“Losing my religion”

church-53194_1280De titel van dit lied van R.E.M. heeft me altijd aangesproken. Ik was er bang voor dat mij dat een keer zou overkomen. Ik heb het veel meegemaakt: kerkverlating en zelfs ‘evangelischen’ die hun ‘geloof’ kwijtraken. In allerlei varianten en maten. De laatste zes jaren is nu ook bij mij de betonrot toeslagen. Toen we meer dan twee jaar geleden in onze huidige stad kwamen wonen maakten we de drie laatste maanden van een voor ons geweldige predikant mee. In de zomer is hij plotseling overleden. In de vorige woonplaats waren we flink vervreemd geraakt van de plaatselijke PKN. Veel gedoe rond fusies en seksueel misbruik in de gemeente… Ik ging aan het eind nog wel een beetje naar de plaatselijke vrijzinnigen maar veel zei het me niet meer. Toen mijn pensioen en ons vertrek naar hier.

Dankzij die geweldige predikant, de vooral niet onaardige gemeente en de prachtige oude ‘kathedrale’ kerk gingen we best wel weer veel. Maar de opleving was van korte duur en ik kon geen ‘enthousiasme’ meer vinden in hetgeen daar vanaf de dood van die predikant gebeurde. Gedoe rondom een fusieproces (wat we voor de vierde keer meemaakten)… De wisselende predikanten en het uitstel van het echt beroepen van een nieuwe predikant deed mij geen goed. De wachtstand werd me teveel. In een van de diensten sprak ik mij openlijk uit over mijn dreigende geloofsverlies (Voordracht in een kerkdienst dec 2019).

plug-1859843_1920Wat zat en zit me dwars? Ik heb het idee dat ‘ons zijn en verlangen in deze wereld’ niet gehoord, begrepen en geduid worden in deze gemeente waarin ik verkeer. Op een enkele keer na… De bijbel, ‘de tijd’ en de mensen (en ikzelf) worden niet meer ‘gelezen’. Wat bedoel ik daarmee. Natuurlijk, de bijbel werd gelezen, een zeer verzorgde liturgie en er wordt gepreekt… Maar ik krijg niet het idee dat er sprake is van ‘verstaan’ van het een en het andere; laat staan dat ze verhelderend en inspirerend op elkaar betrokken raken. Ik krijg in de diensten geen contact meer met mezelf en hoe ik mezelf en mijn (on)geloof beleef, de wereld waarin ik leef herken ik niet in hetgeen er in de dienst gebeurt en met de gelezen bijbelgedeelten wordt geen bezielend verband gelegd met de eerste twee. En heel veel liedteksten hebben voor mij een archaïsch karakter gekregen. Er ontstaat geen nieuw verstaan van dit alles. De dood in de pot. God, wereld en wijzelf lijken uitgepraat met elkaar; hebben elkaar niets meer te zeggen. De oude woorden en beelden werken niet meer. En op god als man haak ik helemaal af. Een kerk die niet meer ‘bij de tijd is’. 

(Overigens is er ‘kwa stemming’ zeker een relatie met mijn pensionering…)

“Where are those forces of yesterday; why don’t they meet me here?” Bob Dylan

Maar ik moet duidelijker zijn: ze werken niet meer bij mij. De liturgie, de liederen, de gebeden en de uitleg raken mij niet meer. Het is een taal en het zijn beelden die zelfs bij momenten vervreemdend aanvoelen. Bij momenten is er zelfs sprake van irritatie en soms zelfs weerzin. Geen ontroering, geen verwondering en geen inspiratie. Kon ik mij hier in vinden? Heb ik hier uit geleefd? Maar ook in mijn persoonlijke en dagelijkse leven is de ‘geest’ er uit. Is dit de ‘demon van de middag’? De nacht? Is dit een gezond makende ziekte? Komt er met geduld nieuw leven? Moet is eerst weer alles kwijt raken om nieuw leven te vinden? Het zal niet de eerste zijn dat ik mijzelf opnieuw moet uitvinden. Mijn spirituele bibliografie is eigenlijk een lange geschiedenis van nieuw zien. Is er opnieuw sprake van ontmaskering?

