de evolutie en de ervaringen met lijden hebben hem afscheid doen nemen van zijn klassieke reformatorische godsbeelden. Overigens vond ik de stukken waarin de evolutie expliciet uiteen werd gezet het minst inspirerend. Aan ‘feiten’ valt volgens mij weinig inspiratie/hoop te ontlenen. Het boek kreeg na verloop van tijd iets tragisch. ---Het beeld dat bij mij boven kwam drijven was dat van een man die lange tijd heeft gevaren met een VOC schip dat schipbreuk heeft geleden. Aangespoeld op een onbewoond eiland houden hij en zijn tochtgenoten zich warm met het brandhout van het schip… Dit in tegenstelling tot de mystici. Zij worden gedwongen elk schip, dat door de tijd heen gebouwd is rond God, ‘achter zich te verbranden’. Maar ze hebben de zoektocht, het geloof en verlangen niet opgegeven… Hoewel dat niet altijd ‘van harte ging’. Ze vermoeden een Godheid achter god (Eckhart). Het verlies bij mystici wordt winst en dat las ik in dit boek niet.

omslag_Etty_HILLESUM_Het_WerkDe afwezigheid van de mystici bij Carel verwonderde mij. In de eerste twee boeken kom je de mystici juist wel tegen. Alle drie de boeken zijn m.i. de moeite waard om te lezen maar van de derde werd ik daardoor denk ik niet warm… Een boeiend gemeenschappelijk kenmerk was dat alle drie de boeken over god spreken vanuit hun persoonlijk perspectief en het eigen levensverhaal. Daardoor maakt god een ‘ontwikkeling’ door. Bij Lenoir lijkt God nog het meest meest zijn transcendente karakter te behouden. In zijn epiloog verwijst hij nadrukkelijk naar Eckhart e.d.. Bij ter Linden klapt god helemaal ‘naar binnen’ en verdampt hij tot een menselijke verbeeldingservaring. Het geloven eindigt bij hem als een leeggelopen luchtballon. Van Kilsdonk houdt zich meesterlijk op de vlakte als hij zegt:
‘Als iemand mij zou vragen, een kundig iemand, iemand die voor een ieder eerbied heeft, niet alleen voor mij: “Vind je het geloof onaanvechtbaar waar?”. dan zou ik antwoorden: “Pardon meneer, dit gaat te ver. Hier praat je niet over.” (236)

En dan dit nog… Is er leven na de dood? Is er een God buiten ons? Als ik de mensengeschiedenis zo bekijk is er in ieder geval nog god na mijn dood…

(Zie hier een bespreking van Jan Greven)

‘Het komt niet goed’ Christa Anbeek en A.F.Th. van der Heijden 2

Het tweede recente document over de dood en zijn verwoesting is het boek: ‘De berg van de ziel’

De_Berg_Van_De_Ziel.9789025902834Ik weet niet precies waarom ik bijna alle boeken van Christa Anbeek in mijn bezit heb. Wat mij het meest aan haar boeit is de tomeloze oprechtheid. Zij laat je regelrecht meekijken in haar ervaringen met existentiële thema’s die haar eigen zijn. Dat kan gaan over haar ontmoetingen met Zen, haar liefde voor Mimi tot haar laatste twee boeken waarin zij de rechtstreekse confrontatie aangaat met de dood. Daarnaast spreekt mij haar belezenheid aan.

Dit boek heeft ze samen geschreven met Ada de Jong. Ik heb het in een adem uitgelezen. Ik ga het boek niet uitleggen en bespreken dat wordt elders vele malen beter gedaan. Helaas kan ik hier ook niet meer het prachtige artikel uit Trouw als bijlage toevoegen. Ik heb op mijn kop gekregen van ‘copie politie’. Maar waarom spreekt mij ook dit ‘document’ weer veel meer aan dan de meeste preken die ik de laatste jaren over me heen heb gekregen? Een paar citaten:

‘Als je je kinderen verliest, komt dat nooit meer goed. Daar kan geen zinvol leven tegenop.’ (Trouw 29 mei 2013)

‘En toch heb ik het gevoel dat het niet goed gaat komen met mij. — Mijn echte leven is voorbij’ (232; de laatste regels…)

‘Er zijn krassen op mijn ziel die niet meer genezen’ (Trouw 29 mei 2013)

‘We verdringen dood, eindigheid en kwetsbaarheid in onze maatschappij. Verberg dat zeer dan geloof dat we ons leven verzaken. Het begint met je eigen pijn onder ogen durven zien’ (Trouw 29 mei 2013)

Volgens mij is het ‘de keuze’ om lijden volledig serieus te nemen die mij hierin aanspreekt. Het onoplosbare, het onherroepelijk, het onomkeerbare, het volledig verlorene in de ogen zien. holy-innocents-02Je niet laten troosten; geen illusies. Niets ontkennen of verdoezelen. We hebben het dan niet alleen over kwetsbaar leven maar ook over gewond, onherstelbaar beschadigd en zelfs dodelijk leven. Het is tegengif tegen het idee ‘dat je van leed beter wordt'(Trouw). Waar komt toch die illusie vandaan van onkwetsbaar leven; van het geluk dat aan onze kant zou moeten staan. Geluk is geen vanzelfsprekendheid of recht.

