Herinnering, Johanna ter Steege en vergeving

Het is een verhaal wat mij altijd is bijgebleven; een herinnering… Ik denk dat ik dit verhaal wel meer dan zestig keer heb verteld en met ‘succes’.

Ik moet 22 zijn geweest. Ik was een van de leiders van een jeugdkamp van ‘Het Clubhuis’ in Rijssen. De leeftijd was van 13 tot 15 jaar. Woensdagnacht wordt ik door een meisje uit de groep geroepen; ‘Johanna ligt te huilen’. Ik ga naar haar toe op de slaapzaal en zie dat ze erg overstuur is. Ik neem haar mee; ze is intens verdrietig. Huilend, hortend en stotend vertelt ze het verhaal wat in mijn herinnering ongeveer als volgt klonk.

“Opa, waar ze thuis op de boerderij heel veel mee speelde, was ineens dood neergevallen (waar ze bij was?)…. En de achterbuurman was overleden. Deze achterbuurman had een zoon. Aan deze zoon werd nu echter een vreselijk geheim verteld… Zijn vader, die was overleden, was zijn vader niet maar zijn opa. En zijn moeder was zijn moeder niet maar zijn oma. Zijn veel oudere zus was zijn echte moeder… Zijn echte vader was er toentertijd vandoor gegaan…..”

137704_300Ik was pas bekeerd en zeer veel bezig met geloof. De meeste kinderen uit Rijssen en omgeving kwamen uit actief gelovige en kerkelijke gezinnen… We hebben het over 1974… Dus vroeg ik haar of ze geloofde..”ja”. Dus ging ik met haar bidden; voor Opa, zijn familie en voor het ingrijpende verhaal van de achterbuurman rondom zijn (klein)zoon en de moeders. Ze was inmiddels rustig geworden en ik bracht haar naar bed. Na een half uur ging ik even bij haar kijken of het nu echt goed was. Niet helemaal dus. Ze lag te piekeren over die man die was weggelopen, de inmiddels echte vader, of God hem wilde vergeven…. Of ik daar ook nog voor wilde bidden met haar. Ik was perplex; een kind van 13 wat zo met het leven, schuld en God bezig was…

Nu was ik pedagoog in opleiding en herinnerde me een verhaal van de pedagoog Langeveld die elke handeling van een volwassene t.o.v. een kind vertaalde in de al-of-niet uitnodiging tot de weg naar ”zelfverantwoordelijke zelfbepaling”. Ik zei tegen haar dat ze zelf ook kon/mocht bidden. En ik beloofde haar dat als zij nu zelf zou gaan bidden daarvoor dat ik naar buiten zou gaan en hetzelfde zou doen. En dat heb ik gedaan. Buiten gekomen schoot me het verhaal van Jezus te binnen over gebed dat hij ‘illustreerde’ met de vergelijking met een kind wat aan de vader om brood vraagt dat hij dan toch geen steen zal geven? ” Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden.”(Mattheus 7: 11) Ik wist het; dit gebed zou verhoord worden! Ik ging nog even terug naar de slaapzaal en vroeg aan Johanna ‘Ben je een kind van God?’; ze zei ja. En vertelde haar dat God haar haar vraag niet zou weigeren en dat haar gebed verhoord was en ging weg. De volgende morgen kwam ze naar me toe en vertelde dat ze pas kon slapen nadat ik haar dat verteld had… De zekerheid van vergeving voor die man…

Wat heb ik het vaak verteld… En welke wedergeboortes heeft mijn geloof ondergaan…

Het bleef mij bij, dit verhaal, als een prikkelende herinnering. Johanna ter Steege; zo heette ze. Tot ik vele jaren later ik haar naam weer tegenkwam in de krant. Een Johanna ter Steege kreeg lovende kritieken voor haar rol in de film Guernsey. Een lichte huiver ging door mij heen.. zou zij….? Nee, dat kon niet. Dat zou te toevallig zijn. Maar de nieuwsgierigheid bleef. Ik Googlede om een mailadres te kunnen vinden. Ik schakelde mijn zoon in. Geen link naar haar persoonlijk te vinden. 497Ik gaf het op. Tot mijn vrouw mij op mijn verjaardag  kaartjes cadeau deed voor de voorstelling ‘Hiroshima mon amour’. Een aangrijpende en ontroerende voorstelling over liefde, vreselijke herinneringen en de zoektocht naar..? Zou het vergeving zijn? Een van de beelden die mij raakte was het vele ‘water’ wat ze dronk om iets weg te spoelen? En het water waarmee ze zich aan het eind probeerde te wassen? Was het gieten van het water over zich heen een vorm van doop? Geen idee; als het mijn inlegkunde is dan vind ik dat een heel mooie vertaling… En het met gespreide armen gaan liggen op haar stervende geliefde… Was dat het overschaduwen van de stervende met de lijdende Christus…?

266px-Johanna_ter_SteegeNa afloop van de voorstelling sprak ik haar aan in de foyer. Stelde me voor als Rinie Altena. Het zei haar wel iets maar ze wist niet wat. Ik vertelde haar van een jeugdkamp / Rijssen / huilen / Opa… Ja dat herinnerde ze zich zeker; vooral het huilen. Ze corrigeerde mijn historische/geheugen vertekeningen tot het juiste verhaal. Bij het thema van het hartstochtelijke verlangen naar vergeving werd ze helemaal wakker. Haar regisseuse Karina Kroft, die naast haar stond, zei ‘dat is een thema van je; wat apart!’. En zij beaamde dat. De rest greep me teveel aan me daar nog veel van te kunnen herinneren. Ik meen me te herinneren dat Karina het verhaal een juweeltje of zoiets noemde.. Zij was het! En het hart van het jonge kind was met het ouder worden niet verkalkt! Nog steeds was ze een en al empathie/compassie/geraaktheid. Verlangen naar vergeving en verzoening? Voor alles en iedereen? Anders kun je dit toch niet zo spelen?