imageIk vind bijna nergens meer voor mij geloofwaardige woorden en beelden voor de werkelijkheid van ‘God’ in relatie tot de werkelijkheid waarin wij nu leven. Laat staan tot de werkelijkheid van mijn persoonlijk leven. Ik vind zoveel niet meer geloofwaardig, overtuigend en/of inspirerend … Ik krijg er geen contact meer mee; soms irriteren ze mij zelfs. Ik ben het met Tomás Halík eens dat er een nieuwe reformatie nodig is. Een hele nieuwe manier van ‘lezen’ van de bijbel, wereld en ons leven is 41PCtpbtMHL._SX332_BO1,204,203,200_nodig. Thomas Merton gaf/geeft mij die nieuwe ogen en oren. Ik denk daarbij ook aan wat Dietrich Bonhoeffer in de gevangenis schreef over religieloze godsdienst. Ook een vriend van mij die ‘evangelist’ is in Zweden zoekt het langs heel andere wegen. Zou het kunnen zijn dat het ‘ontworden’ en ‘worden’ dit keer veel meer iets van ontvankelijkheid zou kunnen zijn? Een loslaten en overgave waarin ik geen regie meer heb/krijg? Ik vind dat eng. Dat vraagt overgave, loslaten en vertrouwen. Dat zijn niet mijn sterkste ‘eigenschappen’.

“Wat doe je als niets werkt?” 

image-1Nu ben ik mij inmiddels zeer bewust van de situationele, contextuele, historische en persoonlijke bepaaldheid van geloven en de verwoording en verbeelding daarvan. Het prachtige boek van John Barton maakt dat zeer duidelijke aan de hand van het ontstaan, samenstelling en vervolgens de receptie van de bijbel in allerlei tijden en contexten. Er is niet één lezing en ‘vertaling’. Natuurlijk gaat het mij niet om ‘iedere ketter zijn letter’ maar wel om het serieuze gesprek over wat de verhalen van de bijbel en de christelijke traditie ons nu te bieden heeft over God in onze tijd en situatie. Ik wil deel uit maken van een gemeenschap die dat steeds opnieuw bereid is te doen. Wat we nodig hebben ligt voor ons. Verder kijkend dan onze neus lang is… Ik denk ‘zelfs’ dat God zelf leert en zich ontwikkeld… imageWant laat ik duidelijk zijn: ik ben mijn ‘geloof in God’ niet kwijt. Maar ik ben wel wanhopig over mijn verbinding/verbondenheid met die werkelijkheid van God…( 2008_Oomen_Reflecties-bij-de-vraag-‘Bestaat-God’_Doorn_TEKST); met God zelf. Mijn kleinzoon zei aan tafel: “Ik hoor God nooit praten tegen mijn?”. Het is niet dat ik niet in God geloof maar het probleem lijkt te liggen in ‘vormen’ die mij raken. En dan gaat het om beelden, taal en wat er inhoudelijk gecommuniceerd wordt. Waar gaat het over en waar gaat het om. 

Hoe verder?

Ik moet denken aan het verhaal van de Emmausgangers. Jezus maakt hen duidelijk hoe ze moeten lezen… Waar het altijd al om gegaan is en waar het nog steeds om gaat. Maar blijkbaar is dat niet iets wat was maar wat zich steeds weer in het hier-en-nu realiseert met het oog op de toekomst. ‘Het Koninkrijk Gods‘. Maar wat dat betekent? Wat vraagt dat van mij? Waar is daar al iets van zichtbaar en hoorbaar? Hoe wordt dat leefbaar… Ook hier wil ik weer refereren aan mijn Zweeds-Nederlandse evangelist die deze week een rondzendbrief stuurde waarin hij zijn werk na-corona nieuw probeert te realiseren(Brief Rinus). Zelf proefde ik hier iets van de afgelopen tijd bij theologen als Anton Houtepen, Bert Hoedemakers, Erik Borgman en Edward Schillebeeckx… O ja en Palmyre Oomen (zie artikel eerder). Toch maar weer aan het lezen gaan?