Christa gaat aan de hand van hun beider ervaringen in het boek in gesprek met de hoofdthema’s van de theologie zoals God, Christus, Geest, mens en wereld. Daar was ik bij de eerste lezing nog niet zo van onder de indruk maar wie weet vraagt dat een tweede lezing en meer eigen reflectie en dialoog denk ik? Ik geloof zelf dat deze wijze van confrontatie met het lijden van het leven leidt tot een heel andere wijze van spreken over de ‘God die deel uitmaakt van leven en lijden’. Het zal dan over actuele en authentieke levende/lijdende incarnatie en immanentie gaan…

Judith-Viorst-Noodzakelijk-verlies-27524705Misschien zou er een speciale scholing moeten zijn in verlies. Ik denk nu weer aan het prachtige boek van Judith Viorst: ‘Het Noodzakelijke verlies’. ‘Er is lijden’ zegt Boeddha m.i. zeer terecht en praat dan vervolgens toch weer over een ‘uitweg’? Volgens mij is er geen weg uit het lijden; alleen in…

Ik ga dan nu ook geen uitvluchten benoemen. Het komt niet goed…. En toch doorgaan; gaan waar geen weg is…

Lezend, reflecterend, in gesprek, in stilte, biddend, zingend, mediterend, in handelen, in dromen, in muziek, in beelden en schrijvend. Schrijven zoals Christa Anbeek en van der Heijden dat doen.

Iemand heeft ooit gezegd dat waar wij een punt zetten we moeten leren een komma te plaatsen… Het verhaal gaande houden dus…

(Blog over A.F.Th. van der Heijden is onderweg)

Herinnering, Johanna ter Steege en vergeving

Het is een verhaal wat mij altijd is bijgebleven; een herinnering… Ik denk dat ik dit verhaal wel meer dan zestig keer heb verteld en met ‘succes’.

Ik moet 22 zijn geweest. Ik was een van de leiders van een jeugdkamp van ‘Het Clubhuis’ in Rijssen. De leeftijd was van 13 tot 15 jaar. Woensdagnacht wordt ik door een meisje uit de groep geroepen; ‘Johanna ligt te huilen’. Ik ga naar haar toe op de slaapzaal en zie dat ze erg overstuur is. Ik neem haar mee; ze is intens verdrietig. Huilend, hortend en stotend vertelt ze het verhaal wat in mijn herinnering ongeveer als volgt klonk.

“Opa, waar ze thuis op de boerderij heel veel mee speelde, was ineens dood neergevallen (waar ze bij was?)…. En de achterbuurman was overleden. Deze achterbuurman had een zoon. Aan deze zoon werd nu echter een vreselijk geheim verteld… Zijn vader, die was overleden, was zijn vader niet maar zijn opa. En zijn moeder was zijn moeder niet maar zijn oma. Zijn veel oudere zus was zijn echte moeder… Zijn echte vader was er toentertijd vandoor gegaan…..”

137704_300Ik was pas bekeerd en zeer veel bezig met geloof. De meeste kinderen uit Rijssen en omgeving kwamen uit actief gelovige en kerkelijke gezinnen… We hebben het over 1974… Dus vroeg ik haar of ze geloofde..”ja”. Dus ging ik met haar bidden; voor Opa, zijn familie en voor het ingrijpende verhaal van de achterbuurman rondom zijn (klein)zoon en de moeders. Ze was inmiddels rustig geworden en ik bracht haar naar bed. Na een half uur ging ik even bij haar kijken of het nu echt goed was. Niet helemaal dus. Ze lag te piekeren over die man die was weggelopen, de inmiddels echte vader, of God hem wilde vergeven…. Of ik daar ook nog voor wilde bidden met haar. Ik was perplex; een kind van 13 wat zo met het leven, schuld en God bezig was…

Nu was ik pedagoog in opleiding en herinnerde me een verhaal van de pedagoog Langeveld die elke handeling van een volwassene t.o.v. een kind vertaalde in de al-of-niet uitnodiging tot de weg naar ”zelfverantwoordelijke zelfbepaling”. Ik zei tegen haar dat ze zelf ook kon/mocht bidden. En ik beloofde haar dat als zij nu zelf zou gaan bidden daarvoor dat ik naar buiten zou gaan en hetzelfde zou doen. En dat heb ik gedaan. Buiten gekomen schoot me het verhaal van Jezus te binnen over gebed dat hij ‘illustreerde’ met de vergelijking met een kind wat aan de vader om brood vraagt dat hij dan toch geen steen zal geven? ” Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden.”(Mattheus 7: 11) Ik wist het; dit gebed zou verhoord worden! Ik ging nog even terug naar de slaapzaal en vroeg aan Johanna ‘Ben je een kind van God?’; ze zei ja. En vertelde haar dat God haar haar vraag niet zou weigeren en dat haar gebed verhoord was en ging weg. De volgende morgen kwam ze naar me toe en vertelde dat ze pas kon slapen nadat ik haar dat verteld had… De zekerheid van vergeving voor die man…

Wat heb ik het vaak verteld… En welke wedergeboortes heeft mijn geloof ondergaan…

Het bleef mij bij, dit verhaal, als een prikkelende herinnering. Johanna ter Steege; zo heette ze. Tot ik vele jaren later ik haar naam weer tegenkwam in de krant. Een Johanna ter Steege kreeg lovende kritieken voor haar rol in de film Guernsey. Een lichte huiver ging door mij heen.. zou zij….? Nee, dat kon niet. Dat zou te toevallig zijn. Maar de nieuwsgierigheid bleef. Ik Googlede om een mailadres te kunnen vinden. Ik schakelde mijn zoon in. Geen link naar haar persoonlijk te vinden. 497Ik gaf het op. Tot mijn vrouw mij op mijn verjaardag  kaartjes cadeau deed voor de voorstelling ‘Hiroshima mon amour’. Een aangrijpende en ontroerende voorstelling over liefde, vreselijke herinneringen en de zoektocht naar..? Zou het vergeving zijn? Een van de beelden die mij raakte was het vele ‘water’ wat ze dronk om iets weg te spoelen? En het water waarmee ze zich aan het eind probeerde te wassen? Was het gieten van het water over zich heen een vorm van doop? Geen idee; als het mijn inlegkunde is dan vind ik dat een heel mooie vertaling… En het met gespreide armen gaan liggen op haar stervende geliefde… Was dat het overschaduwen van de stervende met de lijdende Christus…?