Ik weet het niet; natuurlijk overdrijf ik zoals altijd. Ik ben alleen dankbaar dat ik haar twee keer heb mogen meemaken en ik denk dat God haar nog steeds verhoord… Gebeurt verzoening dan nu alleen nog in theater? Ik kom deze geraaktheid en gevecht om verzoening en liefde in de kerk helaas nog maar bij een enkeling tegen…

“and these visions of Johanna are now all that remain”

Mystieke / Contemplatieve Antropologie 3 De wereld

Het is een drieluik geworden; deze serie over mystieke antropologie. Over de Bron (+), ons zelf (+) en de wereld(+). ‘Natuurlijk‘ doe ik dat aan de hand van Thomas Merton. Ik zou niet iemand anders kennen die die drie zo natuurlijk verweven heeft in al zijn geschriften! Zo kwam er recent een studie uit over zijn denken over de ‘omgeving’. Dus ook in ons denken over onze verhouding tot de natuurlijke werkelijkheid inspireert hij.

Ik hehandel het perspectief op de wereld aan de hand van een vertaling van een ontmoeting met een aantal contemplatieve vrouwen (prioressen) in 1968. Ik vertaal integraal het eerste deel van de sessie over “Contemplatief leven als profetische roeping“. Op de achtergrond in deze ontmoeting horen we de studenten opstand in Parijs, het Tweede Vaticaans Concilie, de oorlog in Vietnam en de dreiging van een kernoorlog. In dit blog gebruik ik zelfgekozen ‘actuele’ illustraties van wat hij zegt. Wat volgt zijn dus voortdurend zijn woorden. Hij is op zoek naar de profetische rol van de contemplatieve ordes. Maar in de stijl van zijn denken is dat geen andere dan de rol van welke andere gelovige dan ook. Dus spreekt hij ook mij aan….

>>>

merton9

“Ik wil over het profetische aspect van onze roeping praten. Zoals ik dat hier zal behandelen is nooit zo door iemand anders gezegd. In een bepaald opzicht is dit geen mainstream positie; het is radicaal en persoonlijk. Ik voeg mij daarbij bij nogal wat mensen die zich normaal gesproken buiten de structuren van de Kerk bevinden en die door nogal wat jongeren nagevolgd worden.

Alle zogenaamde profetische bewegingen van tegenwoordig falen omdat zij, op de een of andere wijze, toch weer ‘passen’ binnen onze samenleving. Het gigantische probleem waarvoor we staan is het verschijnsel dat we in een maatschappij leven die het afwijkende in haar systeem weet te integreren. De stelling achter dit standpunt is, met andere woorden, dat we in een totalitaire maatschappij leven. In de politieke zin is zij niet fascistisch maar op een bepaalde manier is zij wel in de economische zin zo georganiseerd. Het draait allemaal om winst en marketing. Binnen dat systeem is er geen vrijheid. Je heb alleen maar keuze uit gimmicks, je merk TV, jouw opties van de auto. Maar je bent niet vrij om geen auto te hebben. Met andere woorden, het leven is voor iedereen vastgelegd. Zelfs de hippies met hun alternatieve levensstijl leven in een voorgeprogrammeerd alternatief. Hoewel ze een serieuse poging doen om zich daaraan te onttrekken. Ze stichten onrust, ze doen wat stof opwaaien, iedereen is redelijk geschokt en aangedaan en er zelfs en beetje door opgewonden. Maar na drie jaar is de hele zaak over en komt er de volgende mode voorbij. Het stelt allemaal niets voor.

Wij religieuzen vallen onder dezelfde categorie. Ook wij zijn goed voor een bepaalde hoeveelheid nieuws items. Het Vaticaans Concilie zorg voor meerdere columns en nonnen zorgen voor enkele veranderingen. En daarna is alles weer voorbij. We worden meegenomen in een levensstijl waarin alles gereduceerd wordt tot een bepaalde onverschilligheid; het maakt allemaal niets uit. Op pagina 1 staat een non met een nieuw habijt en op pagina twee staat een striptease danseres -de nieuwswaarde voor beiden is even groot. Er is geen enkele aanwijzing dat het een belangrijker zou zijn dan het andere. Er is alleen verschil in hoeveelheid. Een bericht is zo-en-zo veel ruimte en tijd waard op televisie. De mensen die ik ken en die betrokken zijn bij het maken van televisie zeggen dat ze onder de indruk zijn van de technische expertise die erachter schuil gaat. Wat er voor de camera verschijnt is onbelangrijk. Het belangrijkste wat is er allemaal mogelijk is met al deze technieken en niet wat er door gecommuniceerd wordt. Dit is het ‘systeem’ wat ons uitdaagt tot een profetisch antwoord.

