Ik heriner mij een zeer pijnlijke scène op tv, uit de VPRO documentaire ‘Dying/1992’, waarin mensen gefilmd werden die geconfronteerd werden met kanker en sterven. In dit citaat ging het om een echtpaar waarin de vrouw inmiddels ernstig ziek was en niet veel meer kon.
man wanhopig boos: ‘Where is the sweet little girl I married to?’
vrouw bits: ‘The sweet little girl got cancer, you know…’
Een aangrijpend voorbeeld van een volledige onmacht(voorlopig?) om zich te verhouden in/tot een volledig/radicaal nieuwe situatie.. De woestijn..
Aan deze herinnering moest ik denken n.a.v. een paar terloopse gesprekjes waarin mensen mij bekenden dat ze niets meer konden met de god van hun verleden. Toen ik tegen een van hen zei dat het was alsof je je vader had verloren begon hij spontaan te huilen..(ik weet natuurlijk niet welke snaar dit raakte). Bij allen was er sprake van een gemis; een rouw om een verloren god. Het maakt daarbij niet uit of die god nu evangelisch, gereformeerd of gereformeerde gemeente was. Ja, soms waren ze ook blij, maar toch….
Blijkbaar is de god van ons verleden geen garantie voor de toekomst! Volgens mij komt het omdat ze geen van allen de weg van ‘on-weten‘ (Eckhart e.d.) van huis uit hadden meegekregen. De god die hen verteld was dat/die was ‘het’. Bullshit; daarmee reduceer je God tot jouw beeld/club/tijd/plaats… Wij weten niet zoveel… ‘Ho even’, zal iemand zeggen, ‘maar dat is toch de Vader van Jezus; die ons Hem geopenbaard heeft..?!’. Maar dan weet ik nog niks… Alleen maar dat, wat ik aan ‘beelden’ heb meegekregen uit mijn gezin, kerk, Nederland en mijn tijd. Dus..?
Beeldenstorm; God, elke dag nieuw en ongeweten.. Soms ben ik daar niet rouwig om…
‘En zo is jouw onweten niet een gebrek, maar juist je opperste volmaaktheid, en jouw lijdelijk ondergaan is zo je hoogste werk. En zo, op die manier, moet je afzien van al je bezigheden en al je vermogens tot zwijgen brengen, wil je werkelijk die geboorte in je ervaren. Wil je de geboren koning vinden , dan moet je al het andere dat je kunt vinden voorbijlopen en achter je werpen.’ (Kerstpreek Eckhart, 39)
Het kan een opluchting zijn als je beeld van God omver geworpen wordt, maar het is allerminst romantisch.
Het is erg eenzaam en angstig als je je in een soort niemandsland begeeft en moet zien te redden.
Toch is dat misschien te prefereren boven de vlakke emoties, de rust en soms de doodsheid die een duidelijk beeld van God geven. Ik weet het niet…
Ik ben bang dat een ‘romantisch’ beeld van God ons in wezen geen steek verder helpt. Dit zijn beelden die tegemoetkomen aan waar wij mensen behoefte aan hebben.
Pas als je je in alle eenzaamheid en met die angst in dat niemandsland durft te wagen, dan pas openbaart God zich aan je, want je durft de werkelijkheid onder ogen te zien. Wij zijn ten diepste eenzaam, allemaal. En als je dat middels je ‘romantische beeld’ van God probeert te verzachten, dan ga je voorbij aan wat er (vaak) is. Denk ik. Terwijl, als je durft te voelen hoe die afgescheidenheid, die inherent is aan het mens-zijn, aanvoelt, dan zul je merken hoe je hart zich opent.
Ik denk dus dat de Onnoembare God te prefereren is boven het beeld van God dat nog vaak in kerken geschetst wordt. Maar inderdaad… lang niet gemakkelijk te verteren misschien 😉