266px-Johanna_ter_SteegeNa afloop van de voorstelling sprak ik haar aan in de foyer. Stelde me voor als Rinie Altena. Het zei haar wel iets maar ze wist niet wat. Ik vertelde haar van een jeugdkamp / Rijssen / huilen / Opa… Ja dat herinnerde ze zich zeker; vooral het huilen. Ze corrigeerde mijn historische/geheugen vertekeningen tot het juiste verhaal. Bij het thema van het hartstochtelijke verlangen naar vergeving werd ze helemaal wakker. Haar regisseuse Karina Kroft, die naast haar stond, zei ‘dat is een thema van je; wat apart!’. En zij beaamde dat. De rest greep me teveel aan me daar nog veel van te kunnen herinneren. Ik meen me te herinneren dat Karina het verhaal een juweeltje of zoiets noemde.. Zij was het! En het hart van het jonge kind was met het ouder worden niet verkalkt! Nog steeds was ze een en al empathie/compassie/geraaktheid. Verlangen naar vergeving en verzoening? Voor alles en iedereen? Anders kun je dit toch niet zo spelen?

Ik weet het niet; natuurlijk overdrijf ik zoals altijd. Ik ben alleen dankbaar dat ik haar twee keer heb mogen meemaken en ik denk dat God haar nog steeds verhoord… Gebeurt verzoening dan nu alleen nog in theater? Ik kom deze geraaktheid en gevecht om verzoening en liefde in de kerk helaas nog maar bij een enkeling tegen…

“and these visions of Johanna are now all that remain”

Mystieke / Contemplatieve Antropologie 3 De wereld

Het is een drieluik geworden; deze serie over mystieke antropologie. Over de Bron (+), ons zelf (+) en de wereld(+). ‘Natuurlijk‘ doe ik dat aan de hand van Thomas Merton. Ik zou niet iemand anders kennen die die drie zo natuurlijk verweven heeft in al zijn geschriften! Zo kwam er recent een studie uit over zijn denken over de ‘omgeving’. Dus ook in ons denken over onze verhouding tot de natuurlijke werkelijkheid inspireert hij.

Ik hehandel het perspectief op de wereld aan de hand van een vertaling van een ontmoeting met een aantal contemplatieve vrouwen (prioressen) in 1968. Ik vertaal integraal het eerste deel van de sessie over “Contemplatief leven als profetische roeping“. Op de achtergrond in deze ontmoeting horen we de studenten opstand in Parijs, het Tweede Vaticaans Concilie, de oorlog in Vietnam en de dreiging van een kernoorlog. In dit blog gebruik ik zelfgekozen ‘actuele’ illustraties van wat hij zegt. Wat volgt zijn dus voortdurend zijn woorden. Hij is op zoek naar de profetische rol van de contemplatieve ordes. Maar in de stijl van zijn denken is dat geen andere dan de rol van welke andere gelovige dan ook. Dus spreekt hij ook mij aan….

>>>

merton9

“Ik wil over het profetische aspect van onze roeping praten. Zoals ik dat hier zal behandelen is nooit zo door iemand anders gezegd. In een bepaald opzicht is dit geen mainstream positie; het is radicaal en persoonlijk. Ik voeg mij daarbij bij nogal wat mensen die zich normaal gesproken buiten de structuren van de Kerk bevinden en die door nogal wat jongeren nagevolgd worden.

Alle zogenaamde profetische bewegingen van tegenwoordig falen omdat zij, op de een of andere wijze, toch weer ‘passen’ binnen onze samenleving. Het gigantische probleem waarvoor we staan is het verschijnsel dat we in een maatschappij leven die het afwijkende in haar systeem weet te integreren. De stelling achter dit standpunt is, met andere woorden, dat we in een totalitaire maatschappij leven. In de politieke zin is zij niet fascistisch maar op een bepaalde manier is zij wel in de economische zin zo georganiseerd. Het draait allemaal om winst en marketing. Binnen dat systeem is er geen vrijheid. Je heb alleen maar keuze uit gimmicks, je merk TV, jouw opties van de auto. Maar je bent niet vrij om geen auto te hebben. Met andere woorden, het leven is voor iedereen vastgelegd. Zelfs de hippies met hun alternatieve levensstijl leven in een voorgeprogrammeerd alternatief. Hoewel ze een serieuse poging doen om zich daaraan te onttrekken. Ze stichten onrust, ze doen wat stof opwaaien, iedereen is redelijk geschokt en aangedaan en er zelfs en beetje door opgewonden. Maar na drie jaar is de hele zaak over en komt er de volgende mode voorbij. Het stelt allemaal niets voor.

Wij religieuzen vallen onder dezelfde categorie. Ook wij zijn goed voor een bepaalde hoeveelheid nieuws items. Het Vaticaans Concilie zorg voor meerdere columns en nonnen zorgen voor enkele veranderingen. En daarna is alles weer voorbij. We worden meegenomen in een levensstijl waarin alles gereduceerd wordt tot een bepaalde onverschilligheid; het maakt allemaal niets uit. Op pagina 1 staat een non met een nieuw habijt en op pagina twee staat een striptease danseres -de nieuwswaarde voor beiden is even groot. Er is geen enkele aanwijzing dat het een belangrijker zou zijn dan het andere. Er is alleen verschil in hoeveelheid. Een bericht is zo-en-zo veel ruimte en tijd waard op televisie. De mensen die ik ken en die betrokken zijn bij het maken van televisie zeggen dat ze onder de indruk zijn van de technische expertise die erachter schuil gaat. Wat er voor de camera verschijnt is onbelangrijk. Het belangrijkste wat is er allemaal mogelijk is met al deze technieken en niet wat er door gecommuniceerd wordt. Dit is het ‘systeem’ wat ons uitdaagt tot een profetisch antwoord.