Wat gaan we doen? Wat moet de profetische persoon doen? Het oude conservatie antwoord van afscheiding – mensen eenvoudigweg achter tralies zetten – heeft hierop natuurlijk geen enkel effect. Kijk naar de geschiedenis van profetie in het Eerste testament. Een van de kernpunten van wat er tegen de profeet Abraham werd gezegd was: “Verlaat de mensen om je heen”. De profeet moest een bepaald soort samenleving en maatschappelijke structuur achter zich laten. Om profeet te zijn moet je jezelf in de hand van God leggen en vandaar verder trekken. Mozes en het uitverkoren volk moesten het syteem van Egypte verlaten. Er wordt niets gezegd over de mogelijke immoraliteit van Egypte. Het was noodzakelijkerwijs niet echt slechter dan welk ander land. Maar de mensen moetsen eruit wegtrekken omdat ze niet vrij waren; omdat iemand anders hen vertelde wat ze moesten doen. Iemand anders bepaalde hun hele leven voor hen.

Het woord hiervoor is vervreemding, een woord dat door Marx en Freud veel gebruikt wordt. Ik ga nu even niet in op hun gebruik van dit woord door hen, maar de mensen van vandaag zijn vervreemd; bewust of onbewust. Hoe dan ook vertelt iemand anders hen wat ze moeten doen; iemand anders bepaalt hoe het leven geleefd moet worden. Als mensen slaven zijn is het overduidelijk dat iemand anders over hun leven beslist zonder dat hij bang hoeft te zijn voor straf. Maar ook in ons geval, bij het werken voor geld, wordt onze arbeid bepaald door de belangen van iemand anders; ons werk moet passen in hun systeem. Hoe meer mensen betrokken zijn bij iets wat door iemand anders is opgezet hoe minder zij vermoedelijk in staat zijn hun eigen leven in te richten en vorm te geven.

Onze samenleving is zo ingericht dat mensen daar gelukkig mee zijn. In een politie- of een totalitaire staat zou je willen ontsnappen. Onze maatschappij zorgt voor genoeg beloningen zodat je daar volledig mee kunt instemmen; op voorwaarde dat je je eigen auto, tv, huis, eten en drinken krijgt. En voldoende andere soorten van comfort/troost.

Nu lopen tegen we tegen een probleem aan als we hierover willen praten. We begeven ons namelijk op het gevaarlijke terrein van de oude conservatieve Katholieken die de wereld benaderen als zijnde boosaardig. En dat ons verlangen naar stoffelijke dingen slecht zou zijn. Het is alsof je aan een slinger draait: de wereld is slecht, zie af van plezierige dingen, geef je geld weg, verloochen je eigen wil, enz. Het probleem van het innemen van een kritische positie is dat de gemiddelde progressieve Katholiek onmiddellijk zal zeggen: “Daar heb je oude liedje weer…”.

Hoe kunnen wij kritisch staan t.o.v. de wereld? De wereld is goed. En dan krijgen we de nogal naieve benadering die zegt: “Begin alsjeblieft niet over die zogenaamde vervreemding, wij zijn gelukkig. Dit is het echte leven. Het is mooi, het is geweldig”. Aan de andere kant zijn er mensen zoals Lewis Mumford, Jacques Ellul en Herbert Marcuse die zeggen dat dit vervreemde leven niet goed is. Dat het uiteindelijk een slechte zaak is omdat de uitkomsten hiervan niet echt zijn. Ze zijn van kwantitatieve aard en niet kwalitatief.

Wat gebeurde er in het Eerste Testament met Elia de profeet? Hij moest in zij eentje opboksen tegen het complete systeem. Op een gegeven moment heeft hij het hele leger van Jezebel achter zich aan en moet hij vluchten. Hij vlucht de woestijn in, in de richting van berg Sinaï en moet zich in een grot verbergen. Hij dreigt te sterven van de honger en de raven komen hem voedsel brengen. Hier bevinden wij ons in het hart van de profetische Carmel traditie. Iets vergelijkbaar gebeurd er met Sint Franciscus. Ook voor hem is er sprake van een radicale breuk met de wereld naar een profetisch en bevrijd leven waar hij zijn eigen keuzes kan maken. Hier gaat het om! Johannes de Doper is een ander voorbeeld.  Iedere keer weer als jij keuzes maakt vanuit je diepste innerlijk wordt jij niet voorgeprogrammeerd door iemand anders.

Een van de kernvragen van het profetische leven is dat de persoon die mensen probeert wakker te schudden dat niet door tegen de mensen die slaaf zijn te zeggen dat ze zich moeten bevrijden maar mensen die de illusie hebben dat ze vrij zijn te vertellen dat ze slaaf zijn. Dat is geen aangename boodschap…. Het is geen echt nieuws als je tegen zwarten zegt dat ze een moeilijk leven hebben. Het profetische is als je tegen blanken mensen gaat zeggen dat ze de zwarten nodig hebben om bevrijd te worden zodat ze zelf bevrijd kunnen worden. Er zijn maar weinig mensen die dat zeggen. James Baldwin doet dat. Veel mensen denken dat er enkele blanken zijn die de zwarten iets willen geven en dat de zwarten de blanken een gunst bewijzen door dat in dank in ontvangst te nemen. En dat op die manier iedereen gelukkig zal worden. Wij moeten ons realiseren dat dit “progressieve” standpunt evengoed een valkuil kan zijn; net als al die andere.

