Monique Samuel en de christen 2.0

Layout 2Ja; ik voel mij van het uitstervende soort. Verschillende van mijn idolen zijn dood (Henri Nouwen / Dorothé Sölle) of te oud om nog serieus genomen te worden als het gaat om de toekomst…. In ieder geval zijn zij geen richtingwijzers voor de jongere garde? Maar het maakt mij vervolgens wel nieuwsgierig naar wie de nieuwe ‘sterren’ voor de jongeren zullen zijn. Is dat Brian McLaren, Tim Keller of zijn dat meer de bewegingen als Taizé of Iona? Maar de genoemde theologen zijn mij dan weer te weinig maatschappelijk geëngageerd. Als ik in de krant en/of de boekhandels kijk zie ik weinig, voor mij, verheffends. Waar en wie zijn ze, de nieuwe profeten/profetessen?

Dit weekend raakte mij wel iets. Het was een essay van Monique Samuel in Trouw. Alleen al vanwege de naam zou het klasse moeten zijn. Een gepassioneerd verhaal van een zoek- en vind-tocht in de christelijke spiritualiteit. Is het echter mijn leeftijd dat ik mij afvraag: is het authenticiteit of is het een steekvlam? Zij is argwanend naar de kerken en terecht volgens mij, maar veel van de alternatieve bewegingen/figuren waren ook na een beperkt aantal jaren weer voorbij. Wie hoort er nog van Boele Ytsma?

Toch geef ik de hoop niet op; wat zij zegt en schrijft raakt en inspireert mij. Zij zoekt naar een nieuwe vorm van christen zijn. Christen 2.0.(Boekbespreking van Bert Altena; geen familie) Haar ‘program’ neem ik letterlijk over uit haar essay in de Trouw van 1 december:

dagboek-van-een-zoekend-christen-monique-samuel-9789033800054-voorkant“In mijn ‘Dagboek van een zoekend christen’ pleit ik voor de introductie van een nieuw, inclusief, open christendom. Dit nieuwe christen-zijn vereist een grote ommezwaai in ons denken. Het zal geen eenvoudige weg zijn, de kerk zal verkeerde afslagen blijven nemen (zoals christenen door de eeuwen heen zo vaak hebben gedaan), maar stil zijn is geen optie meer. En dus moeten wij op zoek naar een nieuwe manier van christen zijn – ik noem het christen 2.0. Levend en overtuigend, maar ook transparant en eerlijk.

De eerste stap op weg naar dit nieuwe christendom is een terugkeer naar de kern van het Evangelie. Het goede nieuws van de dood en opstanding van Jezus is radicaal en zal altijd op weerstand stuiten. Het is ook een boodschap van oneindige inclusieve liefde en genade.
De grenzeloze liefde van God en Zijn genade voor ons feilbare mensen is wat het christelijke geloof van andere religies onderscheidt, en wat ons in staat stelt bruggen te slaan. Uit liefde en genade kon ik als eerste christen in honderd jaar bidden tussen mijn islamitische broers en zussen in de Rotskoepelmoskee in Jeruzalem en op dezelfde dag even verderop mijn gebeden opzeggen naast mijn joodse broers en zussen bij de Klaagmuur. Vanuit deze geloofsovertuiging kan ik mijn hindoeïstische vrienden omarmen en mij atheïstische vrienden koesteren. Tegelijkertijd ben ik fundamenteel anders want ik belijd Jezus Christus als mijn Opgestane Heer en richt ik mijn gebeden tot Hem en niets of niemand anders.
Over die de invulling van de kerkelijke dogma’s en theologische zienswijzen valt te discussiëren, over de essenties van het Evangelie niet.

De tweede stap is het erkennen van de diepe pijn die de kerk haar volgelingen door de eeuwen heen heeft berokkend – en blijft toebrengen. Niets heeft mij zoveel pijn gedaan als de veroordeling, walging en afschuw van hen die zich mijn broeders en zusters in Christus noemen. Soms word ik midden in de nacht wakker en huil om alles wat is gezegd en nog meer om alles wat is verzwegen. Het wordt tijd dat de kerk, nee, alle kerken eigenlijk, op de knieën gaan en hun zonden belijden: het onrecht dat de zwarten is aangedaan, kleurlingen, vrouwen en kinderen, andersdenkenden en andersgelovigen, wetenschappers en vrije geesten, homo’s en lesbiennes, biseksuelen, transgenders, transseksuelen, queers en al die hetero’s die niet mochten houden van wie ze hielden en daarmee ook de liefde voor henzelf werd ontzegd.