Wat gaan we doen? Wat moet de profetische persoon doen? Het oude conservatie antwoord van afscheiding – mensen eenvoudigweg achter tralies zetten – heeft hierop natuurlijk geen enkel effect. Kijk naar de geschiedenis van profetie in het Eerste testament. Een van de kernpunten van wat er tegen de profeet Abraham werd gezegd was: “Verlaat de mensen om je heen”. De profeet moest een bepaald soort samenleving en maatschappelijke structuur achter zich laten. Om profeet te zijn moet je jezelf in de hand van God leggen en vandaar verder trekken. Mozes en het uitverkoren volk moesten het syteem van Egypte verlaten. Er wordt niets gezegd over de mogelijke immoraliteit van Egypte. Het was noodzakelijkerwijs niet echt slechter dan welk ander land. Maar de mensen moetsen eruit wegtrekken omdat ze niet vrij waren; omdat iemand anders hen vertelde wat ze moesten doen. Iemand anders bepaalde hun hele leven voor hen.

Het woord hiervoor is vervreemding, een woord dat door Marx en Freud veel gebruikt wordt. Ik ga nu even niet in op hun gebruik van dit woord door hen, maar de mensen van vandaag zijn vervreemd; bewust of onbewust. Hoe dan ook vertelt iemand anders hen wat ze moeten doen; iemand anders bepaalt hoe het leven geleefd moet worden. Als mensen slaven zijn is het overduidelijk dat iemand anders over hun leven beslist zonder dat hij bang hoeft te zijn voor straf. Maar ook in ons geval, bij het werken voor geld, wordt onze arbeid bepaald door de belangen van iemand anders; ons werk moet passen in hun systeem. Hoe meer mensen betrokken zijn bij iets wat door iemand anders is opgezet hoe minder zij vermoedelijk in staat zijn hun eigen leven in te richten en vorm te geven.

Onze samenleving is zo ingericht dat mensen daar gelukkig mee zijn. In een politie- of een totalitaire staat zou je willen ontsnappen. Onze maatschappij zorgt voor genoeg beloningen zodat je daar volledig mee kunt instemmen; op voorwaarde dat je je eigen auto, tv, huis, eten en drinken krijgt. En voldoende andere soorten van comfort/troost.

Nu lopen tegen we tegen een probleem aan als we hierover willen praten. We begeven ons namelijk op het gevaarlijke terrein van de oude conservatieve Katholieken die de wereld benaderen als zijnde boosaardig. En dat ons verlangen naar stoffelijke dingen slecht zou zijn. Het is alsof je aan een slinger draait: de wereld is slecht, zie af van plezierige dingen, geef je geld weg, verloochen je eigen wil, enz. Het probleem van het innemen van een kritische positie is dat de gemiddelde progressieve Katholiek onmiddellijk zal zeggen: “Daar heb je oude liedje weer…”.

Hoe kunnen wij kritisch staan t.o.v. de wereld? De wereld is goed. En dan krijgen we de nogal naieve benadering die zegt: “Begin alsjeblieft niet over die zogenaamde vervreemding, wij zijn gelukkig. Dit is het echte leven. Het is mooi, het is geweldig”. Aan de andere kant zijn er mensen zoals Lewis Mumford, Jacques Ellul en Herbert Marcuse die zeggen dat dit vervreemde leven niet goed is. Dat het uiteindelijk een slechte zaak is omdat de uitkomsten hiervan niet echt zijn. Ze zijn van kwantitatieve aard en niet kwalitatief.

Wat gebeurde er in het Eerste Testament met Elia de profeet? Hij moest in zij eentje opboksen tegen het complete systeem. Op een gegeven moment heeft hij het hele leger van Jezebel achter zich aan en moet hij vluchten. Hij vlucht de woestijn in, in de richting van berg Sinaï en moet zich in een grot verbergen. Hij dreigt te sterven van de honger en de raven komen hem voedsel brengen. Hier bevinden wij ons in het hart van de profetische Carmel traditie. Iets vergelijkbaar gebeurd er met Sint Franciscus. Ook voor hem is er sprake van een radicale breuk met de wereld naar een profetisch en bevrijd leven waar hij zijn eigen keuzes kan maken. Hier gaat het om! Johannes de Doper is een ander voorbeeld.  Iedere keer weer als jij keuzes maakt vanuit je diepste innerlijk wordt jij niet voorgeprogrammeerd door iemand anders.

Een van de kernvragen van het profetische leven is dat de persoon die mensen probeert wakker te schudden dat niet door tegen de mensen die slaaf zijn te zeggen dat ze zich moeten bevrijden maar mensen die de illusie hebben dat ze vrij zijn te vertellen dat ze slaaf zijn. Dat is geen aangename boodschap…. Het is geen echt nieuws als je tegen zwarten zegt dat ze een moeilijk leven hebben. Het profetische is als je tegen blanken mensen gaat zeggen dat ze de zwarten nodig hebben om bevrijd te worden zodat ze zelf bevrijd kunnen worden. Er zijn maar weinig mensen die dat zeggen. James Baldwin doet dat. Veel mensen denken dat er enkele blanken zijn die de zwarten iets willen geven en dat de zwarten de blanken een gunst bewijzen door dat in dank in ontvangst te nemen. En dat op die manier iedereen gelukkig zal worden. Wij moeten ons realiseren dat dit “progressieve” standpunt evengoed een valkuil kan zijn; net als al die andere.