Als wij willen voldoen aan onze profetische roeping, moeten we ons realiseren, of we nu revolutionair zijn of niet, dat we radicaal genoeg moeten zijn om ons los te kunnen maken uit dat wat ten diepste een totalitaire maatschappij is. En wij maken daar deel van uit. Het is niet een maatschappij die er aankomt, zij is er nu. Wij moet dus echt alert zijn op sommige van de mensen die ik net noemde. Hoewel ze soms als pessimist worden gezien. We moeten ook onze aandacht vestigen op de profeten in de Bijbel die uit hun volk werden weggeroepen om zich opnieuw ergens te vestigen waar zij vrij voor het aangezicht van God keuzes kunnen maken zonder dat zij voorgeprogrammeerd worden door de maatschappij waarin zij leven.

We moeten onder ogen zien dat ons contemplatieve leven zoals wij dat nu vormgeven niet alleen niet-profetisch is maar het is zelfs anti-profetisch. Het is ontworpen om zelfs maar kleinste vorm van profetische reactie te blokkeren. Als iemand van ons hier iets profetisch zou doen zou het de hele gemeenschap shockeren. We kunnen er niet mee omgaan. We proberen de zaak zelfs systematisch aan te passen door iets te realiseren waarin iedereen veel vrij tijd heeft, een minimum aan werk en met niemand op zijn nek. Dat is een prettig leven maar het heeft niets te maken met een contemplatief leven.

Ik denk dat we het beter kunnen doen dat dat. Niet alleen individuen maar de hele gemeenschap zelf zou profetisch moeten zijn. Dat is een ideaal natuurlijk. Maar dat is onze taak: niet om profetische individuen voort te brengen die ons alleen maar hoofdpijn zullen bezorgen, maar wij willen een profetische gemeenschap zijn.

Wij moeten ons dus niet identificeren met de mensen in onze tijd?

Ja en nee. Wij moeten voor hen een teken van tegenspraak zijn wat hen herinnert aan een vrijheid die ze zelf overboord hebben gegooid. Maar dat betekent dat wijzelf die vrijheid verworven dienen te hebben of in ieder geval daar naar moeten zoeken als we die nog niet hebben.” (TSoC, 129-134)

>>>>

Rinie: Wat mij hierin aanspreekt is het op een alternatieve wijze midden in het leven mogen en moeten staan als gelovige/contemplatlief. Geen antibeweging maar een in de vrijheid en de liefde staand iemand. Is Compassie daar een goed voorbeeld van? Ik weet wel dat mijn onvoorstelbaar verburgerlijkte kerk daar niet sterk in is. En de vrome kerken van de rechterflank al helemaal niet. Hier zie ik daar wel iets van.

Kerk als een tegendraadse oefenplaats? Herman Paul en Bart Wallet

Kwam een leuk nieuw boekje tegen. De inleiding pakte gelijk: een zoektocht naar kerk en geloven wat ‘verschil’ maakt / wat ergens toe dient / wat er toe doet: dagelijks / in de buurt / maatschappelijk / de toekomst van de aarde. Kerken als oefenplaatsen in tegendraads gelovig leven.  Negen tegendraads theologen passeren de revue. Maar alleen al deze inleiding deed mijn hart opengaan. Eindelijk weer kerk en politiek in een adem… (W.T. Cavanaugh). Hoe lang is dat geleden….? Dat er zelfs een theoloog als Tim Keller in stond vergroot alleen maar mijn plezier want het maakt mij nieuwsgierig. Ik zal elk interview langs gaan en door de (lees)tijd heen reageren. De beide schrijvers hebben een link naar het tijdschrift Wapenveld. Enkele portretten stonden daar al in. Kijken of ze me raken. Woorden die mij in ieder geval niet aanspreken zijn ‘morele vorming’ en ‘zelfverloochening’. Het laatste en het eerste zijn geen doel: het gaat er, m.i., om dat we ons laten raken door het appel wat aan ons voorligt en gaan handelen/geven uit die betrokkenheid. Het delen en geven van ons leven omdat we ander zien, horen en voelen. Liefde als offergave; opdat het goed wordt. (de rest van de inleiding is een irritant voorsorteren op vragen van de makers; alsof ik zelf niet kan lezen en bedenken…).

1. Richard B. Hayes Centraal thema van deze ontmoeting is de postliberale (Postliberal Theology) bijbeluitleg. Hoe lees je de bijbel zo dat je niet in de valkuil van het sterk historisch en kritisch lezen of van het letterlijk lezen. Dit vraagt een verbeeldende en narratieve lezing(= figuratief?) waarin de eigen werkelijkheid wordt wordt begrepen vanuit de werkelijkheid in het bijbel verhaal(Viervoudig schriftzin). Daarbij moet men wel het verhaal lezen in de context van heel het boek en de andere bijbelboeken. De ijkpunten die hij noemt zijn het Kruis, gemeenschap en nieuwe schepping(37). Waar ‘ik’ blijf in deze benadering zie ik niet? Ik mis de dialoof/interactie…

2. Stanley Hauerwas “Ik wijdde op 15-jarige leeftijd mijn leven aan de dienst van God, vanuit de gedachte dat als God mij niet wilde redden, ik Hem onder druk kon zetten door dominee te worden“43 Alleen al van zo’n zin wordt ik vrolijk van; een oprecht mens. En even verder..“Ik schaam me naar voor de manier waarop het evangelie (in de VS) wordt misbruikt  voor een programma van patriottisme en individualisme.” Onder invloed van Barth, Yoder en Jezus komt hij tot een radicaal pacifisme. In zijn benadering kwam de kerk als politieke gemeenschap van God met centraal daarin de eucharistie centraal. Een gemeenschap waarin naar alternatieven wordt gezocht voor euthanasie, abortus en oorlog. En niet de seculiere overheid al te zeer naar het zin willen maken. In mijn oren neigt hij nogal naar een ‘superieure’ positie van de gemeente t.o.v. de wereld maar is daar zelf heel dubbel in door zelf geen echt deel uit te maken van een gemeente…… In de rij van God, schrift, gemeente, liturgie en subject is het voor mij niet duidelijk waar hij de ‘autoriteit’ legt…

