(Een lieve vriendin van ons (Diana) nam de tijd om uitgebreid te reageren op het interview in de College Tour. Zij verloren hun zoontje Joost van 6 jaar aan kanker. Ik heb haar teksten ongevraagd voorzien van prachtige foto’s door haar gemaakt. De teksten uit mijn blog zijn blauw.)
“verdriet en verlies …. dat niet minder wordt, dat niet slijt’ — Ik wordt in de gaten gehouden door mijn eigen verdriet en dat krijg ik door op het moment dat ik dat verdriet niet ten volle voel.— verlies kan er ook ineens als een donderslag bij heldere hemel kan zijn. Dat het je helemaal opvult en verziekt en misselijk maakt en dat er geen verweer tegen is. dat je maar hebt te aanvaarden.”
Ja, dat herken ik. Eigenlijk kan ik wel eens een beetje jaloers op hem zijn. Ik merk dat de tijd bij ons ook haar werk doet: het verdriet komt nog steeds, maar het is herkenbaar. Toch ook wel rauw soms, maar het duurt korter. Gelukkig weet ik nu dat Joost niet verder weg is als ik me niet verdrietig voel of als ik blij ben. Maar v.d. Heijden heeft gelijk: je hebt het allemaal maar te aanvaarden. Tegelijkertijd is dat ook ‘prettig’, want je kan niet vechten tegen dat wat niet te veranderen is. Ik heb ooit eens gezegd: dat Joost dood is heb ik te aanvaarden, maar ik ben het er niet mee eens dat hij dood moest gaan op deze leeftijd, maar vooral niet met het feit dat het zin zou hebben. Nooit!
“Ik denk dat ik een grimmiger schrijver ben geworden daardoor… — er is een proces gaande sinds Tonio’s dood dat ik verschaming noem. — Waar ik ook kijk in mijn leven… De dingen waarvan ik ooit dacht dat ze glans hadden, dingen waarvan ik dacht dat ik ze goed had gedaan, die verkruimelen.. — Zoals bier de ochtend na een feestje is verschraalt zo verschaamd alles. — Alles wordt daardoor aangetast”.
Dit viel mij ook op. Ten eerste om de herkenning: alles verliest zijn glans en zijn zin. Alles wat je ooit bereikt hebt; alles wie je bent. Maar ik word ook wel een beetje lyrisch van zijn talent om het zo te verwoorden. Hij is natuurlijk niet voor niks schrijver. Het is een prachtig woord: verschaming. Het heeft niets met schamen te maken, maar vooral met dat alles ontdaan is van zijn belangrijkheid.
“Nee mijn doodsangst is daardoor niet groter geworden. Wel een ander soort angst; namelijk de angst om te sterven zonder iemand van je eigen vlees en bloed na te laten aan de wereld. Mijn leven zet zich niet in hem voort… – -Het is de angst om uberhaupt te sterven zonder nageslacht”.
Ja, dat gaat niet voor ons op. We hebben nog 3 kansen. Zelf ben ik niet meer bang voor de dood omdat ik dan – zo hoop ik – Joost weer zie. Hoe en wat weet ik niet. Soms ben ik bang dat het misschien niet zo is en we ons zelf voor de gek houden.
In zijn boek schrijft hij – en hij zei dat ook in het interview – dat hij onder de indruk was van het sterven van zijn zoon. Hij (Tonio) heeft iets gedaan, wat A.F.Th. nog nooit gedaan heeft. Hij bewondert zijn zoon er om. Ik vond dat een heel verrassende emotie. En gek genoeg troostte het mij een beetje: Joost kon het. Wij dus ook, straks. (Natuurlijk weet ik wel dat je sowieso dood gaat, maar het sterven is misschien toch een kunst)
Zijn vrouw vertelt halverwege het interview dat van der Heijden, in tegenstelling tot haar, zich schuldig voelt over zijn dood ‘dat hij niet op die plek was toen Tonio verongelukte .. dat hij hem daarvoor niet heeft kunnen behoeden’.
Dit is heel verrassend. Is het iets van mannen? Frank heeft (en nog is het moeilijk) veel het gevoel gehad dat hij tekort geschoten heeft tegenover Joost. Had hij niet meer moeten doen, zeggen, enz. Het is niet echt een groot schuldgevoel, maar toch… Hij heeft wel heel veel moeite en verdriet over het lijden van Joost, het in zich zelf opgesloten zitten door de algehele verlamming. Daar heeft Frank heel veel moeite mee. Mij kan het ook verdrietig maken, maar indertijd was ik hier anders mee bezig. Er moest gezorgd worden…
“Ik denk dat berusting nog steeds ver weg is. Ik beschouw Tonio’s dood als een grote nederlaag.. — Ik draag de volledige verantwoordelijkheid voor zijn einde… – Zo voelt dat nou eenmaal. – Dat is een van de irrationele dingen in mijn rouw namelijk dat ik nog steeds die schuld met me meesleep”.