Als wij willen voldoen aan onze profetische roeping, moeten we ons realiseren, of we nu revolutionair zijn of niet, dat we radicaal genoeg moeten zijn om ons los te kunnen maken uit dat wat ten diepste een totalitaire maatschappij is. En wij maken daar deel van uit. Het is niet een maatschappij die er aankomt, zij is er nu. Wij moet dus echt alert zijn op sommige van de mensen die ik net noemde. Hoewel ze soms als pessimist worden gezien. We moeten ook onze aandacht vestigen op de profeten in de Bijbel die uit hun volk werden weggeroepen om zich opnieuw ergens te vestigen waar zij vrij voor het aangezicht van God keuzes kunnen maken zonder dat zij voorgeprogrammeerd worden door de maatschappij waarin zij leven.

We moeten onder ogen zien dat ons contemplatieve leven zoals wij dat nu vormgeven niet alleen niet-profetisch is maar het is zelfs anti-profetisch. Het is ontworpen om zelfs maar kleinste vorm van profetische reactie te blokkeren. Als iemand van ons hier iets profetisch zou doen zou het de hele gemeenschap shockeren. We kunnen er niet mee omgaan. We proberen de zaak zelfs systematisch aan te passen door iets te realiseren waarin iedereen veel vrij tijd heeft, een minimum aan werk en met niemand op zijn nek. Dat is een prettig leven maar het heeft niets te maken met een contemplatief leven.

Ik denk dat we het beter kunnen doen dat dat. Niet alleen individuen maar de hele gemeenschap zelf zou profetisch moeten zijn. Dat is een ideaal natuurlijk. Maar dat is onze taak: niet om profetische individuen voort te brengen die ons alleen maar hoofdpijn zullen bezorgen, maar wij willen een profetische gemeenschap zijn.

Wij moeten ons dus niet identificeren met de mensen in onze tijd?

Ja en nee. Wij moeten voor hen een teken van tegenspraak zijn wat hen herinnert aan een vrijheid die ze zelf overboord hebben gegooid. Maar dat betekent dat wijzelf die vrijheid verworven dienen te hebben of in ieder geval daar naar moeten zoeken als we die nog niet hebben.” (TSoC, 129-134)

>>>>

Rinie: Wat mij hierin aanspreekt is het op een alternatieve wijze midden in het leven mogen en moeten staan als gelovige/contemplatlief. Geen antibeweging maar een in de vrijheid en de liefde staand iemand. Is Compassie daar een goed voorbeeld van? Ik weet wel dat mijn onvoorstelbaar verburgerlijkte kerk daar niet sterk in is. En de vrome kerken van de rechterflank al helemaal niet. Hier zie ik daar wel iets van.

Thomas Merton over ons Zelf: illusie en ons ware Zelf

Iemand vroeg aan Thomas Merton hoe wij er uit zullen zien in de hemel. Zijn antwoord was kenmerkend en verassend: “there won’t be left much of you there…” (bron James Finley)

Hier staat de vraag naar ons zelf centraal (zie deel 1). In spiritualiteit wordt er vaak een onderscheid gemaakt tussen ons echte en illusoire zelf. Thomas Merton heeft daar veel over gezegd en er is veel over geschreven door anderen. In New Seeds of Contemplation (NSC) komen we veel uitspraken daarover tegen. Een paar citaten in een bepaalde ordening.

Over het onechte zelf

Het ‘leven in duisternis’ begint met de veronderstelling dat mijn onechte zelf, het zelf dat alleen maar bestaat in mijn egocentrische verlangen, de meest fundamentele werkelijkheid in mijn leven is, waaromheen al het andere is geordend. Dus verkwansel ik mijn leven aan mijn verlangens naar plezier en mijn honger naar ervaringen, naar macht, eer, kennis en liefde. Ik tuig dit onechte zelf op en maak zijn totale leegheid tot iets wat ogenschijnlijk echt lijkt. Ik omgeef mijzelf met allerlei afleiding en bedekt mijn zelf onder allerlei pleziertjes…. als omhulsels waarmee ik mijzelf aantrekkelijk maak voor mijzelf en de wereld. Alsof er een onzichtbaar lichaam zou zijn dat zichtbaar zou kunnen worden als je het oppervlak met zichbare dingen bedekt.… Ik ben leeg en het pleisterwerk van plezier en ambities heeft geen enkele ondergrond. Ik wordt wie ik ben in dat uiterlijk. Maar al dat uiterlijk is ten dode opgeschreven door haar toevalligheid. En als ze weg zijn zal er niets van mij over zijn dan mijn eigen naaktheid en leegte; het is een luchtbel. En zij vertellen mij dat ik mijn eigen vergissing ben… (NSC, 27-28)

Deze mensen hebben zichzelf gereducereed tot een leven binnen de begrenzingen van hun vijf zintuigen … maar dat is niet de schuld van hun lichaam. Het is hun eigen schuld omdat ze ingestemd hebben met de illusie die zijn veiligheid heeft gezocht in zelfbedrog en die geen oor heeft voor voor de stille stem van God die hen uitnodigt om op avontuur te gaan en risico’s te nemen door onderweg te gaan in vertrouwen en over de veilige en beschermende begrenzingen van de vijf zintuigen te trekken.  (NSC, 34-35).