imageimageimageimage

Gisteravond hadden we twee heel erg lieve vrienden op bezoek. Zij refereerde aan een liedtekst van Huub Oosterhuis naar aanleiding van een psalm:

Dan nog,
dan nog, klamp ik mij,
klamp ik mij vast aan jou, of je wil of niet.
Op ongenade of genade.
Ik zal red mij, red mij roepen
of zoiets als
heb mij lief !
 
We konden geen van vieren de tekst lezen zonden een brok in de keel en tranen in de ogen. Alsof wij nog steeds verlangen naar die onmogelijke Geliefde… Nog erger: het is niet eens alsof…
 

Ja het verlangen is er maar de onmacht niet minder… Het gevoel van schipbreuk blijft,

(Ik vond zojuist een brief van Thomas Merton aan een ‘ongelovige’ terug in mijn eigen archief. Was ik vergeten:Thomas Merton’s Brief over ongeloof. Hij is echt prachtig!)

(En hier een herkenbaar interview met Pauline Weseman)

 

En toen was er het pensioen…

Het was alsof ik met honderd kilometer per uur met ‘heel mijn bestaan’ tegen een rotswand aan botste… Gelukkig had ik mijn riemen om en waren er airbags anders was ik er zelf niet levend vanaf gekomen. Ik was gestopt op een hoogtepunt van mijn carrière. Het moest; het beleid van de school is dat je stopt met je echte pensioen(in mijn geval 66). Ik had een prachtig afscheid met heel veel lieve worden. De schok vertraagde omdat we daarna verhuisden en nog twee jaar bezig waren met de bouw en inrichting van ons nieuwe huis. Maar toen kwam alsnog de echte crash. Ik zat thuis; het teamwork faalde en we woonden in een nieuwe plaats. Wat hiervoor bijzaken waren die ‘tussendoor’ werden gedaan, zoals afwassen, klussen en boodschappen doen, veranderden in ‘core-business’. Natuurlijk werd de shock verergerd doordat er nauwelijks continuïteit bestond tussen mijn oude leven en dit nieuwe bestaan; we waren ook nog eens verhuisd. Alleen een paar vrienden en mijn gezin waren gebleven.

Wat een vreselijke uitvinding is het pensioen… Ik voelde me een boom die rigoureus was omgehakt en lag te snakken naar adem. Mijn vitaliteit had flinke schade opgelopen na een knieoperatie en ik kwam 15 kilo aan ronde verhuizing naar het nieuwe huis.. Mijn Titanic had schipbreuk geleden en een nieuw schip zou ik door mijn leeftijd niet meer kunnen krijgen. En nu 68 jaar met als enige zekerheid de dood… Zolang ik werkte was de dood een mogelijkheid nu een onvermijdelijkheid. Per jaar gingen minsten twee gepensioneerde collega’s dood. Toen ik werkte was dat er maar 1 per 10 jaar?

Hier was ik niet op voorbereid… Ik wist niet dat het gemis van de studenten, de collega’s en de school zo erg zou zijn. Het was alsof ik de geliefde waar ik 30 jaar lief en leed mee gedeeld had mij aan de dijk had gezet. Op een overigens zeer vriendelijke en zelfs dankbare mannier. Het was mooi geweest maar ik was nu toch echt overbodig. Rauw&Rouw.

Bron: https://www.steunbijverlies.nl/index.php/duale-benadering

Ik stapte een wereld binnen die ik niet kende en niet wilde… Ik verzette mij en sprak mijn gemis uit. Dat had ik beter niet kunnen doen… “Dit wist je toch?” Alsof dat een troost zou zijn bij het verlies van een partner… “Je kan toch altijd nog…?” Alsof een nieuwe vriendin alles zou oplossen; als die al te vinden zou zijn. Alsof die zo voor je klaarliggen… Ik merkte ook dat opmerkingen over ‘vrijwilligerswerk’ of ‘de kerk’ e.d. mij in het verkeerde keelgat schoten. Om vervolgens het verwijt te krijgen dat ‘je niet geholpen wilt worden’. Plus de fundamentele vraag of je tot je dood zou willen/moeten doorwerken?

