Het tweede recente document over de dood en zijn verwoesting is het boek: ‘De berg van de ziel’
Ik weet niet precies waarom ik bijna alle boeken van Christa Anbeek in mijn bezit heb. Wat mij het meest aan haar boeit is de tomeloze oprechtheid. Zij laat je regelrecht meekijken in haar ervaringen met existentiële thema’s die haar eigen zijn. Dat kan gaan over haar ontmoetingen met Zen, haar liefde voor Mimi tot haar laatste twee boeken waarin zij de rechtstreekse confrontatie aangaat met de dood. Daarnaast spreekt mij haar belezenheid aan.
Dit boek heeft ze samen geschreven met Ada de Jong. Ik heb het in een adem uitgelezen. Ik ga het boek niet uitleggen en bespreken dat wordt elders vele malen beter gedaan. Helaas kan ik hier ook niet meer het prachtige artikel uit Trouw als bijlage toevoegen. Ik heb op mijn kop gekregen van ‘copie politie’. Maar waarom spreekt mij ook dit ‘document’ weer veel meer aan dan de meeste preken die ik de laatste jaren over me heen heb gekregen? Een paar citaten:
‘Als je je kinderen verliest, komt dat nooit meer goed. Daar kan geen zinvol leven tegenop.’ (Trouw 29 mei 2013)
‘En toch heb ik het gevoel dat het niet goed gaat komen met mij. — Mijn echte leven is voorbij’ (232; de laatste regels…)
‘Er zijn krassen op mijn ziel die niet meer genezen’ (Trouw 29 mei 2013)
‘We verdringen dood, eindigheid en kwetsbaarheid in onze maatschappij. Verberg dat zeer dan geloof dat we ons leven verzaken. Het begint met je eigen pijn onder ogen durven zien’ (Trouw 29 mei 2013)
Volgens mij is het ‘de keuze’ om lijden volledig serieus te nemen die mij hierin aanspreekt. Het onoplosbare, het onherroepelijk, het onomkeerbare, het volledig verlorene in de ogen zien. Je niet laten troosten; geen illusies. Niets ontkennen of verdoezelen. We hebben het dan niet alleen over kwetsbaar leven maar ook over gewond, onherstelbaar beschadigd en zelfs dodelijk leven. Het is tegengif tegen het idee ‘dat je van leed beter wordt'(Trouw). Waar komt toch die illusie vandaan van onkwetsbaar leven; van het geluk dat aan onze kant zou moeten staan. Geluk is geen vanzelfsprekendheid of recht.
Christa gaat aan de hand van hun beider ervaringen in het boek in gesprek met de hoofdthema’s van de theologie zoals God, Christus, Geest, mens en wereld. Daar was ik bij de eerste lezing nog niet zo van onder de indruk maar wie weet vraagt dat een tweede lezing en meer eigen reflectie en dialoog denk ik? Ik geloof zelf dat deze wijze van confrontatie met het lijden van het leven leidt tot een heel andere wijze van spreken over de ‘God die deel uitmaakt van leven en lijden’. Het zal dan over actuele en authentieke levende/lijdende incarnatie en immanentie gaan…
Misschien zou er een speciale scholing moeten zijn in verlies. Ik denk nu weer aan het prachtige boek van Judith Viorst: ‘Het Noodzakelijke verlies’. ‘Er is lijden’ zegt Boeddha m.i. zeer terecht en praat dan vervolgens toch weer over een ‘uitweg’? Volgens mij is er geen weg uit het lijden; alleen in…
Ik ga dan nu ook geen uitvluchten benoemen. Het komt niet goed…. En toch doorgaan; gaan waar geen weg is…
Lezend, reflecterend, in gesprek, in stilte, biddend, zingend, mediterend, in handelen, in dromen, in muziek, in beelden en schrijvend. Schrijven zoals Christa Anbeek en van der Heijden dat doen.
Iemand heeft ooit gezegd dat waar wij een punt zetten we moeten leren een komma te plaatsen… Het verhaal gaande houden dus…
(Blog over A.F.Th. van der Heijden is onderweg)
Beste Rinie,
De laatste twee artikelen op je blog hebben mij zeer geraakt. Bedankt, de woorden helpen om het verlies te verwerken. Zelf heb ik niet altijd de juiste woorden om me uit te drukken over een geleden verlies. Met praten erover lijkt er altijd iets incompleet te zijn. Beeld is voor mij een betere taal. Ik mail je een foto van een schilderij waar ik al een goed jaar aan werk maar nog steeds niet af is. Goed is het niet, maar er mee bezig zijn is zalf voor mijn ziel.
Hartelijke groet Joke Beens