Ieder van ons wordt overschaduwd door een illusoir ik; en onecht zelf… Wij zijn geen ster in het herkennen van illusies en al helemaal niet diegene die we over ons zelf koesteren. (34)

We moeten kiezen tussen twee identiteiten: het uiterlijke masker wat ons erg echt lijkt en welk leeft vanuit een schimmige autonomie gedurende de korte tijd van het aardse bestaan en de verborgen innerlijke persoon die in onze ogen niets lijkt te zijn maar die zichzelf voor eeuwig aan de waarheid kan toevertrouwen van waaruit zij bestaat. Het is dit innerlijke zelf dat is opgenomen in het geheim van Christus; door Zijn liefde, door de Heilige Geest. In geheim leven we dus ten diepste in Christus (295)”

Rinie: Een aantal kenmerken en eigenschappen lees ik hier over dat ‘illusoire zelf’ van mezelf. Zij denkt dat ze iets ‘op-zich-zelf’ is en dat zichzelf moet maken en redden. En dat is hard werken en een hoop gedoe. Ze heeft geen fundament en is gebouwd van stro. In dat licht is het ‘verloochenen’ van jezelf of de dood van jezelf niet meer dan het loslaten / achter je laten van een illusie! Van een schijnzekerheid van geld, huis, partner en pensioen. Eigenlijk het opgeven van iets wat helemaal niets is; lucht en leegte.. Het is een schijnwerkelijkheid van angst, kramp en jezelf met kunst en vliegwerk overeind houden! Een kasteel van zand gebouwd op zand… Waarom zijn wij daar zo aan gehecht?

Over ons ware zelf

Contemplatie staat op geen enkele wijze in relate met dit uiterlijke zelf. Er is een onoverbrugbare tegenstelling tussen het diepe transcendente zelf dat alleen in contemplatie ontwaakt en het oppervlakkige uiterlijke zelf dat we vaak aanduiden met de eerste persoon enkelvoud. (NSC, 7)

Het geheim van mijn ware identiteit ligt verborgen in God. Hij alleen kan van mij degene maken die ik werkelijk ben, of liever: degene die ik zal zijn wanneer ik eindelijk ten volle begin te zijn. Maar dit werk zal nooit voltooid zijn als ik die ware identiteit niet verlang, als ik me niet inspan om haar te ontdekken met God en in God…
De zaden die door Gods wil ieder ogenbllk in mijn vrijheid worden geplant, zijn de zaden van mijn identiteit, van mijn eigen realiteit, van mijn eigen geluk, van mijn eigen heiligheid. Die zaden weigeren is alles weigeren, het is de weigering van mijn eigen bestaan en zijn, van mijn identiteit en mijn ware zelf. (NSC, 33)

In de diepste kern van ons wezen is er een punt van niets-zijn, waar zonde en illusie niet zijn doorgedrongen, een kern van loutere waarheid, een vonk die geheel God toebehoort, die nooit tot onze beschikking is, van waaruit God over onze levens beschikt, en die niet toegankelijk is voor de spelingen van onze geest of de brutaliteit van onze wil. Die kleine kern van niets-zijn en volstrekte armoede is de zuiverste glorie van God in ons. Het is, om zo te zeggen, Zijn Naam die in ons is geschreven, als onze armoede, onze behoeftigheid, onze afhankelijkheid, ons kindschap. Het is als een pure diamant die schittert met het onzichtbare licht uit de hemel. Het is in iedereen aanwezig en als wij het konden zien, dan zouden wij de ontelbare lichtpunten zien die samenkomen in de uitstraling en de schittering van een zon, die al de duisternis en de wreedheid van het leven volkomen zal doen verdwijnen… Ik kan daar geen programma voor opstellen. Het is een gave. Maar deze poort van de hemel is overal. (Louisville)

Onze werkelijkheid, ons ware zelf, is verborgen in wat schijnbaar onze leegte is. NSC, 281)

To say that I am made in the image of God is to say that Love is the reason for my existence, for God is love. Love is my true identity. Selflessness is my true self. Love is my true character. Love is my name. Seeds of Contemplation (1949)

Van ik naar Zelf

Voor mij betekent heilig worden mezelf zijn. Daarom is de vraag van heilig wording en redding in feite de uitdaging om uit te vinden wie ik ben, en het ontdekken van mijn Ware Zelf…. God laat ons vrij dat te worden wat wij zelf willen. Wij kunnen al of niet ons zelf zijn; wat we maar willen. Wij hebben de vrijheid om echt of onecht te zijn. We kunnen eerlijk of bedrog zijn. De keus is aan ons. We kunnen de ene keer het ene masker en de andere keer een ander masker dragen, en, als we dat willen, er nooit aan toe komen om met ons ware gezicht naar buiten te treden. Maar die keuzes zijn niet zonder gevolgen. (NSC, 31-32)

Daarvoor moet ik mijzelf leren kennen, beide kanten, het kwaad en het goede wat in mij huist. Het zal niet genoeg zijn om alleen de ene kant te kennen en niet de andere; alleen het goede of alleen het kwade. Ik moet dus in staat zijn het leven lief te hebben wat God mij gegeven heeft; voluit en vruchtbaar. En zelfs goed gebruik maken van het kwaad wat daarin aanwezig is. (Guilty Bystander, 95)

Het is overduidelijk dat er geen speciale methode/techniek is, en ook niet kan zijn, om dat innerlijke zelf te kunnen ontdekken en tot leven te wekken. Omdat het innerlijke zelf pure spontaniteit is die zonder vrijheid niets is…. Zo’n idee zou een volledig misverstaan zijn van de existentiële werkelijkheid waar we het hier over hebben. Het innerlijke zelf is geen deel van ons zijn, zoals een motor is een auto. Het is heel onze substantiële realiteit in zijn ultieme, meest persoonlijke en meest existentiële zin. Het is als leven en het is leven: het is ons spirituele leven op zijn best. Het is het leven waardoor alles in ons leeft en beweegt. Het is in alles en door heel ons leven en overstijgt alles wat wij zijn. … Het is een nieuwe en ondefinieerbare kwaliteit van ons zijn. (The Inner Experience, 6)

Het enige wat we kunnen doen, met behulp van welke geestelijke oefening dan ook, is in onszelf iets van de stilte, de nederigheid/aardsheid, het loslaten, de zuiverheid van het hart realiseren en de fundamentele openheid die nodig is voor het innerlijke zelf om haar verlegen, onvoorspelbare manifestatie van haar aanwezigheid mogelijk te maken. (The Inner Experience, 7)