3. Samuel Wells Een man met het hart van een pastor, een geraakt zijn door de armoede en een goed stel hersenen die hij voor beide wil inzetten. .. een van de armste wijken… 15 betrokken volwassenen …. lag wakker .. foto van de mensen in de wijk in de kerk… het werd een verhaal met God in de hoofdrol.. zoals in de bijbel..60 Voor hem spelen zijn preken een heel belangrijke verbindende rol. Maar naar aanleiding van de keren in de VS zegt hij ook: Het is prachtig iedere zondag voor 1.200 mensen te preken maar je liegt tegen jezelf als je denkt dat het Koningkrijk van God dichterbij is omdat er meer mensen voor je zitten”62. Werkelijke beslissingen over het leven in deze wereld zijn ingebed in een leven van navolging, waarin het karakter wordt gevormd en gekneed”65. Zijn focus is dus de morele karaktervorming in de christelijke gemeente. De kern zit in het handelen en niet in de intellectuele doordenking. In werkelijke handelingen van compassie. Niet het woord maar het leven; sacramenteel handelen. Een ‘dramatisch’ gebeuren noemt hij dat. Een leven dat de ‘verbeelding’ prikkelt en waar ‘verzoening’ gebeurd.

Ik stop er mee. Het wordt teveel. Ik schrijf bij elke theoloog een leuk citaat en daar houd ik het bij. Er komen er nog een paar voorbij wier theologie gegrond is in echte existentiële lijdenservaringen. Het maakt dat het echt ergens om gaat! Van N.T. Wright en Tim Keller snap ik niet dat ze er bij staan? In de maatschappelijke zin absoluut niet inspirerend. Dan had ik Huub Oosterhuis leuker gevonden? Trouw: ‘Red hen’ Oosterhuis

Ik vind het voor een leek veel te moeilijk(vraagt veel kennis / veel onbekende namen en termen voor mij) maar als je daar overheen leest is het een fantastisch boekje wat kerkzijn weer bij/in de tijd wil brengen. En dat is veel meer dan ethiek. En waar dan de autoriteit ligt: God / Traditie / Politiek / Gemeente / Liturgie / Bijbel / Jezus / Geest / Sacramenten / de lijdende / mij? Als het zoden zet aan de dijk van Gods Koninkrijk ben ik blij… (ben wel benieuwd naar wat Frits en Bert hiervan vinden)

4. Oliver O’Donovan

“Je vertelt de ander niet wat jij denkt, maar vraagt hem hoe zij tegen de dingen aankijkt”

5. Bernd Wannenwetsch

“Ik denk dat we een soort seismografische gevoeligheid zouden moeten ontwikkelen, die ons leert in te zien wat in welke tijd de moeite van het signaleren, ontmaskeren of bestrijden waard is.”98

6. Brian Brock

“De vraag is dus niet hoe het met onze christelijke karakter eigenschappen staat, maar of we God ontmoeten, of we zijn stem horen, of we zijn verborgen omgang kennen. (o.a. in het zingen van de PsalmenAlleen zo’n leven de omgang met onze Schepper leert ons hoe te leven, wat voor relaties we kunnen aangaan, hoe we voor onze kinderen kunnen zorgen, welke producten we het best kunnen kopen en tegen welke slechte gewoonten we te strijden hebben.” 115

7. Miroslav Volf

“Het christelijk geloof is niet westers, Amerikaans, kroatisch of Nederlands. Als dit besef verdwijnt, dan wordt het tijd voor een verklaring als de Barmer Thesen – tegen het tribalisme, tegen elk groepsdenken dat zich tooit met christelijke frasen of symbolen.”127

“Instead of reflecting on the kind of society we ought to create in order to accommodate individual or communal heterogeneity, I will explore what kind of selves we need the be in order to live in harmony with others” 129

8. Tom Wright

“Ik raakte in het onderzoek gefascineerd door karaktervorming en transformatie. (zijn bestudering van Paulus) En daaruit kwam duidelijk naar voren dat je wordt wat je aanbidt.” ( zijn laatste twee boeken zijn wel een echte aanrader!)

9. Tim Keller

En ter relativering: ‘Als je het begrijpt, dan is het niet God’ (Augustinus)

Zie ook: Ronald van den Oever en Jos Douma maar bij hen mis ik volledig de politieke en maatschappelijke dimensie van de oefenplaats. Wat juist bij deze denkers heel centraal staat. Zij associëren het begrip oefenplaats met spiritualiteit en daarmee lijkt de maatschappelijke dimensie van het tegendraadse uit het beeld te verdwijnen..?

Hoe meer ik van hun leeswijze lees hoe geschokter ik ben. Maar mischien ben ik degene die de verkeerde bril op heb….? Eerst heet het ‘tegendraadse theologen over kerk en ethiek’ (ondertitel). In hun reactie pakken ze het woord oefenplaats en tegendraads en verbinden dat met spiritualiteit. Vervolgens gaat het helemaal niet meer over bijbeluitleg en de maatschappelijke werkelijkheid (zie Cavanaugh). Het woord spiritualiteit ben ik nauwelijks tegengekomen in het boek. Bijna manipulatie….?

