Geen depressie, geen angststoornis maar hechting was en is mijn probleem?

9781462525546Deze ontdekking had ik natuurlijk veel eerder moeten doen. Dat had me heel veel momenten van diepe ontreddering en verwarring gescheeld; ook voor mijn vrouw.

Wat waren dan de problemen? Ik denk dat ik tot mijn puberteit vrijwel geen positieve herinneringen heb. Rond mijn 15 vond ik vrienden en een ‘ongelukkige verliefdheid’ die veel voor mij betekenden. Voor het eerst van mijn leven haakte ik naar buiten in de verwachting van de grote liefde en vond ik vrienden die mij leuk vonden. Rond mijn 21 vond ik god/jezus maar daarmee begonnen ook de echte problemen. Een vreselijke, voor mij onbegrijpelijke, ingewikkelde innerlijke/emotionele ‘huishouding’ die mij van ’s morgens vroeg tot diep in de nacht in de greep had. Angsten & haatgevoelens & afweer & schuldgevoelens & wanhoop wisselden elkaar af of liepen door elkaar heen. Existentieel en religieus. Toen ik mijn vrouw leerde kennen was er sprake van een vreselijke bindingsangst. Op de een of andere wonderlijke wijze kon ik mijn werk goed doen, werd ik een niet onaardige partner en vader en was ik een best wel leuke vriend(kwam wel in 2000 voor 40% in de WAO terecht). Maar de demonen verdwenen niet. Eerst dacht ik dat het depressies waren maar na een bezoek aan de psychiater hielden we het op een angststoornis. Dit leidde tot een redelijk succesvolle psychotherapeutische behandeling van meer dan 5 jaar.

Wat is dan de nieuwe ontdekking? In 2012 maakte ik het redelijk goed en ik ontwikkelde grootse plannen voor mijn oude dag: ik wilde gaan promoveren op de wanhoop.PROMOTIEONDERZOEK (def) Was het het gebrek aan expliciete steun, was het de denigrerende opmerking van een vriend? Ik weet het niet maar plotseling ging ik vreselijk onderuit. De vreselijke angsten kregen zelfs een compulsieve dimensie en ik verkeerde weer in een diepe wanhoop en er kwam niets meer uit mijn vingers. Ik  verbrak vriendschappen en ging opnieuw intensief in therapie. Bij toeval zag ik de film ‘Tree of Life’ met daarin een scenes van een jochie dat in een destructieve interactie terechtkwam met zijn vader en zijn omgeving. Ik stikte bijna in mijn emoties; dit was ik… Maar nu wilde ik dat kind eindelijk gaan begrijpen en kwam al studerend terecht bij de hechtingstheorieën van Bowlby. Binnen een jaar had ik bijna alles gelezen over (onveilige) hechting, emotieregulatie en mentaliseren. Eindelijk vond ik een ‘theorie’ die al mijn ervaringen vanaf de zwangerschap tot nu toe in een samenhangend en te begrijpen verhaal onderbrachten. Al die diepe existentiële wanhoop vol schuld en doem en de diepe ontredderende mislukte interacties met mijn vrouw kon ik nu ‘plaatsen’. Zelfs de diepe religieuze crises, schuldgevoelens en machteloosheid vonden hun plek hierin. (Zie ook a b c)

Ik heb nu een kapstok voor de emoties waarmee ik opsta. Ik begrijp iets van mijn ontreddering waarin ik terechtkom als er iets ‘misgaat’ tussen mijn vrouw en mij. Of tussen mij en mijn vrienden/familie. Het ongelooflijk diepe verlangen naar die ‘Safe Haven’ en ‘Secure Base’ dat mij dreef. Hoe ik die, als volwassen man, niet buiten mezelf maar in mezelf moet zien te vinden. ‘I guess it’s up to me‘(Bob Dylan) en dat dan op een niet cynische manier. Ik zie/voel iedere keer ‘de vrucht die niet gewenst was’, de baby die niet uit z’n bedje werd gehaald, de peuter die niet getroost werd, het kind dat het maar niet goed kon doen, het jochie dat met zeer grote regelmaat in elkaar geslagen werd, dat het grootste deel van de tijd alleen op zijn kamer doorbracht en gewoon vergeten werd, de puber waarvan mijn vader zei dat hij nog nooit een dag plezier van had gehad… Alsof ik voor zijn plezier geboren zou moeten zijn… Begrijp ik nu meer van Peter, van mijn zussen, van mijn ouderlijk gezin?

Het is eigenlijk schokkend om te ontdekken hoe ik in een vertekende werkelijkheid heb geleefd en nog leef. Mijn heftige ‘needs and vulnarabilities’…; de ‘distorted facts’ over mezelf en de ander. ‘Working models’ noemen ze dat, die heel mijn belevingswerkelijkheid inkleuren en die het gevaar lopen mijn handelen te sturen. Ik denk te ‘weten’ hoe mijn/de wereld in elkaar steekt. Eigenlijk ben ik, als het om relationele en spirituele intimiteit gaat, permanent ‘in de war’. Ik zie, voel en hoor dingen die er niet zijn; spoken en demonen van binnen en van buiten. Daarom is het bijbelverhaal van de ‘man tussen de graven’ en Jezus zo’n metaforisch sleutelverhaal voor mij. Met mij is geen fatsoenlijk gesprek te voeren. Het ‘craving’ naar veilige hechting en de vermijding van elk contact zijn als een permannte wisselstroom aanwezig in mij; ze strijden zelfs om voorrang. Voor hetzelfde geld was ik in een klooster terechtgekomen (ik denk alleen dat ze me er niet zouden hebben toegelaten..).

Maar het is minstens zo schokkend voor de mensen om mij heen; vooral voor mijn vrouw. Als mensen naar ons huwelijk vroegen was dat van mij (zo nu en dan) een hel en voor haar ‘goed…’. Ik zie nu in dat zij geen bron/oorzaak was van mijn ellende maar dat onze ‘disruptive interactions’ voor mij een trigger… Een pijnlijke her-innering van vreselijke tijden.

Een verademing om mezelf weer iets beter te begrijpen…; en (een klein beetje?) ook opgedragen aan mijn vrouw…

Nobody said it was easy (Sheryl Crow)
No one ever said it would be this hard (Coldplay)