Marius Noorloos; en de kerkelijk werkers en predikanten die ons gaan redden?

Een tweede thema waar ik op wil reageren is de mogelijke suggestie die van het artikel uitgaat richting de predikant. Uiteraard wederom in de wetenschap dat ik het artikel zomaar geen recht kan doen. Het artikel begint met de opgebrande kerkelijk werker en eindigt met de zoektocht naar diegenen die de kerk uit het slop trekken? Eerst even wat citaten uit het artikel.

….Daarmee bedoel ik dat ze zich onvoldoende laten voeden door het evangelie. Als kerk moet je Jezus Christus centraal stellen. Anders kun je nog zo veel ondernemen, maar dan ben je als een accu zonder dynamo. Veel predikanten ervaren matheid, vermoeidheid en zelfs frustratie. Ik zeg: geloofsopbouw is belangrijk. Als je dat verzaakt, dan blijft er enkel zorg om organisatorische structuren over.”
De neergang van het ledenaantal van de kerken lijkt onstuitbaar.
“Dat is waar. Ik geloof niet in wondermiddelen, wel in groeikansen. Ik denk dat dit het enige vaccin is tegen de ziekte die secularisatie heet. Er zijn gemeenten die over een dood punt heen zijn gekomen. Daar ging het slecht: de organisatie was belangrijker dan God en mensen. Door dat radicaal te veranderen, kwam er nieuw leven.”
Hoe weet u dat zo zeker? Dat is toch nog nooit systematisch onderzocht?
“Daarom dat doe ik dat nu voor de PKN met twee anderen. (Sake Stoppels, docent kerkopbouw aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en Henk de Roest, hoogleraar praktische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit, red).”
Je zou haast zeggen: nu pas?
“Ja, beter laat dan nooit. We zijn op zoek naar zoveel mogelijk predikanten en kerkelijk werkers die een nieuwe start hebben gemaakt, op welke manier dan ook. Aan de hand van hun ervaringen hopen we in de loop van volgend jaar een boek te publiceren. “Hierin gaat het niet slechts over theologische beschouwingen, daar is al genoeg over geschreven, maar om een praktisch werkboek. Waar het toe leidt, dat zien we wel.”

Ik lees hier twee mogelijk valkuilen. De eerste is de suggestie, die je eruit zou kunnen lezen, dat de redding komt van de predikanten. Volgens mij is dat juist een van de redenen waarom predikanten afknappen en opbranden. Omdat zij (en wij) denken dat het succes en of de leegloop van de kerk van hen afhangt! Van hun initiatieven en activiteiten. Ook dat is een veel te eenvoudige voorstelling van zaken; alsof het niet heel ingewikkeld en alsof er geen God is…. De tweede valkuil is het fenomeen van ‘succesvolle’ gemeentes; alsof er een ‘methode’ is die je zomaar op een andere plek kunt imiteren…. Trouwens, zelfs Jezus was geen echt succes…. “We dachten dat Hij het was….”. Ik ben op zoek naar een heel andere benadering.

Ik wil er twee voorbeelden ‘tegenover’ zetten. Het eerste is een dagboek notitie van Thomas Merton en het tweede is een citaat uit een preek van Meister Eckhart. Beiden vertegenwoordigen een heel specifieke spiritualiteit waarin, m.i., nog de gemeente, noch de predikant degenen zijn die het ‘fenomeen’ van de goddelijke werkelijkheid realiseren. Deze ‘geloofsopbouw’ geeft een m.i. veel ontspannender beeld van God, jezelf en de wereld mee. Het Koninkrijk Gods is… Deze heeft veel meer het karakter van kijken, luisteren, spreken en je mee laten nemen door epifanieën van dat Rijk.

11 December 1961
Gisteren, Dag van Bezinning; realiseerde de voor mij allesbepalende noodzaak van diepgaande ootmoedigheid/nederigheid – vooral in verband met welke inzet dan ook van mij voor de vrede. Deemoed is belangrijker dan ijver (Rinie: zeal=vuur/ambitie). Afdaling in nietigheid en afhankelijkheid van God. Anders ben ik alleen maar bezig de wereld met haar eigen wapens te bestrijden; en op dat punt is de wereld onverslaanbaar. Zeker; het hoeft niet eens terug te vechten: ik zal mezelf uitputten en dat zal het einde zjn van mijn domme inspanningen. 
    Ik moet in God kracht zoeken; in het bijzonder in het Lijden van Christus. 

Echt waar, de wetenschap van alle schepselen bij elkaar, noch jouw eigen wijsheid kan je zover brengen dat je God goddelijk kunt weten. Wil je God goddelijk weten, dan moet jouw weten in een louter onweten geraken en in een vergeten van jezelf en alle schepselen. 56

Vraag je daarom hoe nuttig het is om deze bereidheid na te streven en je leeg en ontruimd te maken en die duisternis en dat niet weten op te zoeken en binnen te gaan en daarin te blijven, dan zeg ik: zo is het je mogelijk om Hem, die alle dingen is, te verwerven. En hoe meer je jezelf zo leeg maakt als een woestijn en hoe onwetender, om zo meer nader je Hem. 57  (Rinie: lees voor weten: doen)

Deze ‘benaderingswijze’ wordt getekend door woorden als tederheid / voorzichtigheid / terughoudend / ontvankelijkheid / openheid / kwetsbaarheid / Gelassenheit / prudentie / sensitiviteit. Dat is het tegenovergestelde van de moderne mens zoals die getekend wordt door Zygmunt Bauman in Trouw (28 aug.):

Wat is uw definitie van modern?
De mens is modern sinds hij, vanaf ongeveer de achttiende eeuw, het heft in eigen handen wil nemen. Hij wil niet meer leven in chaos, afhankelijk van God en natuur, hij wil de wereld in orde brengen. Modernisering is de rationele reis naar deze perfecte orde. Een voor een moeten alle problemen worden opgelost.” 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s