Nee ik was een levensfase binnengegaan waar het oude ik/zelf niet meer werkte en het nieuwe zich nog niet had aan gediend. Als ik had moeten solliciteren voor mijn pensioen was ik niet door de selectie gekomen vanwege gebrek aan de juiste competenties en ambities. Pensioenongeschikt ben ik… Ik vind dit alles prachtig verwoord in een nieuw boek van Frits de Lange: Eindelijk volwassen. Een boek over de ‘tweede levenshelft’. Nee ik kon tot nu toe geen aantrekkelijke en/of wekende perspectieven vinden. Geen van de geboden opties vond ik aantrekkelijk of overtuigend.

Er zijn voor mij in onze cultuur geen aantrekkelijke en/of inspirerende beelden voorhanden(pag. 9). De wandelende, reizende en/of tuinierende bejaarde trekt mij niet. En rust roest toch? De oppasopa is geweldig maar vervuld mijn leven niet. Het ontbreekt mij niet aan hobby’s en vrienden maar zij geven geen echte vervulling aan mijn onbestemde verlangen? Dit wil ik niet maar wat dan wel? De weg terug is er niet. Nee mijn ‘mindset’ die gebouwd was op zinvol werk en een maatschappelijk belangrijke functie (docent/trainer HRM aan het hbo) is voor pensioen volledig onbruikbaar. Ik ben veranderd in een huisman ‘zonder beroep’.

Totaal onvoorbereid stappen we in de namiddag van het leven. Erger nog, we doen dat vanuit de valse vooronderstelling van de waarheden en idealen die ons tot dusverre van dienst zijn geweest. Maar we komen de namiddag van het leven niet door op grond van het programma van de levensochtend; want wat ’s ochtends geweldig was, stelt ’s avonds weinig voor, en wat ’s ochtends als waarheid gold, blijkt ’s avonds een leugen. (citaat van Jung in Frits de Lange)

Photo by Hoach Le Dinh on Unsplash

The sun is beginning to shine on me
But it’s not like the sun that used to be
The party’s over and there’s less and less to say
I got new eyes
Everything looks far away
Highlands; Bob Dylan

Waar ik dus tot nu toe in mijn leven goed mee uit de voeten kon werkt hier niet meer… Op zich heb ik die ervaring wel vaker opgedaan maar nu is dat toch anders. Nu is mijn maatschappelijke rol/identiteit ontwricht geraakt. Eentje die ik vanaf mijn studententijd had op- en uitgebouwd. Docent, trainer, consultant, retraitebegeleider, geestelijk begeleider en (medewerker) in allerlei beleidsmatige projecten. Met vrijwel geen van de daarin ontwikkelde competenties kan ik meer uit de voeten. Mijn hele CV kan in de prullenbak. Deze levensfase vraagt om heel andere competenties. Ik zal ook een geheel andere ‘positie’ moeten innemen t.o.v. de mijn omringende werkelijkheid… Ik bevind mij in liminaal gebied en ik weet niet wat er op mij toekomt. Wat was is niet meer maar nu; hoe verder? Het oude achter mij latend zal het gaan om een diepe existentiële ‘omvorming….‘. Moet ik voor het eerst van mijn leven het stuur uit handen geven? Of minimaal die illusie loslaten? Het voelt in ieder geval heel ongemakkelijk…

Blijf niet staren op wat vroeger was.
Sta niet stil in het verleden.
Ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginnen
het is al begonnen, merk je het niet?

(Wordt vervolgd)

En hier een leuke serie over ouder worden; dit deel sluit hier in ieder geval naadloos op aan.

9789492183149_front527x840