Ik mag hopen dat hij nooit berusting vindt. Misschien wel rust in zijn zoektocht naar een zinvol leven met de leegte en het gemis, naast de andere dingen die belangrijk zijn voor hem. Het gemis zal ook zin geven, uiteindelijk. (Niet – Nóóit de dood van Tonio, Joost en al die anderen.) Die rust wens ik hem toe.
Als je rouwt zit je in een emotionele 8-baan en er is weinig rationeels in je gevoelens. En hoe lang je je irrationele emoties en gevoelens bij je houdt is niet van belang. Van belang is dat je er mee leert leven. (Denk ik.)
” Nu ik ehh… Het zou mooi zijn. — Zo voelt het nog niet. Je zou kunnen terugkaatsen dat ik nog steeds bezig ben alles van Tonio, alles rondom zijn dood maar ook alles uit zijn leven vorm te geven. Dat ik zelfs denk aan zo’n Metro-roman; een onderwereld roman waarin ik het met hem kan hebben over het verdere verloop van zijn eventuele leven. Ja ik ben constant bezig met de vormgeving daarvan. — Niet alleen maar schuldgevoel…– hoe gek het ook klinkt, ik heb het creatief gemaakt. En dat hoop ik te blijven doen.”
Prachtig. Wat mij betreft is dat ook al herstel. Hij doet het enige waar hij goed in is: schrijven, creatief bezig zijn. Als je dat zo magistraal kan doen… Dat is een gave.
Misschien kan ik zeggen, dat ik door alles wat we meegemaakt hebben beter naar anderen kan luisteren. Ik voel geen drang meer om oplossingen aan te bieden. Ik luister alleen. Soms zeg ik wat over mijn eigen ervaringen. Dat is het wel zo’n beetje.
Uit een lied van Bob Dylan.
Now I’ve heard about a guy who lived a long time ago
A man full of sorrow and strife
That if someone around him died and was dead
He knew how to bring him on back to life
Well I don’t know what kind of language he used
Or if they do that kind of thing anymore
Sometimes I think nobody ever saw me here at all
‘Cept the girl from the red river shore
Red River Shore / Bob Dylan
Wat een prachtige tekst van Dylan. En wat v.d. Heijden hierboven zegt is zo invoelbaar. Hij zoekt het gemis via zijn talent. Natuurlijk is het enige wat je wilt: je kind weer in leven. Hoe dan ook. Ik geloof er wel in: dat taal, poëzie, enz. je kind tot leven kunnen wekken (anders leven). Hoe dat bij mij vorm krijgt? In de ontmoeting misschien met anderen, in het elke dag aan hem denken. Dat is niet altijd verdrietig en ook niet altijd heel nadrukkelijk. Maar altijd is er ergens een moment dat Joost in mijn gedachten is. Het zou erg zijn als dat niet meer zo zou zijn. Soms word ik bij Joost bepaald als ik mijn achterneefje van 4 jaar zie, of een foto van mijn neef (oom van mijn achterneefje). Joost leek op mijn neef en mijn achterneefje lijkt op Joost en op zijn oom. Soms maakt me dat verdrietig. Hoe zou het nu zijn met Joost, als 14-jarige? Wat zouden zijn hobby’s zijn, hoe zou hij met onze meiden omgaan, hoe zouden hij en Bart met elkaar optrekken? Zouden ze broers door dik en dun zijn?
Ik vind het nog steeds zo zonde, dat zijn leven gestopt is. Wat een verspilling van talent, denk ik weleens.
Bij mij kwam ook de gedachte op dat blijkbaar niemand kan leven met een ‘niets’ na de dood. Ook A.F.Th. v.d. Heijden zoekt Tonio, hij wil hem ‘beleven’. Je zou die ‘eredienst’, zoals hij het noemt afgodisch (is dat een bestaand woord?) kunnen noemen. Je kan ook zeggen dat dit een denkbeeldig standbeeld is van zijn zoon. Maar of hij hem overal in zal kunnen terug vinden?
Verdient Tonio niet een eigen plek? Ik weet het niet. Ik ben erg terughoudend geworden met oordelen over iemands wijze van omgaan hiermee. Het is zo teer, maar ook zo eigen.