Heeft God een offer nodig voor zijn vergeving?

Nu wil ik het wel eens weten van mijn theologische familie, vrienden en kennissen… Hoe lezen zij inmiddels, heel persoonlijk, het Paas evangelie? Dit zit me, als gelovige, al heel lang dwars. Ik ben er onrustig over. En toen een zeer goede vriend van mij reageerde op een facebook bericht van mij, op 6 april, over mijn ‘lijden’ op Goede Vrijdag was de beer los. Ik wil het weten.

Ik ‘bekeerde’ mij in de studententijd m.b.v. van de ‘brug illustratie’. Dankzij het sterven van Jezus voor mijn/onze zonden kon ik weer met God verzoend worden. Door Jezus aan te nemen als mijn Redder en Verlosser werd ik verlost. Ik was opgegroeid in de Gereformeerde Bond van de Hervormde Kerk dus was mijn geloofsbelijdenis een logisch vervolg.  Het antwoord op de belijdenis vragen was dan ook ‘Ja’; uiteraard vol aarzeling. Nu, lezend wat toen de vragen waren, kan ik eigenlijk niet vinden dat ik mij hierover (dat offerverhaal) moest uitspreken. Ik verbond mij wel met het belijden van de kerk. En daar was dat offerverhaal wel heel sterk aanwezig via de catechismus (1563).

Zondag 1
Vraag 1: Wat is uw enige troost in leven en sterven?
Antwoord:
Dat ik met lichaam en ziel, in leven en sterven1, het eigendom ben, niet van mijzelf2, maar van mijn trouwe Heiland Jezus Christus3. Want Hij heeft met zijn kostbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald…..

Ik was gedoopt, opgevoed, gepokt en gemazeld en doordrenkt van deze offer- en bloed-theologie. Maar echt aansprekend vond ik dat niet. Natuurlijk hoorde ik wel van Herman Wiersinga en later Kuitert maar die gingen in hun ‘vrijzinnigheid’ iets te ver voor mij. Maar de twijfel / ambivalentie bleef… Van binnen stond me die ‘God der wrake’ tegen. Maar was dat  de ‘ergernis’ van het Kruis? Er kwamen vragen zoals:

> Die ‘schuldoffercultus’ spreekt die mij aan? Inspireert dat mij?
> ‘Moest’ hij betalen aan God voor mijn/ons leven; wilde God een offer?
> Zo erg waren die zonden toch ook weer niet van mij? Zijn dat doodstraf-zonden?
> Wil/Moet God bloed zien? Wil hij zijn eigen zoon offeren? Heeft Hij dat nodig om mij te vergeven? Hij is toch geen Baal?
> Heb ik dan te weinig zondebesef?

> is God dus voor de doodstraf?

In mij zijn deze vragen nog steeds niet bevredigend beantwoord. In de kerk zijn er nog zo ontzettend veel liederen, gebeden en preken die ‘impliciet’ of expliciet dit zo vertellen. In ieder geval heeft de PKN in zijn belijden hier nooit afstand van genomen? De evangelisch theoloog Brian Mclaren heeft er wel flink afstand van genomen. En ik? Deze vragen zijn mijn emotionele verwarringen als ik naar God kijk. Wie is hij, hoe kijkt hij naar ons? Wat wil hij van mij? Dat beeld van die God die een mensenoffer eist verward mij. Ik durf niet te kiezen. Er zijn zoveel teksten in de bijbel (OT / Paulus / Hebreen) die deze wijze van kijken ‘bevestigen’ en er zijn zo weinig theologen die deze wijze van kijken expliciet afwijzen. Ik merk dat ik blij zou zijn als het zou blijken een ketterij te zijn…. Ik durf mij voor het eerst zo duidelijk uit te spreken; het beangstigt mij.. Ik wil toch wel heel graag een bijbels / orthodox gelovige zijn… De woorden als schuld/ straf / betaling /  bloed / verzoening / zoenoffer / vergelding / satisfactie / plaatsbekleding gieren door m’n hoofd(= Anselmus?).

Ja; ik wil antwoorden van die vrienden van mij… Maar dan moeten het wel in de eerste plaats existentiële/personale antwoorden zijn. Daarna mogen ze in gesprek gaan met hun eigen gemeenschap / traditie en tenslotte mogen ze ook nog theologen zijn. Ik ben benieuwd. Ik heb ze gevraagd de omvang van een blog aan te houden. En liefst met illustraties.

Reacties: Gerrit / Jeronimo / Ruben / Gerhard / Wim / Harry / Bert / Arend

Meister Theoderich von Prag 1360-1381

Marius Noorloos: Evangelisch-orthodox; de toekomst?

Ik heb me flink opgewonden over het interview met Marius Noorloos in Trouw. Mijn vrouw vindt dat ik het te negatief lees maar ik blijf me storen aan een paar zaken. Zij is juist heel positief over zijn initiatief.

“Veel kerken zijn gevlucht in het activisme. Vooral in de jaren tachtig werd de inhoud van het geloof ingeruild voor protest tegen kernwapens.”

Ingeruild? Was het maar waar. Voor mijn beleving was de laatste werkelijk spannende activiteit van de kerk de Vredesbeweging; waarna het, op dat soort punten, heel stil is geworden. Dat was geen inruil tegen het evangelie… Ik zie nog prof. Berkhof met het ‘Blauwe Boekje’ in zijn hand in Utrecht. Dat was werkelijk evangelische bevlogenheid. (En natuurlijk de strijd tegen de Apartheid.)