Op een bepaalde manier kunnen we zeggen dat ons zijn direct communiceert met het Zijn van God. Als wij bij ons zelf binnengaan, ons ware zelf vinden, en door het innerlijke “Ik” verder trekken, worden we naar binnen meebewogen in de immense duisternis waar we “Ik Ben” van de Eeuwige ontmoeten. (IE, 11)

In onze (Christelijke/Joodse/Islamitische) traditie is er een oneindige metafysische kloof tussen het zijn van God en het zijn van de ziel, tussen het “Ik” van de Eeuwige en ons eigen innerlijke “ik”. En toch, paradoxaal, bestaat ons meest intieme “ik” in God en woont God in haar. (IE, 12)

Finally I am coming to the conclusion that my highest ambition is to be what I already am (2 october 1958)

Rinie: Het verschil tussen ons illusoire en ons echte zelf in God is heel groot maar het ontvankelijk worden voor die aanwezigheid in ons vraagt om een heel subtiel onderscheid. Wij vinden die plaats nooit als wij gebruik blijven maken van de werkwijzen van het illusoire zelf. We moeten ons laten verleiden, in een open ontvankelijkheid zonder eigenmachtigheid, door die werkelijkheid. Dan krijgt onze ‘identiteit’ een diepe grond en een werkelijk en houdbaar perspectief.

Over dat onderwerp heb ik een drieluik gemaakt; een serie over mystieke antropologie. Over de Bron (+), ons zelf (+) en de wereld(+).

Mystieke / Contemplatieve antropologie 2

“De omgeving waarin het monastieke gebed gedijt is de woestijn waar de menselijk troost afwezig is en waar de veiligheidsroutines van de menselijke stad geen soulaas bieden….” (Contemplative Prayer, 1)

Direct nadat ik het vorige blog had gemaakt werd ik al onrustig. Dit soort benaderingen wekken de verwachting van vrede, schoonheid en ‘alles is goed’ op. Alsof mystiek iets moois is. Zo mooi is het allemaal niet. Er is ondraaglijk lijden, lelijkheid en kwaad. Een oude man van 94 die zijn dagen slijt in het verzorgingstehuis zonder enige blijk van waardigheid (ik was gisteren bij hem). De dagelijkse wanhopig makende uitzichtloosheid van het Palestijnse volk… De barbarij rondom voetbalvelden… Nee ik ga niet zeggen dat dat er niet bij hoort. Het is alles inclusief of het wordt een vervreemdende spiritualiteit / mystiek. Ja dit is mijn stokpaardje: het Koninkrijk Gods is midden onder ons of het is nergens. In deze wanhoop, in deze puinhoop; Irrsal und Wirrsal.

Om dat een beetje duidelijk te maken ben ik te rade gegaan bij twee boeken van Thomas Merton. Ik weet niet of ik deze zaak in het kort duidelijk kan maken maar ik kwam er ooit op toen ik de vernieuwde vertaling van Contemplatief gebed tegenkwam. In de toelichting zette de vertaler zijn keus uiteen van de vertaling van het woord ‘dread’. Hij kiest voor de ‘vreze des Heren’ wat m.i. een foute keuze is. Heel de spiritualiteit van Merton uit die tijd en in die twee werkjes is doordrongen van de existentiële ervaring zoals die verwoord wordt in Zen en het Existentialisme van Niets, Angst en Leegte. Ik heb daarvoor zelfs de woorden geteld die verwant zijn die ervaring in beide boeken. Deze ervaring is uitermate pijnlijk en ontluisterend. Als hij al verbanden legt dan is dat met het Kruis en de ‘spirituele dood’; de wanhoop van de godverlatenheid. Wij hoeven deze ervaring niet op te zoeken; zij is er. Maar we moeten er niet te snel aan voorbij willen gaan. Zoals volgens mij zeer vaak in spiritualiteit gebeurd. Maar zij is geen doel of eindpunt. We worden niet ‘verzopen’ in de dood van Christus; maar gedoopt…! En die ‘vreze des Heren’ komt veel later pas. De vertaler gaat me te snel.

“Nu snappen we dus dat de doorleefde volwassenheid van het spirituele leven langs geen andere weg bereikt kan worden dan via de verschrikkingen, kwellingen, moeiten en angst die noodzakelijkerwijs de innerlijke crises van de ‘spirituele dood’ vergezellen. Het is de crises waarin we tenslotte onze gehechtheid aan ons uiterlijke zelf achter ons laten en ons volledig toevertrouwen aan Christus. …..

Het doel van de ‘donkere nacht’, zoals Johannes van het Kruis aantoont, is niet simpelweg het hart van de mens te straffen en onrustig te maken, maar is bedoeld om te bevrijden, te louteren en te verlichten in de pure Liefde. Deze weg die door verschrikkingen voert eindigt niet in de wanhoop maar in de volmaakte vreugde. Niet in de hel maar in de hemel.” (CP 88 of 110)

In de geest van Thomas Merton zijn dit geen ervaringen van ‘eens en voor altijd’ maar is dit een voortgaand proces van ervaring die pas in de dood hun (voorlopige?) vervolmaking vinden. Het is de oefening van in elk moment en in elke plaats op de verpletterende werkelijkheid ingaan in een ‘naakt’ geloof.

