Zoals ik elders al zei dat ‘modellen’ van spiritualiteit verwarrend kunnen werken is dat ook zo met taal. Afgelopen week las ik een prachtig interview met een zekere Marieke Brouwer in het prachtige tijdschrift Speling en het nummer: ‘Vermoeden van het goddelijke’. Opgegroeid met de ‘gereformeerde’ kerktaal en vervreemd van haar geloof door de theologische taal hervond ze haar geloof in de door haar geleefde/beleefde spiritualiteit. Door in haar studie tot geestelijk begeleidster taal als ‘middel’ te gaan zien. In mijn eigen woorden gezegd: iedereen ‘vind God’ in de hem/haar ‘eigen’ taal. En dat kan een hele zoektocht zijn..
Een mooi voorbeeld van ‘verwarrende’ taal vind ik zelf het woord ‘innerlijk’; wat dat dan ook zou kunnen zijn. In een prachtig verhaal van Toon Tellegen keert de krekel zich binnenste buiten om vervolgens aan zijn vrienden te vragen wat zij zien: gevoelens? / gedachten? / en hebben ze een kleur? Niemand die iets vond natuurlijk… Dit woordenspel rondom de ‘innerlijkheid’ had op mij een prachtige relativerende werking. De woorden kregen daarmee in mijn beleving weer hun beweeglijkheid; ze leggen niets vast… Zo moet mijns inziens ook de taal over God en spiritualiteit zijn. Zij moet openen, verbinden en inspirerend zijn. Taal moet een poëtische, spelende en openende verwijzing zijn naar de ‘goddelijke werkelijkheid’. Speling staat daar in ieder geval vol mee…
Pingback: Humanisten en Spiritualiteit | Rinie Altena
Pingback: Humanisten en Spiritualiteit | Rinie Altena
Pingback: ‘God is geen christen’ | Rinie Altena