‘Als kerk moet je Jezus Christus centraal stellen…… Inzet voor de maatschappij is broodnodig, begrijp me niet verkeerd, maar vergeet het evangelie niet. Dat is olie voor de motor.’

Hij stelt daar, naar het lijkt, het evangelie/Jezus en maatschappelijke inzet toch een beetje tegenover elkaar. Alsof dat een tegenstelling is!? Alsof er in die jaren niet mensen waren als Thomas Merton, Jurjen Beumer en Dorothee Sölle die die twee onlosmakelijk en heel intiem met elkaar geïncarneerd zagen. De leegloop van kerken, het verschijnsel van de burn-out bij predikanten is een veel ingewikkelder probleem dat dat activisme van voorheen! Ik kan me na de jaren tachtig geen ‘activisme’ meer herinneren en toch ging de leegloop (veel harder) door. En het ‘succes‘ van evangelischen en orthodoxen (die elkaar lang niet altijd verdragen!) moet ik op de lange termijn ook nog zien. Kijk naar het fenomeen van de post-orthodoxen en post-evangelischen en de vele scheuringen in evangelische gemeenten. Blinken en verzinken.

Nu kan ik daar wel de uitspraak van Karl Rahner: ‘De vrome van morgen zal “mysticus” zijn, iemand die iets “ervaren” heeft, of hij zal niet meer zijn; 1966’ tegenover zetten. Maar dan ga ik ook weer aan heel veel dingen voorbij. Zoals het verband tussen leeftijdsfasen en geloofsvormen / geloofsverhalen. En het verband tussen kerkgemeenschappen en sociale en maatschappelijke verbanden. Zie en lees wederom Joep de Hart.

Maar als je de rest van mijn blogs leest dan zul je zien dat mijn de impliciete en expliciete  aanwezigheid van het Koninkrijk van God en het verborgen en manifeste lichaam van Christus (in) deze wereld mij het meest inspireert en levend maakt. Me daarin/daardoor mee laten nemen. Dat is geen succes nummer maar veelmeer de weg van de graankorrel. Het effect? Geen idee…. En een kerkelijke gemeente? Dat is als het goed is een oefenplaats in het je laten meenemen in deze werkelijkheid. En een predikant? Die snapt daar een klein beetje van. En is hij/zij dat een beetje kwijt; dan zou een beetje geestelijke begeleiding geen gek idee zijn…

Sorry schat; ook na zes keer lezen kan ik geen vuur vinden in dit krantenartikel. Zelfs het woord secularisatie is een achterhaalde term… En iemand die vroom en radicaal tot twee dingen maakt met het tussenvoegsel ‘en’ wekt in ieder geval de schijn dat dat twee dingen zijn. Jezus was/is de werk-elijkheid van God (in) deze wereld..

En voorbeelden van predikanten van na hun ‘dode punt’ heb ik niet zoveel. Wel voorbeelden  die dat punt nog voor zich hebben of in zich mee dragen: Inger van Nes / Time to Turn / en ikzelf natuurlijk. En, o ja, een voorbeeld van een gereformeerd theoloog die door de tijd heen meer is gaan geloven.

4 x kerk van de Toekomst; Joep de Hart

Mijn eerste ervaring was van een paar maand geleden. We hadden een gemeentevergadering over de toekomst van onze gemeente (Gereformeerd/PKN). Ik denk dat er toch wel een 200 gemeenteleden aanwezig waren en de boodschap was dat we binnen tien jaar 2o% minder inkomsten zouden hebben. Toen ik om mij heen keek dacht ik… Whoow… dat zal precies andersom zijn: we hebben dan nog 20% van deze mensen over en de rest zal uitgestorven zijn. Ik denk dat de gemiddelde leeftijd van de aanwezigen boven de 70 lag?

Lijkt er op

De tweede ervaring was een Vrije Evangeliegemeente waar in een sporthal wel 1500 jongeren en ouderen aanwezig waren. Een preek van een zekere ‘Achter de Molen’ waar ik als vrij zinnige gelovige me erg in kon vonden. Ik vond het zowaar leuk. Een stevige band en makkelijke meezingers waarin ‘God op de troon’ werd gezet. En we moesten zo zingen dat God zich welkom voelde… Het was rond Sinterklaas dus je kan mijn associatie raden…

De derde ervaring was een bezoek aan een predikant van volgens mij  ‘confessioneel/evangelisch’ signatuur. Zij ‘actuele’ toepassing van de uitleg van het begin van het Johannes evangelie was een opwekking van een paar honderd jaar geleden. Niets over het rapport over het seksuele misbruik in de Katholieke kerk of de storm in de Pilipijnen. Verder een taalgebruik van 45 jaar terug. Zelfs de bijbellezing was uit de NBG vertaling (wat klonk dat ineens als de Statenvertaling). Een appel om bekering zonder dat er iemand reageerde… Alsof het om een hypothetische vraag ging.

1. een uitstervende kerk?

2. ‘booming business’

3. een enclave van rust (nee het was geen Urk!)