Veel mensen vinden het depressief dat hij zo lang buiten de publiciteit is gebleven. Ik geef het je te doen: altijd maar mensen die naar je kijken, die over je praten en je misschien ‘verkeerde’ vragen stellen, of vragen die verkeerd vallen. Wij konden in de anonimiteit van ons bestaan, zonder nieuwsgierige papparazzi, over straat. Ik snap wel dat hij dat niet opzocht. Hij kwam heus wel uit huis, maar niet in de publiciteit.
Hieronder nog even de gedachten van Bonhoeffer over de leegte, het gemis, dat niet opgevuld moet worden. Ook niet met God. Die is geen doekje voor het bloeden:
— Als je van elkaar houdt en je bent door de dood van elkaar gescheiden, dan is er op de wereld niemand en niets die de leegte van de afwezigheid kan vullen. Probeer het maar niet, want het zal je niet lukken. Aanvaard liever het gemis dat je is overkomen. Dat klinkt erg hard, maar het is een grote troost. Want zolang die leegte werkelijk leeg blijft blijf je daardoor met elkaar verbonden. Zeg niet: God zal die leegte vullen, want geloof me, dat doet hij niet. Integendeel: Hij houdt die leegte leeg en helpt ons zo om de vroegere gemeenschap met elkaar te bewaren, zij het ook in pijn. Maar dankbaarheid zal de prijs der herinnering veranderen in stille vreugde. De mooie dingen van vroeger zijn geen doorn in het vlees, maar een kostbaar geschenk dat je met je meedraagt. (Ik moet je zeggen dat ik daar toen niet vatbaar voor was. Ik wilde geen herinneringen. Ik wilde Joost, potdomme!) Zorg dat je niet blijft graven in herinneringen, maar doe het van tijd tot tijd. Ook een kostbaar geschenk bekijk je niet aldoor, maar alleen op bijzondere ogenblikken. Buiten die ogenblikken is het een verborgen schat, een veilig bezit. Dan wordt het verleden een blijvende bron, van vreugde en kracht. —
Wat ik in het rood heb geschreven vind ik wat ingewikkeld, maar als je er zo mee om leert te gaan: prachtig. Dat van die verborgen schat spreekt me aan. Zo voelt dat met Joost. Een veilig bezit zijn al die herinneringen.
Lieve groet,
Diana
En een kwetsbare bijdrage van mij…. http://ontginner.wordpress.com/2012/02/10/het-zichtbaarst-is-de-leegte-kindertotenlieder-f-ruckertmahler/ ……..
Dit is een indringende reeks blogs over leed en rouw. Ik onderschrijf de onderliggende gedachte dat je verdriet daarover beter niet kan ontvluchten, en dat de wens er zin aan te geven vaak ook een heilloze weg is, soms zie je misschien iets dat er waarde aan geeft, de dood zelf blijft een zwart gat. Tegelijk heb ik uit eigen ervaring toch ook de notie dat je op een gegeven moment het gevoel krijgt dat er wordt gevraagd, niet om een vergeten, maar een loslaten, zodat de overledene zijn of haar weg kan gaan en jij in het leven blijft staan voor zo lang dat nog kan… Een te grote concentratie op het gemis ketent jou en de dode aan een moment dat de dood bezit, en ik wilde geen bezit zijn van de dood en ik geloof dat mijn overleden vrouw dat evenmin wilde, dat waren ten minste enkele van haar laatste haast wanhopige woorden. Daarnaast heeft Miskotte gelijk dat er niets in de plaats kan komen van degene die je mist, het unieke van de overledene blijft… toch heb ik ervaren dat de beste vriendin van haar nu met mij iets unieks deelt dat mij weer doet leven, zelfs meer dan ooit, juist door wat is geweest en door de sluiers die me zijn afgevallen waardoor ik beter zie, en we voelen het zelfs zo dat wij daarin gestuurd zijn, maar dat is iets persoonlijks. Ondertussen, het verliezen van een kind is iets van een andere orde waarschijnlijk, ik denk dat het is of er iets uit jezelf wordt weggerukt, uit je eigen vlees, en zoals Van der Heijden zegt, je toekomst of zeker een deel daarvan, wordt je ontnomen. Ik als kindloze kan daar niets over zeggen, hoezeer ik ook de kinderen van mijn huidige vrouw als een deel van mijn leven zie. Ieder staat ten slotte alleen tegenover zijn eigen afgrond, en hoe daar mee om te gaan…? Als het leven ons niet ooit had omarmd, wat zouden we dan missen?