De ware en heilige benadering van het leven is op geen enkele manier een ontsnapping aan de ‘nietsheid’ die ons overmeesterd als wij aan ons zelf zijn overgeleverd. Integendeel, zij gaat bij die duisternis en dat ‘niets’ naar binnen, dringt daarin door, wetend dat de genade van God onze desolate leegheid heeft getransformeerd tot Zijn tempel. En we geloven dat Zijn licht zich verborgen heeft in onze duisternis. Vandaar dat die heilige grondhouding er een is die niet geschrokken terugdeinst voor onze eigen leegheid maar veelmeer met eerbied en ontzag daar naar binnen gaat in het bewustzijn van dat geheim. (Inner Experience, 53 Vervolg)

Volgens mij gaat het er in deze contemplatieve zijnswijze dus om onze verbijsterende en verpletterende (ervaring van de) ‘werkelijkheid’ binnen te gaan in een vertrouwen op ‘Gods’ verborgen scheppende intimiteit in dit alles. Ook in die werkelijkheid van ons eigen zelf…  Zonder dat wij daarbij ook maar enige ‘grip’ krijgen op deze werkelijkheid. Maar wij kunnen haar dan wel in alle vrijheid binnen optreden. Dat is m.i. de essentie van geestelijke oefeningen en deze grondhouding wordt gaandeweg zich eigen gemaakt. In het begin met veel aarzeling en scepsis. Zien soms even. Het schept op den duur wie weet een bepaalde mate van onverschrokkenheid? Lukt mij dat? Door dit soort literatuur te blijven lezen en niet RTL1/2/3/4/5/6/7/8 te kijken en te geloven; zo nu en dan een klein beetje…

Ja het is een drieluik geworden; deze serie over mystieke antropologie. Over de Bron (+), ons zelf (+) en de wereld(+).

Thomas Merton over Contemplatie

Ik lees op dit moment het boekje van Thomas Merton met zijn toespraken voor abdissen van contemplatieve kloosters. Toespraken uit 1967 en ’68. Ik zal hieruit meer teksten vertalen. Er wordt hem een vraag gesteld:

“De mensen komen naar ons toe en vragen ons hen onderricht te geven over contemplatief gebed. En dat terwijl het al moeilijk is er iets over te zeggen. Wat zijn jouw ideeën hierover wat we hen zouden kunnen meegeven?

Dat zou helemaal een Zen-achtige aanpak moeten zijn! Als jij aan een Zenmeester vraagt, “Wat is de essentie van Zen?”, kun je een klap voor je kop krijgen, of zoiets. En hij zou je daarna aan je lot overlaten om daar een tijdje over na te denken. Onder geen enkele voorwaarde zal hij je een uiteenzetting geven over Zen. Over iets anders misschien, maar niet over Zen.

Die Sufi vriend, waarover ik je vertelde, was hier op bezoek en we hadden een paar bijeenkomsten met hem. Hij is een echte mysticus en heel erg met beide benen op de grond. Een van onze meest serieuze monniken stelde hem de vraag, “Hoe bereik jij de eenheid met God?”. Wat zijn de hulpmiddelen, hoe doe je dat, wat is het systeem? De Sufi lachte alleen maar en zei, “Wij geven geen antwoord op dit soort vragen.” Hij serveerde het af; wilde er niets mee te maken hebben. Je geeft geen antwoord op zulke vragen omdat er maar een antwoord is. En dat is de dynamische eenheid met God.

Zen mensen leggen grote nadruk op het feit dat jij, als je niet zo’n ongelooflijke domoor zou zijn, zou weten dat je verenigd bent met God; dat God allang zo dichtbij is. Oké; iemand komt bij je en vraagt je naar contemplatief gebed. Wat je dan op de een of andere manier moet doen is hem in een positie brengen waarin hij in staat zal kunnen zijn zich bewust te worden hoe dichtbij God is. Daarbij rekening houdend met zijn persoon en zijn achtergrond. Boeddhistisch onderricht zegt dat de enige blokkade hiertoe onwetendheid is. Maar die onwetendheid zit echter wel verweven in alles.

De oorzaak van deze onwetendheid is dat je jezelf te serieus neemt als individu. Je bent te veel bezig met overleven; leven en dood zij zo verschrikkelijk verschillend. Of je levend of dood bent is verschrikkelijk belangrijk omdat je als je als individu sterft alles afgelopen is. Er zijn geen individuen na de dood. Er zijn personen ja maar geen individuen. Ik denk dat dit een heel belangrijk punt is omdat wij Christenen niet geloven in een leven na de dood van het individu. We geloven in een leven na dit leven van de persoon, die vrij is, die allang in God is, die een is met God vanaf het begin. De persoon keert terug naar God en vindt zijn zelf in God op een veel dieper niveau dan een individu ooit zou kunnen. Omdat het individu zichzelf ziet als een kleine geïsoleerde entiteit waarvoor al het andere afgesloten is. Zolang wij individuen zijn kunnen wij nooit een zijn met elkaar. Natuurlijk moeten wij als individuen deze zaak uitwerken. Dus kunnen we indirect wel over de vereniging met God spreken maar er is geen antwoord op de vraag.

Probeer je dan een persoon meer bewust te maken?

The only known photograph of God; Thomas Merton

Bewust van iets wat er al die tijd al is. Natuurlijk, het is er en het is er niet. Het is zeer helder; als je je van “zijn” en “ik ben” gewaar bent en bewust wordt, ben je een ander mens; dat is een revolutie. En ja, dat is heel tegenstrijdig; je moet het op de een of andere wijze omschrijven. Maar als een persoon zich ervan bewust wordt dat God zo intiem is, zo dichtbij dat er geen tussenruimte is, maakt dat een essentieel verschil. Dat is ook zoals je je realiseert dat deze presentie niet afhangt van of je onberispelijk bent of iets wat daarop lijkt. Als het daarvan af zou hangen zouden we allemaal lang moeten wachten op die eenheid met God.” (pag. 114-116)

Ik heb ook een drieluik geschreven; een serie over mystieke antropologie. Over de Bron (+), ons zelf (+) en de wereld(+).