De derde stap is niet langer kijken naar wat verdeelt, maar wat samenbindt – als kerken onderling, maar ook als kerk en alles wat daarbuiten ligt. Wij zijn allen schepselen van God die mogen rekenen op Zijn (of Haar?) onvoorwaardelijke liefde.
Het wordt dus tijd dat de kerk leiderschap toont. Dat wij leiderschap gaan tonen. Iedereen die zich christen noemt is gewild of ongewild de kerk. Ik als gelovige ben deel van de gemeente van God en zal dus als gelovige  mijn verantwoordelijkheid moeten nemen en leiderschap moeten tonen op de plaats die God mij heeft toebedeeld.
Het is zoals de vrouwelijk pastor Bridget Willard schreef: “Kerk is niet waar je samenkomt, kerk is geen gebouw, kerk is wat je bent. Laten we niet naar de kerk gaan, maar zelf de kerk zijn.” (einde citaat van M.S.)

Diversiteit en ‘verschil’ ; Lux / IKON

Ik ben bij de presentatie van ‘Grote denkers over de toekomst’ geweest.. Het boek is gemaakt aan de hand van de Lux/IKON serie met dezelfde titel. Een serie waar onze zoon Ruben als redacteur zijn bijdrage aan leverde.

Het eerste wat me raakte was een deel uit een gedicht van Antjie Krog.

daar waar ik anders ben dan jij

begin ik                                                    het is waar

maar daar waar ik jou ben

jou geworden ben                            zing ik buiten mezelf

Het fantastische ‘spannende’ gebeuren van individuatie/individualiteit in het verschil en de verbondenheid/Ubuntu met de ander is voelbaar in dit gedicht. Dat is dan ook een vraag die centraal staat in dit boek. Zoektocht naar de verbinding in de diversiteit bij deze denkers, dat zingen, is op elke bladzijde te vinden. In mijn werk op het HBO kom ik dat verlangen bijna dagelijks tegen bij mijn studenten.

Maar waar eindigt diversiteit en de ontmoeting die ‘tot zingen brengt’ in ‘verschillen’ die de ander in conflict brengen met mij( en andersom). Conflicterende cultuurverschillen, machtsverschillen, rechtsongelijkheid, arm<>rijk enz. Hans Achterhuis stelde dit m.i. aan de orde; het conflicterende en wezensvreemde. Of bedoelde hij ‘onoverbrugbare’ verschillen in denksystemen? Dat gevoel kom ik ook bij mijn studenten tegen; althans in de vorm van ‘angst’. Stof voor een deel drie

Een inspirerende bijdrage vanuit de theologie/kerk ontbrak ‘in mijn oren’; de toespraak van ‘ een zekere van der Kamp’ was in een taal van een andere planeet…. Haakte nergens aan of in.. Dit in tegenstelling met de authentieke en liefdevolle inbreng van Andre van Es.

De volgende uitleg van de toren van Babel kwam ik bij J.J. Hasselaar tegen en die vind ik wel inspirerende ‘theologie’ als het gaat om diversiteit.

Het verhaal over de toren van Babel staat hierboven afgebeeld op een schilderij van de Belgische schilder Pieter Breugel de Oude. Dit verhaal staat in Genesis 11. Het verhaal vertelt dat de mensen een toren bouwden zo hoog als de hemel. Deze toren zou hen beroemd maken en ervoor zorgen dat ze niet over de hele aarde verspreid zouden raken.

Vaak wordt dit verhaal uitgelegd als dat God het bouwen van de toren als hoogmoed zag en het volk hiervoor straft. In de Joodse uitlegtradities komen we een andere versie tegen. Het gaat daarin niet om een krachtmeting tussen God en mens. De ingreep van God is ook geen straf. Geplaatst in de opbouw van het boek Genesis gaat het verhaal over het vruchtbaar en bewoonbaar maken van de aarde. Verscheidenheid van mensen bijvoorbeeld in talenten, taal, levensovertuiging en cultuur staat in dienst van dit bewoonbaar maken van de aarde. Verscheidenheid is daarvoor zelfs onmisbaar. Het bouwen van de toren van Babel is een vorm van angstig en behoudend samenklitten en het uit de weg gaan van verscheidenheid. God corrigeert dus niet de menselijke hoogmoed, maar de menselijke behoudzucht en angst. Het gaat om het vruchtbaar en bewoonbaar maken van de aarde.