En dan de inaugurele rede (Maak het nieuw) van Joep de Hart van het SCP: Kerken moeten, zegt hij, durven experimenteren met nieuwe vormen, bijvoorbeeld op internet of bijeenkomsten met kunst, sketches, muziek en debat. “De wereld van moderne Nederlanders is zoveel groter en rijker geschakeerd dan het kerkplein of de activiteitenkalender van de buurtvereniging. Het is een dynamische wereld, waar dingen voortdurend in beweging zijn.” De voorbeelden die hij geeft spreken mij aan maar zullen in weinig van de gemeentes worden toegepast. O ja wel in de evangelische kerken; daar zie je veel theater en ook veel internet. Maar kunst en debat zie je daar dan weer niet. Veel van de (oude) vormen hebben soms zelfs een ‘heilig’ karakter zoals bij de Bonders en de ‘Hoog-Liturgen’. Een heel sympathieke rede en al eerder een goed boek. Het boekje ‘Maak het nieuw’ is een prachtig godsdienstsociologisch essay wat zeer prettig leest en wat je een briljant overzicht geeft van de ‘stand van zaken’. Zoals ik het begrijp (en zelf ervaar) moeten we de toekomst van de kerkvorming zoeken in losse netwerken van geïnspireerden die een tijdje samen optrekken: en ‘nomadische spiritualiteit’.

Zelf voel ik nog het meest voor een pluriform aanbod van traditioneel, evangelisch, liturgisch en de basisgemeente in elke plaats. De PKN structuur leent zich m.i. daarvoor. (Niet zoeken naar de ‘gemene deler mix’ maar een aanbod in de volle breedte, met ruimte voor creativiteit. Die gemeene deler dienst ‘voor iedereen’ herinner ik mij uit een Samen Op Weg gemeente: ‘de gemeenschap van grijze muizen’.) En dan twee keer per jaar een gemeenschappelijk ‘festival’. Zelf zal dan denk ik kiezen voor de basisgemeente variant.

Dietrich Bonhoeffer; een blijvend verbijsterende tekst….

Ik weet niet meer wanneer ik onderstaande tekst van Bonhoeffer voor het eerst tegenkwam. Het zal wel een keer besproken of geciteerd zijn… Ergens in het begin van de negentiger jaren van de ‘vorige eeuw’. Maar hij blijft mij bij. Recent weer teruggevonden in ‘De Biografie’ van Bethe. De tekst bevrijdt mij van de ijdele hoop op ‘wonderen‘ en geeft mij de vrijheid om te doen wat mijn hand vindt om te doen. Een volwassenwording die ik veel later ook in Thomas Merton en Zen vond. In het radicale geloof dat God zich in die dagelijkse werkelijkheid op een radicale weerloze en kwetsbare wijze incarneert/realiseert/schept: Genesis (Sophia). Maar ook voor nu; de zoektocht naar een vertaling en verwoording waarin God in hedendaagse mensenwoorden en daden te horen en te zien is.

16 juli 1944 / Verzet en Overgave)

We kunnen niet redelijk zijn, als we niet erkennen dat we in de wereld moeten leven, ‘etsi deus non daretur’. En dat erkennen wij voor God! God zelf dwingt ons dit te erkennen. Zo brengt onze mondigheid ons tot de waarachtige kennis van onze situatie tegenover God. God doet ons weten dat wij moeten leven als diegenen die hun leven inrichten zonder God. De God die met ons is, is de God die ons verlaat! De God die ons in de wereld doet leven zonder de werkhypothese God, is de god voor wiens aanschijn wij staan. Voor en met God leven wij zonder God. God laat zich uit de wereld terugdringen tot op het kruis, god is zwak en machteloos in de wereld en juist zo en alleen zo is Hij met ons en helpt hij ons. (…)
Hier ligt het wezenlijke verschil met alle religies. De bijbel verwijst de mens naar Gods onmacht en lijden; alleen de lijdende God kan helpen. In zoverre kan men zeggen dat de geschetste ontwikkeling tot mondigheid, die afrekent met een verkeerde voorstelling van God, de blik vrijmaakt voor de God van de bijbel, die door zijn machteloosheid in de wereld macht en ruimte krijgt.

18 juli

De mens wordt opgeroepen Gods lijden aan de goddeloze wereld mee te lijden. (…) Je wordt geen christen door religieus te handelen, maar door, levend in de wereld, te delen in Gods lijden.

Op de blog van Frits de Lange zijn er veel teksten van hem over Bonhoeffer te vinden. Zelfs complete boeken van hem over Bonhoeffer.

Over het belang van tradities: Frits de Lange

Bij toeval vond ik dit interview met Frits de Lange op Zinweb. Hij zegt veel zinnige dingen!

Een paar citaten:

Waarom ziet u in leeglopende kerken en een gebrek aan christelijke kennis een negatieve leegte? 
“Religieuze symboliek maakt onze wereld al eeuwenlang bewoonbaar. De wereld, die eigenlijk koud is en leeg, stofferen wij met ons verbeeldingsvermogen: we putten dus uit innerlijke rijkdom.”

“Als we niet meer in een gemeenschap de levenskunst willen aanleren, bedrijven en overdragen aan volgende generaties – iets wat we binnen religieuze instituten of gemeenschappen leerden – dan wordt levenskunst alleen iets van het geïsoleerde individu. En juist daar waar het vrije spel van geven en ontvangen ontbreekt, ontstaat geestelijke armoede.”

“Je open stellen voor anderen of voor het Andere, ontvankelijk en aandachtig zijn, dat is de ethische voedingsbodem van de mystiek. Moraal is iets anders, een afgeleide, een manier om de wereld leefbaar te houden. Daar heb je niet veel spiritualiteit voor nodig, maar vooral boerenverstand. Maar zonder die fundamentele openheid voor het Andere verkommert uiteindelijk ook de moraal.”